Fijne acteurs redden tandeloze bewerking van Bomans’ ‘Erik’

Recensie

Theater

Jeugdtheater Met zijn ongeïnspireerde bewerking van Erik of het klein insectenboek toont Jibbe Willems de beperkingen van het actualiseren van een klassieker. Gelukkig maakt de fijne cast er toch een feestje van.

Erik of het klein insectenboek door HNTjong.
Erik of het klein insectenboek door HNTjong.

Foto Phile Deprez

Eén van de meest opmerkelijke foto’s van het afgelopen jaar was een extreme close-up van een mier. De Litouwse fotograaf Eugenijus Kavaliauskas toonde via een microscoop dat het doodgewone insect van dichtbij een bijna demonisch uiterlijk heeft: een kruising tussen een dinosaurus en een uruk-hai uit het werk van Tolkien. De vreemdheid van de natuur overstijgt vaak met gemak het menselijke inbeeldingsvermogen.

Van die vervreemding is echter zelden iets te merken in de romans, films en games die zich in het dierenrijk afspelen, waar eerder het Fabeltjeskrant-adagium ‘dieren zijn precies als mensen’ wordt gevolgd. Zo ook in Erik of het klein insectenboek, de klassieke jeugdroman uit 1941 van Godfried Bomans, waarin het jonge titelpersonage verdwaald raakt in het microscopische rijk der geleedpotigen. De insecten die Erik vervolgens ontmoet, fungeren vooral als commentaar op menselijke thema’s als klassenstrijd, determinisme versus vrije wil, sterfelijkheid, et cetera. Tegelijkertijd maakt Bomans wel ruimte voor de rauwheid van de natuur, waar de dood steeds op de loer ligt.

Klassensnobisme

In de bewerking die auteur Jibbe Willems maakte voor HNTjong blijft van dat gevaar weinig over. Willems updatete de thematiek van Bomans’ roman naar de eenentwintigste eeuw: het klassensnobisme van de wespen is vervangen door xenofobie, in plaats van in een hotel komt Erik in een asielzoekerscentrum terecht. Aan het slot zet Willems veel meer op een ecologische moraal in dan Bomans dat deed. De actualisering voelt echter goedkoop en geforceerd aan: Willems zit gevangen tussen trouw blijven aan het originele verhaal en recht doen aan de gekozen thema’s (iets waarin hij eerder wel vaak slaagde, zoals in het veel vrijere Hans en Griet).

Bovendien voelt deze versie van de insectenwereld als een disneyficatie van Bomans’ scherpere origineel. De doodslag van Erik op een onschuldige bromvlieg wordt achterwege gelaten, alsmede de gewelddadige dood van veel andere insecten in het verhaal. In de spelregie van Noël Fischer worden de meeste dieren komische archetypes, gespeend van complexiteit, die je in één oogopslag kan begrijpen en nooit gevaarlijk worden (met uitzondering van de spin, die dankzij het griezelige kostuum van ontwerper Sacha Zwiers wél indruk maakt).

Overwerkte slak

De andere kant van de medaille is dat die focus op geestig spel de geweldige cast wel de ruimte geeft om van iedere scène een feestje te maken. Vooral André Dongelmans steelt in elk van zijn rollen de show: als overwerkte slak die het plaatselijke azc moet runnen, als hedonistische eendagsvlieg die permanent stoned is, en als regenworm die in de knoop komt te zitten als Erik zich voorbij hem wurmt.

Het prettige spel betaalt zich uit in de ontknoping: een tribunaal dat de insecten tegen Erik, en in het verlengde daarvan de mensheid als geheel, aanspannen. Hier zijn zowel het script als het ensemble op hun best: de sociopathische houding van de mens jegens de natuur wordt sterk gefileerd. Ook dit prikkelende slot laten de makers echter uit hun handen glippen met een veel te veilige, moralistische conclusie. Zowel de insecten als de mensen verdienen het om door het theater minder met fluwelen handschoentjes te worden aangepakt.


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater