N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Je zou denken dat iemand met het elan en talent van Mark Rutte geruststelling haalt uit de wetenschap dat hij ook voor andere banen geschikt is. Dat hij zo terechtkan bij een multinational, in de raad van een of ander bestuur, als zelfstandig consultant, piano-crooner. Hij zou zelfs al schnabbelend zorgeloos zijn pensioen halen – deelname aan een quiz hier, lezinkje daar, zomerhit met Gordon. Hij geeft ook al jarenlang les op een middelbare school, dus dan neem ik aan dat hij ook daar niet waardeloos werk verricht.
Maar er is maar één baan die Mark Rutte wil, en als die baan niet meer de zijne is, dan is het klaar met Mark Rutte, en dat is premier zijn van ons land. Hij heeft de hakken van zijn lakschoenen de afgelopen jaren zo diep in het zand gedrukt, dat hij er inmiddels relikwieën uit een ver verleden aan heeft plakken. Niemand krijgt hem weg, hij wil zelf al helemaal niet weg, ze moeten hem als de tijd rijp is met bureaustoel en al, tien man sterk, uit het Torentje sleuren, terwijl hij met zijn nagels een antiek bureau openrijt.
Het Groningendebat (een naam zo eufemistisch dat ik stiekem hoopte dat de Kamer de wanprestaties van de gedegradeerde voetbalclub zou bespreken, maar ik vergat dat ze daar het afgelopen jaar al wél gestopt waren met winnen) was één groot déjà vu. Rutte ter verantwoording, mea culpa, oppositie woedend, coalitie vergoeilijkend, schaamte, Rutte heeft ervan geleerd, denkt niet aan aftreden – wat dénken ze wel niet –, motie van wantrouwen, niets aan de hand.
Ze moeten hem als de tijd rijp is met stoel en al, tien man sterk, uit het Torentje sleuren
Ondertussen gaf hij een masterclass taalturnen. Er was oud materiaal, ook wat nieuwe hits. Zo werd het heel specifiek toen de oppositie Rutte vroeg waarom deze affaire anders was dan die rond de toeslagen, waarna zijn vorige kabinet aftrad. Antwoord: niet te vergelijken, bij de Toeslagenaffaire ging alles mis, in de kern, de gaswinning begon decennia geleden als iets goeds, iets goeds met nevenschade.
Favoriete nieuwe taalhit was de term ‘mentale eindverantwoordelijkheid’. Rutte was in íéder geval „mentaal eindverantwoordelijk”. Mij was het onduidelijk wat hij bedoelde, maar ik gok dat het vooral wél betekent dat wij moeten weten dat alles hem zéér raakt en dat het vooral níét betekent dat hij daadwerkelijk verantwoordelijk is en daar duidelijke gevolgen aan hoeft te verbinden, wat de Kamer, Groningers én de parlementaire-enquêtecommissie zelf ook zeggen.
Mark Rutte, zo vond hij, is de sleutel, de juiste man om het herstel te leiden, als een dronken student die na tien bier zegt dat hij écht nog wel kan autorijden.
Over verantwoordelijkheid gesproken: hij straft zichzelf niet af, omdat de rest van Nederland dat ook niet doet. Verkiezing na verkiezing. Dan is toch een grote groep mensen medeverantwoordelijk. In ieder geval mentaal.
