De vrouw die er voor uitkwam haar zwangerschap vanwege Down te hebben beëindigd, werd ‘Hitler’ genoemd

ZAP Over wie afwijkt, vindt men al snel een hele hoop. Reden voor Linda Germs, moeder van een zoon met Down, de stichting Upside Down op te richten, om iets te doen aan het ‘imagoprobleem’ van Down. Maar wordt het niet vaak té rooskleurig voorgesteld, vroegen ze zich af in Argos Medialogica (HUMAN).

Karlijn Migo-Merx (rechts) en Linda Germs, oprichters van de Stichting Upside Down.
Karlijn Migo-Merx (rechts) en Linda Germs, oprichters van de Stichting Upside Down. Beeld HUMAN

Of ze broers of zussen heeft, wil kapper Marko Suds weten. Simpele vraag, bedenkelijk gezicht van Maud. Een broer heeft ze. „Een soort van.” Is het geen echte broer? „Jawel, maar het is ook mijn broertje.” Is hij ouder of jonger? Ouder, zegt Maud zondagavond in Hoofdzaken (VPRO), maar hij heeft het syndroom van Down. Vandaar. Rens is heel grappig, „en soms ook irritant”. Als andere mensen naar hem staren, denkt ze: „Wat valt er nou te zien?” Waarom kijken die mensen dan zo vreemd, wil Suds weten. Dat weet Maud eigenlijk ook niet. „Misschien omdat hij er anders uitziet? Maar iedereen ziet er toch anders uit?”

Over wie afwijkt, vindt men al snel een hele hoop – dat hoef je een kind van tien niet te vertellen. Tegen Linda Germs, toen zwanger van haar tweede, zei iemand ooit: „Deze laat je toch wel testen hè?” Want dát, wijzend op haar zoon Lucas, hoefde tegenwoordig toch niet meer. Het was voor Germs een van de redenen in 2016 de stichting Upside Down op te richten, vertelt ze zondagavond in Argos Medialogica (HUMAN). Germs: „Blijkbaar is het omdat Lucas Down heeft, lastig om Lucas als kind te hebben.” Zo ervoer zij dat niet, dus wilde ze iets aan dat „imagoprobleem” van het syndroom van Down doen.

Heeft Down een imagoprobleem? Ja, toont de aflevering van Medialogica, maar eerder andersom. Niet alleen belangenverenigingen, ook de talloze tv-formats waarin deelnemers met Down op vakantie in hun beste Frans een krant bij de kiosk bestellen, geven een te rooskleurig beeld. Ze gaan voorbij aan de mensen met een zwaardere verstandelijke beperking, aan de mensen die níét goed kunnen communiceren, hulp nodig hebben bij een toiletbezoek. Terwijl dat volgens zorgverlener Floor Brouwer juist het „gemiddelde beeld van Down” is.

Zo’n positief beeld is goed voor de inclusie van mensen met Down, daar was het Germs natuurlijk om te doen. Dat mensen niet meer zo vreemd kijken. Problematischer wordt het als aanstaande ouders, die op het punt staan een NIPT-test te doen, waarmee het syndroom van Down in een vroeg stadium van de zwangerschap kan worden vastgesteld, onvolledige informatie krijgen. Nog problematischer wordt het als de informatie die ze via hun verloskundige of dokter Google krijgen door religieuze anti-abortusclubs blijkt te zijn gefinancierd. Zo werd een korte film van de stichting Upside Down gesponsord door de ChristenUnie. En dat doet op z’n minst een beetje vermoeden dat de informatie niet zozeer is bedoeld om een realistisch beeld van Down te geven, als wel om het aantal ouders dat kiest voor een abortus terug te brengen.

Christelijke lobby?

De belangrijkste vraag die zondagavond boven de aflevering van Medialogica hangt, is in hoeverre al die tv-programma’s en belangenverenigingen de keuze van aanstaande ouders om een zwangerschap van een kind met Down te beëindigen, of überhaupt een NIPT-test te doen, beïnvloeden. Uit de cijfers, die Medialogica overigens volledig links laat liggen, blijkt in Nederland geen daling van het aantal kinderen met Down sinds de NIPT-test in 2017 werd geïntroduceerd. In België werden wél meer zwangerschappen afgebroken na de introductie van de test. Ligt dat aan onze christelijke lobby? Aan het succes van tv-programma’s als Down the Road? Dat vertellen die cijfers dan weer niet.

Ondertussen toonde de aflevering vooral hoe genadeloos wij mensen kunnen zijn voor elkáár. De vrouw die er voor uitkwam haar zwangerschap vanwege Down te hebben beëindigd werd ‘Hitler’ genoemd. Ze wist van andere vrouwen die liever spraken over een miskraam, omdat ze te veel schaamte voelden over de werkelijke reden van hun besluit. De dames van stichting Upside Down hadden absoluut niets tegen abortus, maar eigenlijk wel als het ging om Down.

Misschien, dacht ik, zouden we ons eens iets minder met elkaars keuzes moeten bemoeien. Dat zou al een hoop ‘vreemde’ blikken schelen.

vervangt deze week Rinskje Koelewijn.