EU-hulp aan Tunesië moet leiden tot migratiedeal

Bliksembezoek De EU wil Tunesië steunen met zeker 1 miljard euro in ruil voor afspraken over het inperken van de migratie vanuit dat land naar Europa.

Premier Mark Rutte met Ursula von der Leyen. voorzitter van de Europese Commissie en de Italiaanse premier Giorgia Meloni zondag in Tunis.
Premier Mark Rutte met Ursula von der Leyen. voorzitter van de Europese Commissie en de Italiaanse premier Giorgia Meloni zondag in Tunis. Foto Koen van Weel/ANP

Wie premier Mark Rutte zondag kort na zijn terugkeer uit Tunesië hoorde praten, zou bijna geloven dat Nederland en Europa grote economische kansen zien in het Noord-Afrikaanse land. Hij was met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en zijn Italiaanse ambtsgenoot Giorgia Meloni naar Tunis afgereisd voor een bliksemoverleg met de regering van de autocratische president Kais Saied. De Europese Unie (EU) wil zeker 1 miljard euro in Tunesië investeren, verklaarden ze eerder die dag. Het vrijmaken van zoveel geld aan het economisch noodlijdende land moet een migratiedeal tussen Brussel en Tunis dichterbij brengen.

Rutte erkende zondag bij de landingsbaan van Rotterdam Airport dat Tunesië niet het eerste Afrikaanse land is dat in hem opkomt als hij denkt aan een grote economie. Sterker nog, het land heeft grote behoefte aan IMF-leningen. Die blijven voorlopig uit omdat president Saied belangrijke economische hervormingen weigert door te voeren. Nu „is de EU bereid te helpen”, aldus Rutte. Op korte termijn wordt 150 miljoen euro overgemaakt om de Tunesische economie te versterken, zo maakte ‘team Europa’ – zoals het trio zichzelf noemt – kort na het overleg bekend. De Europese Commissie „overweegt” daarbij om tot 900 miljoen euro in het land te steken.

Anders dan op economisch terrein is Tunesië een belangrijke partner van Europa op het gebied van migratie. Duizenden migranten stappen er jaarlijks in gammele bootjes, met Malta en Italië als eerste bestemming. Europa heeft daar schoon genoeg van, en wil dat Tunis dit soort overtochten gaat voorkomen. De EU zal op korte termijn in elk geval 100 miljoen investeren in zoek- en reddingsacties op zee, de bestrijding van mensensmokkel en het terugsturen van asielzoekers.

Maar de beloofde migratiedeal met Tunesië, naar voorbeeld van de Turkijedeal uit 2016, werd zondag niet gesloten. De afspraken van zondag zullen volgens Rutte „binnen een paar weken gedetailleerd” worden uitgewerkt. Ondanks recente uitspraken van president Saied dat Tunesië het niet zal accepteren om een grenswacht voor Europa te worden, heeft de Nederlandse premier er alle vertrouwen in dat er een deal zal komen.

Een snelle afhandeling van de Europees-Tunesische onderhandelingen is sinds donderdag belangrijker geworden dan ooit. Na zes moeilijke onderhandelingsjaren bereikten 27 EU-ministers een akkoord over nieuwe Europese asielregels. Onderdeel daarvan is het terugsturen van afgewezen asielzoekers naar ‘veilige derde landen’ als Tunesië.

Op dit moment mogen asielzoekers alleen naar landen worden gestuurd als ze daar eerder hebben gewoond. Die regel wordt soepeler: straks volstaat het als iemand het op doorreis heeft aangedaan. ‘Team Europa’ heeft zondag overigens „niet uitvoerig gesproken” over het terugsturen van asielzoekers, stelde Rutte.

Mensenrechten

Het baart hem desgevraagd geen zorgen dat zwarte migranten in Tunesië steeds vaker slachtoffer worden van geweld en uitsluiting. „Vluchtelingen zijn er veilig”, benadrukte hij. Mensenrechten, vervolgde hij, zullen altijd „over en weer” worden besproken. Naleving ervan is wat Rutte betreft in het economische belang van Tunesië. Bedrijven zullen immers niet snel investeren in een land dat mensen slecht behandelt, redeneerde hij.

Zijn Tunesische ambtsgenoot is intussen met een campagne begonnen tegen migranten in eigen land. Klopjachten, ontslagen en huisuitzettingen van zwarte migranten zijn geen uitzondering. Rutte hield na zijn bezoek aan Tunis echter vol dat hij „goed zaken” kan doen met de regering van president Saied.

De premier stond de Nederlandse pers te woord bij de landingsbaan van Rotterdam The Hague Airport, omdat de Tunesische autoriteiten een persconferentie in Tunis niet wilden toestaan (het land zakte vorig jaar 21 plekken op de persvrijheidslijst vergeleken met het jaar ervoor). De Rijksvoorlichtingsdienst voelde zich er „ongemakkelijk” over. Rutte wilde zondag niet beloven zich ervoor in te spannen dat Nederlandse en Europese media wel aanwezig mogen zijn bij de ondertekeningsceremonie van de beloofde migratiedeal. „Het gastland gaat daarover”, sloot hij af.