N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
De verhalen van 2022 India Sardjoe uit Den Haag werd dit jaar de jongste wereldkampioen breakdancen ooit. Ze is monter, beleefd, maar tijdens wedstrijden oogt ze meedogenloos. „Met presteren onder druk ben ik wel comfortabel.”
Midden in de bescheiden Haagse woonkamer bij India Sardjoe thuis is zes vierkante meter van de parketvloer helemaal leeg. Tussen de eettafel aan de ene kant van de ruimte en de bank aan de andere kant staat niets. Dat is India’s dansvlak. „Mijn moeder vindt het leuk om alles opnieuw in te richten, maar ze houdt altijd een plek vrij waar ik kan breaken.”
India Sardjoe is zestien en woont samen met haar moeder en haar zus in een appartement in het centrum van de stad. „Soms lig ik op de bank en komt er zomaar een nieuwe move in me op, dan probeer ik ’m meteen.”
Ze heeft net een glas heet water voor zichzelf ingeschonken, poes Zonnetje draait rondjes om haar stoelpoten.
Het was nogal een jaar voor India. In 2022 werd ze kampioen van Nederland, Europa én de wereld – ze is de jongste wereldkampioene ooit. Op de voordeur hangen de gouden ballonnen nog die haar moeder opblies nadat India de titel half november had gewonnen in New York. „Het is allemaal supersnel gegaan.” Ze versloeg vrouwen met soms net zoveel jaren ervaring als India levensjaren telt.
En 2023 belooft al net zo’n draaikolk te worden, want dat wordt het jaar waarin ze zich kan gaan plaatsen voor de Olympische Spelen, bijvoorbeeld door in juni de Europese kampioenschappen in Polen te winnen.
Breakdance is tijdens de Zomerspelen in 2024 voor het eerst een Olympische sport. India kreeg als enige Nederlandse breaker een beloftestatus van NOC*NSF -– dat betekent vooral dat ze heel wat van haar verwachten.
Bijna toevallig kwam breakdance in haar kindertijd op India’s pad. Ze ging een keertje mee naar de hiphop-les van haar zus, en daar zag ze dansers over de grond tollen. „Ik was zeven, en alles wat ronddraaide vond ik spectaculair.”
„Soms lig ik op de bank en komt er een nieuwe move in me op. Dan probeer ik ’m meteen”
Breakdance is een acrobatische dansstijl uit New York. De belangrijkste elementen leggen kenners uit in Engelse termen: ‘toprocken’ is de basis van het staande gedeelte van de dans, waarbij de benen om de beurt heen en weer wiegen. ‘Powermoves’ zijn de spectaculaire uitschieters, bijvoorbeeld het rond de as laten draaien van het lichaam, of de ‘windmill’, waarbij dansers hun benen in de lucht laten draaien. Een ‘freeze’ is het voor breakdance kenmerkende verstillen van zo’n beweging. Er zijn standaard moves, maar de beste dansers verzinnen een deel van hun bewegingen zelf. „Met break kun je oneindig doorgaan. Als je alle bestaande moves kent, kun je er nog honderden zelf verzinnen.”
Breakdance is een sport, je moet er fit voor zijn, maar nog veel meer is het een kunststijl – India’s coach noemt zichzelf bijvoorbeeld een „artlete”. Het is – meer dan veel andere sporten – een manier van leven, zegt India. Dansers luisteren naar hiphop en dragen loszittende sportieve kleding, bijvoorbeeld van Adidas. De Nederlandse breakers kennen elkaar bijna allemaal, en ook in de internationale scene is er onderling nauw contact, vooral via Instagram. Breakers doen mee aan battles, waarbij twee van hen elkaar dansend de loef proberen af te steken en een jury bepaalt wie de winnaar is.
Van ‘windmill’ naar handstand
Heel veel mensen gaan op jonge leeftijd op een sport, slechts weinigen worden er zo goed in, of gaan er zo lang mee door. Wat heeft India dat andere jongeren niet hebben? Een best wel oneindig doorzettingsvermogen, zegt ze zelf. Ze denkt terug aan de tijd waarin ze de windmill nog niet kon. „Dan zei ik tien keer tegen mezelf: ik doe ’m nog een keer, en dan kan ik ’m wel. Maar dan kon ik het toch nog niet. En dat deed ik het nog tien keer en bleef ik doortrainen tot ik het wel kon. Als ik een doel heb, stop ik pas als ik het kan. Echt willen kunnen, is het. Ik voetbalde vroeger, en daar had ik het ook bij.”
In haar telefoon bewaart ze een screenshot van een Whatsapp-gesprek uit 2018, toen was ze twaalf. „Als ik zestien ben sta ik in de line up van Red Bull BC One.” Dat is het wereldkampioenschap. En zo is het ook gegaan. „Als ik weet wat ik wil, doe ik alles om het te bereiken.”
Hoe vindt ze het om iets te leren wat ze nog niet kan? „Als ik het eenmaal kan, vind ik het leuk om erop terug te kijken. Maar tijdens het leren denk ik wel vaak: o nee hè. Ik probeer nu van de windmill naar de handstand te gaan, van laag naar hoog dus. Daar heb je veel techniek en kracht voor nodig. Soms gaat het wel en soms niet. Dat is frustrerend.”
India traint minstens vier keer per week. Twee keer met haar groep Heavy Hitters in Den Haag. En twee keer in Rotterdam, bij Hustlekidz, van voormalig wereldkampioen Menno van Gorp. India is monter en beleefd, maar binnen de sport staat ze bekend vanwege haar attitude, zegt Menno van Gorp, die ook bij de top van de wereld hoort. Hij roemt die houding. „Je hebt veel mensen die gewoon moves laten zien, maar zij straalt iets onverbiddelijks uit: ik maak je helemaal af. Dat is mooi om te zien.”
Als India een wedstrijd verliest, iets dat de laatste jaren maar heel af en toe gebeurt, gaat ze verhaal halen bij de jury. „Wat heb ik verkeerd gedaan? Waarom heb ik verloren?”
Misschien heeft ze die houding omdat ze al zo’n groot deel van haar leven ronddanst in een wereld die wordt gedomineerd door jongens, zegt Van Gorp. „Tussen al die jongens moest ze altijd sterk zijn. De heeft de kern van haar karakter gevormd.”
India zegt: „Mijn moeder heeft ook best wel veel doorzettingsvermogen. Ze was eerst gastouder, en nu werkt ze als zzp’er in de zorg. Dan moet je dus echt helemaal een bedrijf opbouwen. Als ze iets wil gaat ze er echt voor, en dat voel ik ook.” En haar vader? „Die heeft dat ook. Hij heeft altijd gereden als bezorger en nu heeft hij zijn eigen transportbedrijf.”
India’s ouders gingen uit elkaar toen ze nog maar één jaar oud was. Nu zijn ze goede vrienden van elkaar. Toen ze steeds serieuzer ging breakdancen, veranderde dat vooral de relatie met haar vader. Hij brengt haar al jaren overal naartoe: trainingen, battles, opnames van videoclips.
Rishi Sardjoe was in zijn tienerjaren óók topsporter. Hij voetbalde op hoog niveau, vertelt hij. „Maar toen belandde ik in het uitgaansleven. Een biertje hier, een biertje daar.” India, zegt hij, is véél gedisciplineerder. „Ik kan van haar leren.” Haar vader gaat ook vaak mee als India battles heeft in het buitenland. „Maar ze wil geen advies meer van mij horen hoor.” Rishi Sardjoe noemt haar een „echte puber”, die steeds iets minder naar haar ouders luistert en steeds iets meer naar zichzelf.
Vijf havo
Als India wordt uitgenodigd door de organisator van een battle zijn de kosten minimaal. Maar als ze wil deelnemen zonder uitnodiging, moet er worden betaald: voor de reis ernaartoe, voor het verblijf. Dat doen haar ouders, want zelf heeft ze geen tijd voor een bijbaantje. Sponsors heeft ze niet, misschien komt dat nog.
Ze zit nu in vijf havo en wil na haar eindexamen naar het hbo om toegepaste psychologie te studeren. Daarna wil ze een master halen, zodat ze als psycholoog aan de slag kan. Misschien wel als sportpsycholoog. „Dat past ook wel bij mij. Dan heb je het over mentale druk. De wedstrijddruk en de prestatiedruk. Het leren kennen van je grenzen: je mag niet overtrainen.”
Heeft ze zelf last van prestatiedruk? „Ik kan wel presteren onder druk, daar ben ik wel comfortabel mee. Maar ik vind het lastig om rust te nemen.” Naast het vele trainen had ze de afgelopen maanden bijna ieder weekend een wedstrijd of een presentatie van haar kunsten, al valt het battle-seizoen in december even stil.
Dit jaar heeft ze harder gewerkt dan ooit tevoren, zegt ze. „Ik heb heel doelgericht getraind. Als je weet dat er een wedstrijd aankomt kun je ook zeggen dat je niet gaat afspreken bijvoorbeeld, omdat je gaat trainen.”
Moet ze veel laten om zo goed te zijn? „Ik heb af en toe wel een paar opofferingen. Ik ging een paar jaar geleden bijvoorbeeld naar een battle in Rusland, en toen kon ik niet naar de verjaardag van mijn nicht, die zestien werd. Terwijl we die leeftijd altijd groot vieren in de familie. Sweet sixteen.” Dat vindt India jammer, maar ze kan het tegelijkertijd makkelijk accepteren, zegt ze. „Ik ben wel iets anders dan mijn leeftijdgenoten, denk ik. Ik ben nu echt als topsporter aan de slag. Een normale zestienjarige zit op school en feest, spreekt af met vrienden. Dat heb ik wel iets minder. De focus is heel anders.” Ze zit op een school voor topsporters in Den Haag, waardoor ze vaak lessen mag missen voor breakdance.
„Voeding is trouwens ook belangrijk. De ene keer let ik er meer op dan de andere keer, maar voor een battle probeer ik gezonder te doen. Eerlijk gezegd: ik denk eerder zo van, ik heb weer een pukkel, ik moet gezond doen. Ik ben natuurlijk wel gewoon zestien jaar.”