Column | Kom bij ons in de stallen kijken

Carolina Trujillo

Op braderieën en dorpsfeesten staan zesentwintig harddraverijen geprogrammeerd. Het drafsportseizoen is begonnen. Om dat in te luiden publiceerde advocaat van de dieren Dier&Recht een rapport over de dwangmiddelen die de drafsport tegen paarden gebruikt. De drafsport noemde dit een lastercampagne. Dier&Recht lanceerde een e-mailactie tegen de races. De drafbond lanceerde een petitie tegen stigmatiserende dierenactivisten. Ik pakte popcorn en opende het rapport.

Het meest besproken dwangmiddel is de tongriem, een elastiek waarmee de tong van het paard tijdens de race aan zijn onderkaak wordt gebonden. Een foto uit Assendelft toont een paard met een grauwe tong, veroorzaakt door de afgesneden bloedtoevoer. Als onze werkgevers onze mensentongen zouden vastbinden om prestaties te bevorderen, zou dat de productie ongetwijfeld verhogen. Helemaal die van de advocatuur vanwege alle rechtszaken die we zouden beginnen. Je bindt andermans tong niet vast. ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet’ komt niet met een disclaimer: ‘behalve als die ander geen soortgenoot is.’

Paardentrainer Rob de Vlieger zei bij NH Nieuws dat wat Dier&Recht beweerde niet waar was. „Met een natgemaakte pantykous, die ontzettend elastisch is, maken we een lusje om de tong en die maken we met een strikje aan de onderkant van de kaak vast”. Kennelijk had Dier&Recht niet genoeg verkleinwoorden gebruikt. Het is voor de bestwil van het paard, legt Rob uit. „Anders zou hij zijn tong over het bit kunnen leggen en dan wordt het pijnlijk want de tong hoort onder het bit.” Volgens Dier&Recht doet het paard dat om de met het bit veroorzaakte pijn te verlichten.

Wat Rob niet uitlegt, is waarom de internationale paardensportbond FEI de tongband dan verboden heeft. De drafsport valt niet onder de FEI, maar onder de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport (NDR). „Kom een keer langs, maak een praatje, de paarden hebben het goed hier,” zei Rob tegen een niet aanwezig Dier&Recht. Altijd als dierengebruikers er publiekelijk op worden gewezen dat hun dieren lijden, hoor je dat liedje: „Kom langs bij ons in de stallen,” alsof het niet duidelijk is dat het leed niet in de stal plaatsvindt, maar op de baan of in het slachthuis. Los daarvan, komt het nooit van die ontmoetingen. Vorige zomer zei Kees de Jong van LTO Nederland bij Op1 dat hij graag met activisten voor dierenrechten in gesprek wilde. In zijn column in de Volkskrant accepteerde pleitbezorger voor dierenrechten Tim Reijsoo de uitnodiging. Ik zit nog steeds op dat gesprek te wachten. In diezelfde wachtrij zet ik nu het debat tussen Dier&Recht en de drafsport.

Zolang het niet van die publieke debatten komt, hoeven we wat de tongband betreft niemand op zijn woord te geloven. De dravers kunnen we op braderieën en dorpsfeesten met eigen ogen zien. U herkent ze aan het tongversierseltje, het bitje in de mond, de teugeltjes om het hoofd en het karretje aan het lichaam. Als u toch al staat te kijken, kunt u zich afvragen of u zou willen dat ze, al was het voor één race, met u deden wat ze met dat paard doen.

Carolina Trujillo is schrijfster.