N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onweerstaanbaar Daniel Disselkoen (37) is interactiekunstenaar en oprichter van start-up Tada. Hij verzamelt horloges van het Franse merk Lip en draagt ze dagelijks. „Ik viel voor de ingetogenheid.”
Horloges verzamelen ziet Daniel Disselkoen (37) als een guilty pleasure. „Je hebt ze niet meer nodig om te weten hoe laat het is. Wat overblijft is een prachtig nutteloos ding.” Disselkoen is interactiekunstenaar. In Amsterdam is hij bekend van het GVBeestje, dat hij in 2017 bedacht voor het plaatselijke OV-bedrijf: stickers in de vorm van een monsters met een open bek die op de ramen van bussen en trams waren geplakt, waardoor het voor reizigers leek of voorbijgangers werden opgegeten. Met zijn start-up Tada bedacht hij het idee jezelf te fotograferen op een bijzondere locaties, op het dak van het depot van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam bijvoorbeeld, met een op afstand opgestelde camera. Als hij zo’n camera installeert, draagt hij om zijn pols een plastic Casio G-Shock. Verder draagt hij altijd een Lip. Zijn obsessie met het Franse horlogemerk (1867-1976, de Lips die nu nog worden verkocht zijn in licentie gemaakt) begon acht jaar geleden met de aankoop van een Dauphine Nautic uit de jaren vijftig. „Ik viel voor de ingetogenheid. Het is de kunst om iets bijzonders te herkennen los van merk of prijskaartje.” Hij betaalde 250 euro aan een Fransman op eBay. Inmiddels bezit Disselkoen 44 Lip-horloges. „Zwitserse merken als Rolex en Patek Philippe kent iedereen”, zegt hij. „Maar Lip is voor mij het interessantste horlogemerk. In de geschiedenis ervan zit alles.”
Een pelgrimage naar het Musée du Temps in Besançon, de stad waar ooit de fabriek stond, leerde hem over de hoogtijdagen en ondergang van het bedrijf. Directeur Fred Lipmann, kleinzoon van de oprichter, bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog horloges produceren, ondanks het gevaar dat hij liep vanwege zijn joodse afkomst. Na de oorlog bouwde hij Lip uit tot de grootste horlogeproducent van Frankrijk. In 1976 ging het bedrijf met veel rumoer ten onder: na stakingen en massa-ontslagen namen de arbeiders de fabriek over. Hun poging tot zelfbestuur kreeg ook in Nederland aandacht. Disselkoen heeft een poster aan de muur hangen met de tekst ‘Lip arbeiders doen verslag van fabrieks bezetting’, een evenement in Den Bosch, georganiseerd door de linkse politieke partij PSP.
Lip is voor mij het interessantste horlogemerk. In de geschiedenis ervan zit alles
Zijn favorieten voor dagelijks gebruik zijn de elegante Souveraine en de curieuze Stop. Die laatste heeft in de wijzerplaat een blauw venstertje dat lijkt op een ouderwetse parkeermeter, een stopwatch die minuten aangeeft in plaats van seconden. Disselkoen vergelijkt de horloges van Lip met de auto’s van Citroën, vanwege de creatieve maar grillige technologie. Het lichtgevende materiaal op de wijzerplaat van zijn Lip Nautic Ski duikhorloge is rommelig aangebracht. Disselkoens Lip Electronic, met een bliksemschicht als secondewijzer, was het eerste model op batterijen van een Europese fabrikant. Geen goedkoop quartz-uurwerk maar elektromechanische Lip-techniek uit de jaren vijftig. Het loopt een beetje stotterig. „Niet alles ging meteen goed,” zegt hij, „maar het getuigt wel van visie en moed.”
Oorlog, draken, seks en magie zijn de ingrediënten van de megabestseller van Rebecca Yarros, Onyx Storm – in de Nederlandse vertaling verschenen als Door duisternis gesmeed. Het derde boek uit de Empyrean-reeks van Yarros staat al maanden in de bovenste regionen van de bestsellerlijst van de New York Times. Met bijna drie miljoen verkochte exemplaren in de eerste zeven dagen na de verschijning is Onyx Storm bovendien de snelst verkopende roman in twintig jaar. Ook in Nederland stond het boek na de lancering bovenaan in de Bestseller 60.
Volgens Ilse van Lith, boekverkoper bij boekhandel Van Piere in Eindhoven valt de populariteit van de boeken van Yarros alleen te vergelijken met de Harry Potter-boeken rondom de eeuwwisseling: „Net als twintig jaar geleden bij J.K. Rowling, willen mensen zo snel mogelijk het nieuwe deel in de serie van Rebecca Yarros in handen hebben.”
Dat leverde ook van Harry Potter bekende taferelen op: boekwinkels overal in Nederland en België, waaronder Van Piere, organiseerden eerder dit jaar nachtelijke verkoopmomenten om fans de kans te geven om als eerste een exemplaar van het boek te bemachtigen. Van Lith: „Zulke fans zijn in positieve zin gestoord dat ze elkaar zo opjutten dat ze ’s nachts naar een boekwinkel willen komen.”
Ter vergelijking: de laatste megabestseller van Colleen Hoover, It Starts With Us, verkocht 810 duizend exemplaren in de eerste week. Onyx Storm verpulverde dat record door meer dan het driedubbele te verkopen. Inmiddels zijn wereldwijd in totaal al meer dan twaalf miljoen exemplaren verkocht van de drie boeken uit de Empyrean-reeks.
Wat maakt de boeken van Rebecca Yarros zo populair? „Je belandt als lezer in een emotionele rollercoaster”, vertelt Jolien, die in haar vrije tijd boeken bespreekt voor website StoerLeesVoer. „Yarros heeft het vermogen om je enorm mee te laten leven met haar personages. Ze weet je écht te raken.” Jolien werd naar eigen zeggen overrompeld door de boeken uit de Empyrean-serie: „De hele serie zit vol spannende momenten. De gigantische cliffhangers zorgen ervoor dat je op het puntje van je stoel zit en door móet blijven lezen.”
Volgens Nienke Posthuma, die wekelijks schrijft over boeken op haar blog Booksometea, beschikt Yarros over een indrukwekkend verteltalent. „Ze bouwt haar verhalen met zoveel vaart en humor op, dat je als lezer direct meegesleurd wordt. Ondanks de zware thema’s, zoals oorlog, moord en martelingen, weet ze toch ook een luchtige toon te behouden. Het verhaal wordt nooit te zwartgallig.”
Broze heldin
In 2023 begon de boekenreeks met Fourth Wing (In steen gebrand), een jaar later verscheen Iron Flame (Een ijzeren vlam) en begin dit jaar kwam daar het derde deel Onyx Storm bij. In de boeken maak je kennis met een fictief continent dat verscheurd wordt door een oorlog die al honderden jaren duurt. Het twintigjarige hoofdpersonage, Violet Sorrengail, is allesbehalve een onoverwinnelijke heldin. Violet lijdt namelijk aan een chronische ziekte waardoor ze last heeft van hypermobiliteit, gewrichtspijn en broze botten. Dat weerhoudt haar niet haar om, onder dwang van haar moeder, een loodzware opleiding te volgen aan het Basgiath Oorlogscollege in Navarre en toe te treden tot het elitekorps van de drakenrijders.
Op het oorlogscollege blijkt Violet tegen ieders verwachting in een bijzonder talent te hebben om contact te maken met draken. Ze weet haar beperkingen te compenseren met vindingrijkheid en intelligentie.
Centraal in het verhaal staat ook de relatie met rebellenzoon Xaden Riorson. Door de boeken heen ontwikkelt hun verhouding zich van concurrerende vijanden tot een diepgaande band waarbij trigger warnings nodig zijn om de lezer voor te bereiden op de onverhulde seksscenes.
De Empyrean-serie valt onder te brengen in het tamelijk nieuwe genre fantasy-boeken dat ‘romantasy’ wordt genoemd. Daaronder vallen boeken waarin klassieke fantasy-elementen, zoals magie en draken, worden gecombineerd met romantiek en expliciete seksscènes. Boeken als A Court of Thorns and Roses van Sarah J. Maas en de Twilight-reeks van Stephenie Meyer wisten vergelijkbare elementen al eerder succesvol te combineren.
Boekblogger Nienke Posthuma stoort zich aan dat etiket ‘romantasy’ dat op de boeken van Rebecca Yarros is geplakt. „Dat klinkt zo patriarchaal en neerbuigend. De boeken bevatten zoveel meer dan alleen die paar seksscènes. Met zo’n term wordt geen recht gedaan aan de breedte en diepte van het verhaal en de personages. In totaal tellen de drie boeken zo’n vijftienhonderd pagina’s. Romantische scènes komen maar in een handjevol hoofdstukken voor. Game of Thrones wordt toch ook geen ‘romantasy’ genoemd? De enige verschillen zijn dat de seks hier wèl met wederzijdse instemming gebeurt en dat dit boek is geschreven door een vrouw.”
De boekenreeks van Yarros wordt daarnaast ook wel gerekend tot een andere categorie: New Adult-boeken, hoewel dit vooral een term uit de marketingwereld lijkt te zijn. Linda Ackermans, die als promovendus aan de Radboud Universiteit onderzoek doet naar Young Adult-boeken: „New Adult-boeken zijn in de regel voor lezers van twintig jaar en ouder. De hoofdpersonages zijn vaak ouder dan in Young Adult-boeken, waarin hoofdpersonages tieners zijn. Seks is daarom ook explicieter aanwezig. Er is nog geen onderzoek naar gedaan, maar ik zou me kunnen voorstellen dat Young Adult-lezers als ze ouder worden meer belangstelling hebben voor boeken met iets meer pit.”
Dat seksualiteit in de boeken wordt beschreven vanuit het oogpunt van de vrouw, is vernieuwend
Onderzoek van WordsRated, een internationaal onderzoeksbureau, laat zien dat de verkoop van Young Adult-boeken tussen 2018 en 2023 wereldwijd met 48,2 procent is gestegen. Daarmee is het de boekencategorie die de grootste groei heeft doorgemaakt.
Het megasucces van Onyx Storm heeft volgens Jan Verhagen, directeur bij boekhandel Van Piere in Eindhoven, voor een groot deel te maken met de populariteit van het boek op sociale media. „Er is rondom Onyx Storm een grote online community ontstaan die zo snel mogelijk het boek in handen wil hebben om spoilers te voorkomen en mee te kunnen praten op sociale media.”
Ackermans spreekt in haar onderzoek over de marketing van Young Adult-boeken van een ‘interactief brandingproces’. Daarbij zijn lezers, auteurs en uitgevers gezamenlijk betrokken. „Lezers zijn niet meer alleen consumenten van boeken, maar helpen – onbetaald – mee bij de promotie door actief te zijn op sociale media. Een deel van het marketingwerk wordt zo voor de uitgever gedaan. Uitgevers proberen daar op in te spelen door invloedrijke boektokkers aan zich te binden, onder meer met exclusieve speciale edities van de boeken.”
Ook auteurs spelen volgens Ackermans een steeds actievere rol bij de promotie. „Rebecca Yarros deelt bijvoorbeeld op Instagram een zogeheten ‘bookcover reveal’, waarbij het omslag van haar nieuwe boek voor het eerst te zien is. Fans op TikTok delen dit weer met hun volgers, zodat er op een hele simpele manier miljoenen potentiële lezers worden bereikt.”
Miljoen beoordelingen
Yarros is daarmee zelf voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor haar succes door actief te zijn op sociale media. Ze heeft 1,4 miljoen volgers op Instagram en 442.000 volgers op TikTok. Daardoor kan ze rekenen op een fanatieke en loyale achterban. Twee maanden na verschijning had Onyx Storm al bijna een miljoen beoordelingen op het populaire platform GoodReads. Bijna de helft van de lezers beoordeelde het boek met vijf sterren. Populaire TikToks over het boek kunnen rekenen op honderdduizenden views – met uitschieters in de miljoenen. „Harry Potter, Twilight en Hunger Games waren in het verleden soortgelijke fenomenen, maar het unieke bij de boeken van Yarros is dat TikTok zo’n enorme rol speelt”, zegt Ackermans.
Dat de boeken van Yarros voornamelijk vrouwelijke lezers aanspreken heeft volgens Ilse van Lith te maken met de feministische inslag. „Dat seksualiteit in de boeken wordt beschreven vanuit het oogpunt van de vrouw, en dat het vrouwelijk orgasme zo’n prominente rol speelt, is vernieuwend”, vertelt de boekverkoper. „De combinatie van een vrouwelijke heldin en erotiek in een genre dat voorheen bijna volledig werd gedomineerd door sterke mannelijke hoofdpersonages, blijkt een succesformule.”
Lees ook
Boekenclubs zijn niet stoffig: tien tips om van start te gaan
Ackermans beaamt de nieuwe interesse in een vrouwelijke heldin: „Complexe vrouwelijke hoofdpersonages, bij wie het perspectief ligt, zijn sinds het begin van deze eeuw in fantasy veel gangbaarder geworden. Dat kan er natuurlijk aan bijdragen dat dit soort boeken vaker vrouwelijke lezers aanspreken.”
Het belangrijkste van het fenomeen Onyx Storm, is misschien wel dat Yarros jonge mensen aan het lezen krijgt. Volgens boekblogger Nienke Posthuma werken de boeken aanstekelijk: „Een vriendin van me had jarenlang geen boek aangeraakt, tot ze zich aansloot bij een leesclubje. Een van de eerste boeken die ze daar lazen was Onyx Storm – en sindsdien is ze weer helemaal in de ban van lezen.”
‘Is het een kwestie die misschien nog wat beter besproken had moeten worden?’, vroeg Jeroen Pauw. „Want er wordt gezegd: als Israël zo stevig optreedt, waarom mag dat land dan wel op het Songfestival zingen en Rusland niet, bijvoorbeeld.” Begripvolle blikken aan de ronde tafel van Bar Laat (BNNVARA), waarover dinsdag trots een rood-wit-blauwe vlag was gedrapeerd. „C’est la vie”, stond er in koeienletters op gedrukt: de titel van het lied waarmee Claude zojuist Nederland had vertegenwoordigd bij de eerste halve finale in het Zwitserse Bazel. En gezien de gunstige uitslag mag hij dat zaterdag nog een keer doen.
Voor Songfestivalfans is dat doorgaans onverdeeld goed nieuws: de droom van de grote winst blijft in leven, je mag je niet-Songfestivallievende vrienden een paar dagen langer op de zenuwen werken. Vooral van dat laatste kan ik erg genieten. Toch voel ik dit jaar weinig aandrang om onwillenden tot de Eurovisiekerk te bekeren en wist ik tot deze week vrijwel niets over de huidige inzendingen. Er bleek veel tussen te zitten waar ik meestal gelukkig van word: Belgen in rode latex, een Zweedstalige lofzang op de sauna. Maar ik kon niet hetzelfde enthousiasme opbrengen dat laat op de avond aan Pauws tafel wel voelbaar was.
Ook Pauw begreep dat er wolken boven Bazel hingen. In het reclameblok voor de uitslag had Oxfam Novib een sober spotje laten afspelen, dat enkel bestond uit tekst. Pauw liet het nog eens zien. „Meer mensen hebben jouw stem nodig vanavond. 2,1 miljoen Palestijnen in Gaza worden afgesloten van voedsel en water. Dit is onmenselijk. Spreek je uit. Trek die rode lijn. Sta op voor Palestina.”
Donderdag staat Israël gewoon in de tweede halve finale. Voor sommige Songfestivalfans is dat reden om niet te kijken. En hoewel niet iedereen voor een boycot is, vertegenwoordigen de afhakers geen marginale mening: van de 18.000 leden van het EenVandaag-opiniepanel vindt meer dan de helft dat Israël had moeten worden uitgesloten, maakte het AVROTROS-programma maandag bekend. Eerder ondertekenden oud-deelenemers al een brief van ‘Artists for Palestine’, waarin ze stelden dat de Israëlische publieke omroep „medeplichtig is aan Israëls genocide op de Palestijnen in Gaza”.
Verboden regenboogvlag
„Daarom voelde het misschien toch ook een beetje vreemd, deze halve finale”, dacht Jamai nu. „De wereld staat in feite in brand, en hier wordt alleen maar geglimlacht: er is niets aan de hand, we stomen gewoon met z’n allen verder.” Er ontstond een korte discussie in Bar laat. Edsilia Rombley wilde de liedjeswedstrijd als mogelijkheid tot verbinding blijven zien. „Dat was vroeger het mooie van het Songfestival: dat je allemaal verschillende culturen en geloven bij elkaar krijgt.” „Maar dan vind ik het heel raar dat de regenboogvlag – die staat voor gelijkheid, acceptatie – verboden wordt”, zei Paul de Leeuw, doelend op het besluit van de EBU dat artiesten alleen nog de vlag van hun eigen land mogen laten zien, dus geen Palestina- of Pridevlaggen.
„Goed”, zei Pauw voor de sfeer verder kon omslaan; „we gaan toch even naar vroeger. Toen was het allemaal misschien ook wel beter.” Het was tijd voor clipjes uit een steeds verder verleden: ‘Arcade’ uit 2019, ‘Hemel en aarde’ uit 1998, ‘De oude muzikant’ uit 1973.
Ik had de afstandsbediening al vast toen het late NOS-journaal begon. Netanyahu was van plan „de militaire operatie in Gaza de komende dagen uit te breiden”, zei de presentatrice, en ik bleef luisteren hoe de eufemismen steeds vager werden; nog vager dan „stevig optreden”. Het kabinet maakte zich zorgen over „de situatie in Gaza”. In die woorden hoor je geen geweld van genocidale leiders terug. Geen platgebombardeerde ziekenhuizen en verhongerde kinderen. Ze klinken als iets dat vanzelf komt en gaat, zonder aanwijsbare oorzaken of concrete slachtoffers. Als een ongelukkige samenloop van omstandigheden waar je van een afstand naar wijst en zegt: erg hè? Dat dat nou moet gebeuren.
Mijn huis klonk heel stil toen ik de tv eindelijk had uitgezet. Ongemakkelijk stil. En ik weet niet of het vroeger nou echt beter was. Misschien dat ik vroeger gewoon minder wist.
En weer richtte president Donald Trump zich maandag in een volgepakt zaaltje in het Witte Huis tot de wereld. Deze keer was het om zijn „fantastische handelsdeal” met China te vieren en een „historisch” decreet te ondertekenen dat de prijs van medicijnen in de VS met tientallen procenten moet verlagen. En ook nu werd hij omgeven door een selectie uit zijn kabinet (dit keer onder meer voormalig televisiedokter ‘Oz’ en minister van volksgezondheid Robert Kennedy), die zich uitputten in loftuitingen aan de president. Narcisme ten top.
Het opgeklopte mediamoment kan niet verhullen dat Trump momenteel beleidsmatig weinig klaarspeelt. Zijn campagnebeloftes over een snel einde aan de oorlogen in Oekraïne en Gaza hebben tot nu toe niets opgeleverd. Zijn ‘Bevrijdingsdag’ om „Amerika weer rijk” te maken (de importheffingen van 2 april) zijn hard op de economische realiteit gebotst en in de koelkast verdwenen. In plaats daarvan wordt er al weken onderhandeld met allerhande landen. En de twee ‘deals’ die Trump tot nu toe wist te sluiten (met het VK en China) zijn geen akkoorden maar hooguit aanzetten tot voorwaarden waaronder een proces van onderhandelingen zou kúnnen beginnen.
Hoe anders is dat achter de schermen van de Oval Office. Daar blijken Trump en zijn naasten de afgelopen weken keihard te hebben gewerkt aan een veel minder openlijke agenda: die van schaamteloze zelfverrijking. Deze week werd dat ineens zichtbaar toen bleek dat Trump, die dezer dagen Saoedi-Arabië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten bezoekt, een heel vliegtuig cadeau had gekregen van Qatar. Ter vervanging van het hoogbejaarde regeringstoestel Air Force One, verklaarde president zonder aarzeling. Een supergoeie deal, want waarom meer betalen voor een toestel als het ook gratis kan?
Het antwoord op deze vraag is (de schijn van) corruptie, en dat is nou net niet het antwoord dat Trump wil horen. Want wat wil Qatar terug voor deze gift? Niemand die het weet. Het voorbeeld van de Boeing staat niet op zichzelf. Trump begon op de dag van zijn inauguratie met een eigen memecoin, de $TRUMP, en zet die in als middel om geld binnen te harken. Wie er het meest van koopt, wint een diner met de president. Zijn zoons Donald junior en Eric hebben voor miljarden aan privé-vastgoedcontracten gesloten op drie continenten en brengen een cryptobedrijf naar de beurs. En dan zijn er nog de media en advocatenkantoren die miljoenen overmaken aan de president om juridische vervolging te voorkomen of sowieso in de gratie te blijven van het Witte Huis.
Politiek en geld zijn al lang geleden een onzalige verbintenis aangegaan in de Verenigde Staten. Campagnes om president te worden kosten honderden miljoenen dollars, die moeten opgebracht worden door donateurs. En die willen daar wat voor terug. Dat is niet voorbehouden aan de Republikeinen onder Trump, maar helaas staande praktijk.
Maar Trump 2.0 rekt deze praktijken op tot ver buiten de grenzen van het juridisch toelaatbare. Het cynische is dat hij daar meer dan welke andere president voor hem ook de ruimte voor heeft, door de uitspraak van het Hooggerechtshof vorig jaar die presidenten immuniteit verleende voor letterlijk al hun officiële handelingen. Als alles mag, is dus niets verboden.
Wat rest is verbazing over hoe snel een op zichzelf goed functionerende rechtstaat kan afglijden tot dit niveau. Laat dat een les zijn: ook gevestigde democratieën zijn kwetsbaar voor brute autocraten.