N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Raadsman Michael Ruperti is de nieuwe advocaat van Ridouan Taghi in het Marengo-proces. De specialist in militaire strafzaken schuwt niet om hard uit te halen naar de overheid. Wie is deze veteraan die zichzelf omschrijft als een ‘nobele ridder’?
Een filmmaker tevens reserveofficier kreeg begin dit jaar een boete van 100 euro voor ‘militaire joyriding’. De man had tegen de regels in een legertruck privé gebruikt om enkele kinderfietsen naar Afghaanse vluchtelingen te brengen. Geen grote kwestie, maar toch berichtten meerdere media erover. De raadsman van de filmmaker schreef vervolgens op zijn LinkedIn-pagina: „‘Alles van waarde is weerloos.’ Deze uitspraak is waardeloos.”
De kwestie is kenmerkend voor strafrechtadvocaat Michael Ruperti, die zijn collega Inez Weski opvolgt als raadsman van Ridouan Taghi in het Marengo-proces. Hij is niet de jurist die in de stilte van de studeerkamer jurisprudentie doorvlooit voor een cassatiezaak, maar de straatvechter die publiekelijk knokt voor zijn cliënt. Door veel aandacht te genereren in de media, waarmee hij uitstekende banden onderhoudt. En vaak met grote woorden, zoals over de filmmaker: „Blijft over de nobele daad van […]. Die is en blijft van onschatbare waarde.”
Lees ook: Verdachte advocaat Inez Weski door rechtbank op vrije voeten gesteld
Ruperti heeft vooral naam gemaakt door het bijstaan van defensiemedewerkers, die al dan niet strafrechtelijk in botsing komen met het ministerie van Defensie. Zo was hij de raadsman van militairen die werden geschorst, omdat zij lid zouden zijn van criminele motorclubs. Een van zijn cliënten werd vrijgesproken en mocht weer bij defensie aan de slag. Toen CDA-parlementariër Raymond Knops daarover zijn ongenoegen uitte, viel Ruperti hem hard aan op diens „domme en beledigende uitspraken”.
Veteraan
De geboren Amsterdammer studeerde rechten en studeerde af in strafrecht, voordat hij jurist werd bij de krijgsmacht. Hij deed de officiersopleiding en werkte jarenlang bij het parket in Arnhem waar hij de officier van justitie adviseerde over militaire strafzaken. In 2004 ging hij als legal advisor (legad) naar Bosnië, waar Nederlandse militairen hielpen bij de opbouw van de rechtsstaat. Toen hij in 2007 begon als advocaat, deed hij dat als veteraan. Ruperti is daardoor vaak de eerste naam die opkomt bij mensen die in botsing komen met defensie.
Dat geldt niet alleen voor defensiemedewerkers, maar ook voor hun familie. Zo is Ruperti de raadsman van de nabestaanden van de militairen die in Mali omkwamen door een voortijdig ontplofte mortiergranaat. De affaire kostte toenmalig minister Jeanine Hennis (Defensie, VVD) en baas van de krijgsmacht, Tom Middendorp, hun baan. Dat is niet genoeg voor de nabestaanden: ze willen dat de verantwoordelijken strafrechtelijk worden vervolgd.
Ruperti heeft vooral naam gemaakt door het bijstaan van defensiemedewerkers
Het voortdurende gevecht van Ruperti en zijn cliënten tegen defensie lijkt wel steeds meer te knagen aan het vertrouwen van de advocaat in de instituties. Geregeld maakt hij cynische opmerkingen, zoals over het filmmaker-vonnis: „Het zal juridisch allemaal kloppen, maar moreel gezien is het een natte scheet in een visnetje.”
Politieke ambities
Zijn maatschappelijk ongenoegen komt ook tot uiting in zijn politieke ambities. In 2020 stelde hij zich kandidaat voor het leiderschap van Forum voor Democratie. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 was hij kandidaat voor Oprecht, de partij van een ondernemer in Zwijndrecht. „De affaire met de kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst heeft laten zien hoe ouders moeten knokken tegen de grote overheid”, zo motiveerde hij deze stap tegenover het AD.
Lees ook: Advocaat: ‘Commando’s spraken over uitschakelen van Taghi in Iran of Dubai’
Ruperti’s tanende vertrouwen in de rechtsstaat kwam onlangs scherp aan het licht in een strafzaak tegen een commando, die ervan verdacht wordt te hebben samengewerkt met een handlanger van Taghi. Volgens Ruperti heeft zijn cliënt juist geheime operaties gedaan voor de Nederlandse staat, waarbij is gesproken over het liquideren van Taghi. Ruperti vertelde dat in de rechtszaal, in interviews en daarna „het hele verhaal” nog eens in een podcast, maar mocht van de rechter geen medewerkers van de inlichtingendiensten laten getuigen. Daarop staakte hij de verdediging „van een van de meest ervaren en gedecoreerde militairen van een elite-eenheid in ons land”, zo schreef hij, want „aan de regels van een eerlijk proces wordt steeds meer tekort gedaan”.