N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Migrantenboten In Zuid-Italië kwamen er in mei nauwelijks nog migrantenbootjes uit Tunesië aan. Heeft dat alleen te maken met het slechte weer, of ligt een politiek akkoord om migranten tegen te houden aan de basis hiervan?
‘Dit is de slechtste maand voor migratie die ik de voorbije twee jaar heb meegemaakt, zegt een man die zich Mamadou noemt via WhatsApp. Mamadou, een Guineese mensensmokkelaar die aan de Tunesische kust migranten in bootjes zet naar Italië, liet de voorbije drie weken niet één boot vertrekken. „Mijn baas en ik keken elke dag naar de weersomstandigheden op onze telefoon, maar er stond te veel wind en de golven waren te hoog. Dan kun je zelfs niet hopen dat de boten Italië bereiken.”
Mamadou, een schuilnaam, noemt zichzelf een coxeur, de West-Afrikaanse term voor de nummer twee in een mensensmokkelnetwerk. Hij vult de boten met migranten, terwijl zijn baas verantwoordelijk is voor de boten en motoren, die hij van Tunesiërs koopt. De baas bepaalt ook wanneer ze kunnen uitvaren. De voorbije weken was dat dus niet één keer. „Ondertussen moesten we bovendien onderduiken voor de politie, die massaal uit Tunis is gekomen om op ons te jagen.”
De getuigenis van Mamadou strookt met een verrassende nieuwe trend in de aankomstcijfers in Italië. „Wekenlang haast nul aankomsten vanuit Tunesië, dat is hoogst ongebruikelijk voor deze periode van het jaar”, reageert Matteo Villa, migratiedeskundige bij het Instituut voor Internationale Politieke Studies (ISPI), een denktank uit Milaan. Eind april kwamen er nog bijna vijfduizend migranten in één week uit Tunesië, waarna het in mei terugzakte tot enkele honderden en soms zelfs nul migranten in een week.
„Zo’n sterke daling doet denken aan de weken vlak na de deal tussen Italië en Libische smokkelmilities ,in juli 2017”, constateert Villa. Of er opnieuw een deal werd gesloten, ditmaal met Tunesië, is niet duidelijk. Villa: „Het weer verklaart veel, maar hier lijkt toch meer aan de hand.”
Dode en vermiste migranten
Europa maakt er geen geheim van dat het een politiek akkoord met Tunesië nastreeft om irreguliere migratie een halt toe te roepen. De politieke aandacht in Italiaanse en in bredere Europese kringen zwol aan naarmate de migratieroute vanuit Tunesië naar Zuid-Italië de voorbije jaren populairder werd. In vijf jaar tijd is het aantal oversteken naar Italië gestegen, van 5.200 in 2017 naar 32.371 in 2022. Ook in de eerste vier maanden van 2023 zette die stijging zich fors door. Dit jaar vonden er ook al tientallen schipbreuken plaats, en daarbij kwamen sinds 2017 niet zo veel mensen om het leven. Het aantal dode en vermiste migranten staat dit jaar al op 1.188.
Op 27 april trok Ylva Johannson, Europees Commissaris voor Migratie, naar Tunis voor een onderhoud met de verantwoordelijke Tunesische ministers. Daaruit kwam de ‘bereidheid’ voort om met de Europese Unie samen te werken tegen mensensmokkel. Concreet beloofde Johansson meer steun aan de Tunesische politie, kustwacht en justitie. Over een nieuwe migratiedeal, zoals die tussen de EU en Turkije in maart 2016, werd toen nog niet gesproken.
Kort na haar bezoek aan Tunesië nam het aantal vertrekkende bootjes zo’n flinke duik – het aantal was wekenlang zelfs nul – dat de Tunesische kustwacht niet langer hoefde uit te varen. Ook vanuit Libië zakte het aantal oversteken, maar minder sterk dan vanuit Tunesië.
UNHCR, de VN-organisatie voor vluchtelingen, ziet het bar slechte weer als de belangrijkste verklaring. Dat er verschil zit tussen de aankomsten uit Libië en Tunesië, komt volgens UNHCR omdat er andere boten worden gebruikt. „In Tunesië worden kleine bootjes ingezet, in Libië worden grotere, en meer stabiele boten gebruikt met daarin grotere groepen mensen”, zegt Federico Fossi, woordvoerder van UNHCR in Italië.
Olijfboomgaarden
Behalve het slechte weer stelden mensensmokkelaars als Mamadou ook vast dat de Tunesische politie plots veel krachtiger tegen hen optrad. Jarenlang konden ze vrijwel ongehinderd hun smokkeloperatie uitvoeren in dorpen langs de Tunesische westkust. In de huisjes tussen de olijfboomgaarden trof je bij een willekeurig bezoek honderden migranten aan, klaar voor de oversteek. „De politie stoorde ons niet, behalve soms om onze spullen te stelen”, blikt Mamadou terug. „Maar plots arriveerden agenten uit de hoofdstad, op zoek naar smokkelaars, en wij moesten onderduiken.”
Ruim twee weken na het bezoek van Europees Commissaris Johannson reisde ook de Italiaanse minister Matteo Piantedosi (Binnenlandse Zaken) naar Tunis. Piantedosi, die partijloos is maar dicht bij de radicaal-rechtse Matteo Salvini staat, sprak op 15 mei met zijn Tunesische ambtgenoot Kamel Fekih en met de autocratische president Kais Saied. Onder diens bewind verslechteren de leefomstandigheden van zwarte migranten in Tunesië sterk.
We zijn er klaar voor. Deze zomer wordt het WK smokkelen
Mensensmokkelaar uit de Tunesische kuststad Sfax
President Saied geeft Afrikanen uit landen ten zuiden van de Sahara de schuld van de economische malaise in Tunesië. Hij wakkerde de haat tegen hen aan, sprak van een internationaal complot om Tunesië ‘om te volken’ en beloofde keiharde repressie tegen iedereen die migranten helpt. Na de speech van de president werden talloze migranten slachtoffer van klopjachten en huisuitzettingen. Dat dreef nog meer Afrikaanse migranten de bootjes in, in de richting van Europa.
Over het racistische geweld sprak Piantedosi niet in Tunis. Zonder de Tunesische inspanningen, zei de Italiaanse minister lovend, zouden er nog veel meer boten met migranten uit Afri-ka bezuiden de Sahara in Italië arriveren.
Alles wat de Italiaanse minister medio mei echter kon beloven, was extra training voor de agenten van de Tunesische kustwacht, en nieuw materiaal, zoals patrouilleboten en eventueel zelfs drones. De Tunesische economie zit aan de grond. Maar op aanzienlijke internationale financiële hulp hoeft Tunis niet te rekenen. Het Internationaal Monetair Fonds wil Tunesië enkel een lening verstrekken op voorwaarde van hervormingen die president Saied weigert uit te voeren. En Europa schaart zich achter het IMF.
Frankrijk en Duitsland, die eerst zouden deelnemen aan een missie naar Tunis, haakten daarom af, en Piantedosi ging alleen. De sterk regeringsgezinde rechtse krant Il Giornale stelde prompt dat Italië inzake migratie ‘opnieuw’ in de steek wordt gelaten.
Politieke tegenstanders
Niet alle landen in de Europese Unie staan te springen om zo’n mogelijke deal met Tunesië. Nederland, Oostenrijk en Denemarken zijn duidelijke voorstanders van zo’n akkoord, maar in onder meer België en Duitsland is er minder animo om een akkoord te sluiten met Kais Saied, die politieke tegenstanders laat opsluiten.
Italië heeft zo’n nieuwe migratieovereenkomst met Tunesië niet eens nodig, benadrukt de Siciliaanse asielexpert Fulvio Vassallo Paleologo. Zo’n deal bestaat al twaalf jaar: in april 2011 sloot de toenmalige Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Roberto Maroni (Lega Nord) een akkoord met Tunesië, om „de kraan naar Italië dicht te draaien”. Vassallo Paleologo: „Afhankelijk van hoeveel geld de Italiaanse regering ertegenaan smijt, wint of verliest dit akkoord echter aan kracht.”
In Italië was de premier toen Silvio Berlusconi, die drie jaar eerder ook al een uiterst controversieel akkoord had gesloten met de Libische dictator Moammar Gaddafi. Een onderdeel van dit akkoord, waarvoor Italië in termijnen 5 miljard euro aan Tripoli beloofde te betalen, was dat de Italianen bootvluchtelingen die zij op volle zee oppakten mochten terugsturen naar Libië, een land zonder enige vorm van asielbeleid. Lega Nord-minister Roberto Maroni, de man achter de Tunesiëdeal, was ook een groot pleitbezorger van dit Libië-akkoord.
Niet alleen hulpverleners of mensenrechtenactivisten zouden protesteren. In 2012 is Italië voor het terugsturen van bootvluchtelingen op volle zee veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat weerhield Rome er niet van om vijf jaar later andermaal een akkoord te sluiten, ditmaal heimelijk, met de Libische milities die sinds de val van Gaddafi, in 2011, de dienst uitmaken. Die nieuwe Libië-deal kwam er toen overigens niet op initiatief van de Lega Nord, toen al bekend om haar strenge migratiestandpunten, maar van de centrum-linkse Partito Democratico. Al blijft Libië een land zonder centraal bestuur en met rivaliserende facties en milities, minister Matteo Piantedosi herhaalde eind mei nog in een interview dat hij migratieafspraken blijft nastreven met Tunesië, Turkije en met de Libische facties.
Publieke opinie
Het zegt veel over hoe sterk de publieke opinie in Europa inzake migratie is opgeschoven naar rechts. Europese politici zijn zich er goed van bewust dat migratieovereenkomsten, zelfs met dictatoriale leiders als Saied in Tunesië, of Abdel-Fattah al-Sisi in Egypte, bij hun kiezers nauwelijks tot verontwaardiging zullen leiden.
Migratiedeskundigen noemen het effect van zulke deals onzeker. Autocraten kunnen migratie dan bovendien inzetten als onderhandelingsinstrument tegenover westerse landen.
Asielexpert Vassallo Paleologo waarschuwt ook dat een opvallende luwte van een paar weken op zich nog niet zo veel zegt over het verloop van de rest van de zomer. Inmiddels is het weer zonnig boven de Middellandse Zee, en de smokkelaars in Tunesië zijn er klaar voor.
„De golven zijn rustig. We sturen de eerste boten alweer de zee op”, zegt Mamadou. Zelfs als de politie de acties opdrijft en de kustwacht vaker patrouilleert, zullen de boten blijven komen, voorspelt hij. Afgelopen week kwamen de eerste boten uit Tunesië alweer aan op Lampedusa. Mamadou: „Mensen die wanhopig zijn, hou je niet zo makkelijk tegen.” Een andere smokkelaar, uit de Tunesische havenstad Sfax, valt hem bij: „We zijn klaar om opnieuw te beginnen. Deze zomer wordt het wereldkampioenschap smokkelen.”