Driekwart ondernemers kan kostenstijgingen niet of nauwelijks doorberekenen

Prijsstijgingen Een flink deel van de bedrijven zegt niet alle prijsstijgingen aan klanten te kunnen doorberekenen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. „Dit plaatst de discussie over graaflatie in ander perspectief.”
20 procent van de bedrijven vreest minder te verkopen als ze kostenstijgingen doorberekenen.
20 procent van de bedrijven vreest minder te verkopen als ze kostenstijgingen doorberekenen. Foto Isa Wolthuis

Driekwart van de bedrijven in Nederland geeft aan hogere kosten, die met name zijn gestegen door duurdere energie en grondstoffen, niet of nauwelijks te kunnen doorberekenen aan klanten. In veel gevallen zijn de ondernemers bang dat klanten sneller voor concurrenten zouden kiezen als ze de prijzen wel verhogen. Het merendeel van de ondernemers geeft echter aan dat de schuldenlast niet is verzwaard in vergelijking met vorig jaar, een kleine 5 procent noemt de schuldenlast wel problematisch.

Dat blijkt uit maandag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met de Kamer van Koophandel, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW. Zij onderzochten bedrijven met meer dan vijf werknemers die niet behoren tot de financiële sector. Voor bijna 28 procent van de bedrijven is de verwachting van een slechtere concurrentiepositie de belangrijkste reden om de gestegen kosten niet volledig door te berekenen aan hun klanten.

Lees ook Economisch zware tijden? Lego merkt er niets van

Begin dit jaar zei meer dan de helft van ruim vijfduizend ondervraagde ondernemers dat het amper of helemaal niet lukt om gestegen bedrijfskosten door te berekenen aan klanten. Nu is dat 76,1 procent, maar toch wil CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen niet van een stijging spreken. „De vraagstelling in het vorige onderzoek was anders, waardoor de uitkomsten niet goed met elkaar vergeleken kunnen worden.”

‘Pas op de plaatsflatie’

Het percentage van 76,1 „plaatst de discussie over graaiflatie in een ander perspectief”, zegt Van Mulligen. Uit onderzoek van de Rabobank bleek volgens sommigen dat bedrijven de prijzen verder verhoogden dan de inflatie noodzakelijk maakt, maar volgens anderen is voor die conclusie niet genoeg bewijs.

Het CBS ziet dus dat er behalve bedrijven die de inflatie doorberekenen ook een grote groep is die dat niet kan. Het tegenovergestelde van graaiflatie, in zekere zin. Van Mulligen stelt een nieuw woord voor: „Pas op de plaatsflatie.”

Lees ook ‘Ja, er wordt door sommige bedrijven opvallend veel winst gemaakt, maar voor graaiflatie is geen hard bewijs’