N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP De droom van de jeugd (KRO-NCRV) komt wat houterig op gang, maar toont al snel een sterk gespeelde strijd tussen dochters en moeders, tussen vaders en zonen, door een indrukwekkende cast.
Er is iets met Nederlandse series dat ze niet metéén goed maakt. Personages lijken wat archetypisch, waardoor ze niet meteen boeien. Belangrijke informatie wordt in dialogen verpakt, waardoor die soms wat houterig aanvoelen. Natuurlijk, in zo’n eerste aflevering wil je iets te weten komen over het tijdsbeeld, over de onderlinge verhoudingen. Maar een student die fulmineert over Sartre, De Beauvoir en de vrouw als sociaal construct, maakt misschien wel duidelijk dat het 1968 is en dat zij progressief is – het levert ook een onnatuurlijke kroegscène op.
Zo is het ook met De droom van de jeugd (KRO-NCRV), dat woensdagavond werd uitgezonden op televisie en diezelfde dag in zijn geheel op NPO Plus verscheen. In de eerste aflevering leer je veel personages in een kort tijdsbestek kennen, die ook nog eens een goed deel van de revoluties van de jaren zestig meemaken, van een love-in tot de Parijse studentenrevolte. „Mensen willen meer vrijheid, meer gelijkheid, transparantie, weg met de verzuiling, weg met conformisme”, dreunt fotograaf Hans op. „Gewoon, bam, revolutie, begrijp je?”
Maar dan, misschien was het de dertigste minuut, misschien al eerder, gebéúrt er opeens van alles. Uitleg maakt plaats voor meer show, minder tell, en voor je het weet is diezelfde serie toch best wel goed.
Als ze een ongeneeslijke tumor blijkt te hebben, lijkt het moeder Malherbe ‘onzin’ haar gezin daarmee lastig te vallen
Het negendelige De droom van de jeugd, van scenarioschrijver Marnie Blok (Niemand in de stad) en regisseur Bram Schouw (Broers) gaat over een katholiek Brabants gezin met vier kinderen. De oudste twee, Carla en Max, vliegen al snel uit – ze krijgen lang haar, hippiejurken, een grote mond. Dochter Suus conformeert zich voorbeeldig aan de mores van het gezin. Frans, het nakomertje, lijkt vooral opstandig. De negen afleveringen bestrijken een periode van veertig jaar in het leven van de kinderen, waarvoor een indrukwekkende cast is verzameld. Zo wordt Carla gespeeld door Hanna van Vliet en Tamar van den Dop, en Max door Ko Zandvliet en Peter Paul Muller.
Sterk is vooral de onvermijdelijke strijd tussen dochters en moeders, vaders en zonen. Elk kind zet zich af tegen zijn ouders, maar wordt tegelijkertijd door ze gevormd. Iedereen speelt de rol die hij als kind had in zijn gezin, maar wordt ondertussen ook opgevoed door de tijd waarin hij leeft, en de nieuwe rol die hij aanneemt als ouder. Is Frans bijvoorbeeld opstandig, of werd hij dat omdat zijn vader hem voortdurend corrigeert? En is Suus een conformistisch meisje, of werd ze dat omdat het de enige manier is waarop haar moeder haar ziet staan? Wie je bent, heb je maar ten dele zelf in de hand.
Dat innerlijke gevecht komt in de tweede aflevering naar voren in het verhaal van de moeder, prachtig gespeeld door Annet Malherbe. Háár rol is het gezin bij elkaar houden, ervoor zorgen dat het huis schoon is, de kinderen goed opgeleid en het liefst een beetje gemanierd. Ruimte heeft ze nooit ingenomen. Als ze een ongeneeslijke tumor blijkt te hebben, lijkt het haar ‘onzin’ haar gezin daarmee lastig te vallen. En pas als ze weet dat ze niet lang meer te leven heeft, durft ze haar man naar zijn buitenechtelijke kind te vragen, waar ze al die jaren van wist. „Waarom heb je nooit iets gevraagd”, bijt die haar toe. „Je hebt ons gezin kapot gemaakt met stille verwijten.”
Echt goed te bingen is de serie overigens niet. Zonder met spoilers te strooien: het gezin wordt niet bepaald gespaard. En al te veel leed kun je maar beter met mate incasseren.
vervangt deze week Rinskje Koelewijn.