N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Goede reportages bevatten soms beelden die je niet meer loslaten. Het artikel De zorgende vader rukt op, eindelijk van Freek Schravesande, begon op 20 mei met een gedetailleerde beschrijving van hoe een vader, net wat laat binnengestoven, zichzelf en zijn tweeling omkleedt voor het babyzwemmen in Amersfoort Vathorst. „Hij kent het verschil tussen een gewone romper en een overslagromper en weet de drukknoopjes feilloos te vinden. Twee aan de zijkant, drie onderin. Sommige rompertjes hebben de drukknopen andersom, nét iets vervelender.”
Eigenlijk, bedacht ik, zou dit een staande uitdrukking moeten worden voor de levenswijsheid van iemand (m/v/x) die heeft geleerd hoe de dingen werken in het leven: weten waar de knoopjes van de romper zitten. Het is diervriendelijker dan „weten hoe de hazen lopen” en minder curieus dan „weten waar Abraham de mosterd haalt”.
Intussen was niet iedereen enthousiast over de romperscène. Een lezeres („die -es is belangrijk hier”) las er een echo in van het mechanisme dat mannen om de onnozelste huishoudelijke of zorgende activiteit worden toegejuicht of ze een herculestaak hebben volbracht: „Een ogenschijnlijk verbazingwekkend ouderwets wereldbeeld.” Dat was niet wat Schravesande wilde uitdragen, zegt hij: „Het idee dat er al een hallelujastemming zou moeten heersen als een vader de knoopjes van z’n kind weet te vinden, zegt wat mij betreft genoeg over de achterstand die vaders in Nederland hebben in de verzorging en opvoeding van hun kinderen.” Na de zwembadscène ging zijn reportage uitgebreid in op veranderende rolpatronen in het licht van de verruiming van het ouderschapsverlof.
Gelakte nagels
Het was niet de enige NRC-uiting die emancipatoir opzien baarde. Want terwijl Nederlandse mannen gebogen stonden over de rompertjes van hun baby’s, probeerden Oekraïense vrouwen landmijnen onschadelijk te maken. Floris Akkerman schreef er een reportage over (De oorlog breekt rolpatronen uit de Sovjettijd af, 25 mei) die op de redactie in Amsterdam leidde tot een Instagrampost. Die kreeg als kop: ‘Met gelakte nagels landmijnen opruimen in Oekraïne’. Daarna volgde: „Vrouwen in Oekraïne zijn niet langer de verzorgers van de kinderen die elke avond een warm bord eten op tafel zetten. Ze doen nu ook zwaarder en gevaarlijker werk, omdat er geen mannen meer beschikbaar zijn.”
Is dit de wereld waar NRC voor staat, vroeg de al genoemde lezeres zich af. „De vrouw staat normaal veilig achter het aanrecht te koken, met gelakte nageltjes. Maar nu is het menens en wordt oogluikend toegestaan (toegestaan! niet gevierd!) dat vrouwen óók belangrijke oorlogstaken verrichten. Natuurlijk wel met gelakte nagels, want echt gelijk zijn we nooit.” Het was inderdaad een clichématige post die niet alleen de betreffende vrouwen tekortdeed, maar ook het artikel, waarin de analyse van de rolpatronen in Oekraïne werd uitgediept tot aan de Sovjettijd.
Niemand wil dat verslaggevers met een hand op de rug hun stukken typen of dat een nagellakpolitie artikelen naloopt op overbodige opsmuk
Verschillende lezers reageerden ontstemd op Instagram. Zij hebben gelijk, vindt ook Miriam van ’t Hek van de Lezersdesk. „Hier hebben we de plank misgeslagen.” Intussen kwam de nagellak uit het artikel zelf, waarin mijnenruimster Natalija Soesjtsjenko werd geportretteerd, inclusief een beschrijving van de roze schaar die aan haar zij hangt voor het geval er na een explosie in haar kleren moet worden geknipt. Overigens, zo staat ook in het stuk, is Soesjtsjenko niet net uit het burgerbestaan geplukt: ze doet dit werk al negen jaar.
Akkerman wilde het contrast tonen: „De gelakte nagels tegenover het gevaarlijke werk met tuingereedschap. Bovendien wilde ik laten zien dat de Oekraïense vrouw over het algemeen veel aandacht aan haar uiterlijk besteedt. Het ging mij ook om het tonen van de cultuur, zonder dat expliciet uit te leggen.”
Relevante beschrijving
Op de redactie gaat het vaker over het gebruik van stereotyperingen; zo hebben verslaggevers soms nog de neiging om in artikelen over vrouwen meer en vaker over kleding, schoeisel en haardracht te schrijven – wat de indruk kan wekken dat ze worden teruggeduwd in een poppetjesbestaan. Daar past de krant bewustzijn van de eigen blinde vlekken. Vermeld over mensen alleen wat relevant is, vindt de hoofdredactie, en beperk je bij voorkeur tot uiterlijkheden waar iemand zelf voor heeft gekozen: wel de kleding, niet de kleur van de huid. Het leverde onlangs debat op onder redacteuren, want om wat voor stereotypen gaat het precies? En wie bepaalt wat er relevant is? Het lijkt me ondoenlijk om dat in algemene regels te vangen.
Wanneer een verhaal bovendien veranderende rolpatronen als onderwerp heeft, zoals de twee hierboven genoemde artikelen, ontkom je er niet aan om je te verhouden tot het oude, stereotype beeld. De beschrijving daarvan kan zomaar worden gelezen als een bevestiging – zoals de gedachte dat het anders dan normaal is wanneer een man een luier verschoont. Te veel prudentie ligt op de loer: niemand wil dat verslaggevers met een hand op de rug hun stukken typen of dat een nagellakpolitie artikelen naloopt op overbodige opsmuk.
De hoofdzaak is, lijkt me, om detaillering zo te gebruiken dat die details helpen om iemand als individu te zien. Wat dat betreft is de nagellak van Natalija Soesjtsjenko een geslaagd voorbeeld: ze is een ervaren mijnenruimer en door de combinatie met de roze schaar en haar uitspraken, krijg je de indruk dat hier sprake is van een welbewuste keuze, een statement wellicht van een professional die precies weet wat ze doet. Iemand die weet waar de knoopjes van de romper zitten, zogezegd. Al zou ik in deze context eerder denken aan een uitdrukking als „weten hoe hoog het gras rondom de landmijn is”.
Arjen Fortuin
Reacties: [email protected]