N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Natuurbranden Ecologen maken zich zorgen over de omvang van de natuurbranden in Canada. Kunnen de ecosystemen zich aanpassen aan de trend?

In de Canadese provincie Quebec doen zich ongekend heftige branden voor. Volgens de instantie die de bossen in Quebec beschermt, Sopheu, is inmiddels een gebied van 6.400 km2 verbrand. Dat is ongeveer een zesde van het Nederlands landoppervlak en bijna 500 keer zoveel als het gemiddelde in de laatste tien jaar – dat ligt op 13 km2. In de provincie zijn zeker tienduizend mensen geëvacueerd. In bijna heel Quebec geldt nu een verbod om bossen in te gaan, en om een vuurtje te stoken in of nabij een bos.
Door de rook die van de branden af komt, is de concentratie roet en fijnstof in de lucht over een groot gebied sterk verhoogd. Volgens de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA laat die rook dit keer een uitzonderlijk patroon zien. Normaal staat de wind richting het oosten, en waait rook de zee op. Maar dit keer wordt hij, door een lagedrukgebied rond Prins Edwardeiland, zuidwaarts gedwongen. Daardoor is in de lucht boven de steden New York en Washington de concentratie fijnstof opgelopen tot 175 microgram per kubieke meter (mg/m3), een van de hoogste waardes van de afgelopen 25 jaar. In 2002 gebeurde iets vergelijkbaars, ook na heftige branden in Quebec.
Branden zijn niet vreemd voor Canada. Het kent uitgestrekte boreale bossen, met kenmerkende soorten als fijnspar, den, lariks, waar branden een belangrijke rol spelen in de dynamiek van de vegetatie, en van de dieren die er leven. Sommige naaldbomen hebben de hitte van het vuur nodig om hun zaden vrij te laten. Maar ecologen maken zich er zorgen over dat de branden steeds vaker grotere gebieden in as leggen. Kunnen ecosystemen zich snel genoeg aanpassen aan de trend die gaande is, en voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door het veranderende klimaat?
Sneeuw smelt sneller
Het arctisch gebied warmt drie keer zo snel op als de wereld gemiddeld. Struiken en bomen kunnen steeds noordelijker groeien. In het voorjaar smelt de sneeuw steeds eerder, en in het najaar valt hij later. In het hoge noorden worden ook vaker luchtstromingen gezien die voor warm en droog weer, en bliksem, zorgen. Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam toonden in 2017 aan dat de rol van bliksem als veroorzaker van branden in de bossen van Alaska en Canada tussen 1975 en 2015 was toegenomen, en inmiddels de aanstichter is van 75 tot 95 procent van de branden.
Dat al deze veranderingen automatisch tot méér branden leiden, staat niet vast. De mens speelt hierin een belangrijke rol. Hij kan maatregelen nemen die de kans op branden verkleint.
Op de website van de Canadian Wildland Fire Information System staat een grafiek die het jaarlijks aantal branden en het jaarlijks verbrand oppervlak vanaf 1980 tot 2021 weergeeft. Het patroon is grillig, de waarden variëren erg van jaar tot jaar. In grote lijnen neemt het jaarlijks aantal branden af, maar lijkt het jaarlijks verbrand oppervlak toe te nemen.
Meer brand door bliksem
Dit strookt met een studie van Canadese wetenschappers naar brandtrends over de periode 1959-2018. Ze zien met name de grotere branden (meer dan 200 hectare verbrand oppervlak) groter worden, en vaker optreden. Het brandseizoen, dat van begin mei tot september loopt, begint inmiddels een week eerder dan in 1959, en eindigt ook een week later. Daarnaast zien ze een toename van door bliksem veroorzaakte branden, en een afname van door mensen veroorzaakte branden.
De snelle opwarming in het arctisch gebied breekt records. Twee jaar geleden, op 29 juni, bereikte het kwik in het plaatsje Lytton, in het westen van Canada, 49,6 graden Celsius. Het oude record werd met 5 graden verschil verpulverd. De hitte werd gevolgd door heftige branden, die het dorpje is as legden.
Ook begin vorige maand deden zich weer heftige branden voor in het westen van Canada. Uitzonderlijk vroeg, volgens NASA.
