N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Informele economie In India zorgden grootschalige en strenge lockdowns voor een economische klap. Die kwam vooral hard aan bij arbeidsmigranten uit rurale gebieden en dagloners.
De crematie van een coronaslachtoffer in Kashmir, in mei 2021.
Foto Basit Zargar
Het was de eerste nationale maatregel tegen corona die premier Narendra Modi afkondigde: vanaf maart 2020 moesten 1,3 miljard Indiërs in ieder geval 21 dagen binnen blijven. Het bleek een onmogelijke opgave voor miljoenen arbeiders en dagloners, de werkers in de informele sector die een pijler is van India’s economie. De lockdown maakte hun de dagelijkse klussen, waarmee zij normaliter hun inkomens bij elkaar scharrelen, onmogelijk. Ze zaten opgesloten in hun werkplaatsen of huisvesting, vaak afgesneden van familie.
Modi’s ‘grootste lockdown ter wereld’ leidde tot een enorme volksverhuizing. Alleen al uit hoofdstad New Delhi trokken honderdduizenden arbeiders weg, naar huis, om de onzekere periode elders uit te zitten. Voordat de autoriteiten de stadsevacuatie konden organiseren, waren velen al begonnen aan de reis terug – te voet. In hun dorpen konden zij nog proberen zelf in voedsel te voorzien.
Na de grootste lockdown kwam de grootste vaccinatiecampagne, waarin veel moeite werd getroost om ook plattelandsgemeenschappen te bereiken. Dit jaar krabbelde de Indiase economie weer langzaam overeind – komen ook de arbeidsmigranten en dagloners er weer bovenop?
In New Delhi lijkt het openbare leven grotendeels weer teruggekeerd, voor wie op een willekeurige doordeweekse dag het straatleven in zich opneemt: „Kijk, wij taxichauffeurs, en de riksja-chauffeurs, zijn wel weer allemaal aan het werk. We hoefden maar eventjes ons voertuig aan de kant te zetten voor de lockdown. Wij dachten allemaal dat we direct daarna wel weer nodig zouden zijn”, zegt een van hen op een woensdagavond. De auto staat muurvast in de drukte op een van de doorgaande verkeersaders in de hoofdstad. „Maar dat is wel anders voor arbeidskrachten die hun baan verloren, of wier fabriek moest sluiten.”
Armoede groter dan voorheen
Vermoedelijk nam de armoede nergens ter wereld tijdens de pandemie zo sterk toe als tijdens de opeenvolgende lockdowns in India. Volgens cijfers van de Wereldbank leefden halverwege 2021 155 miljoen Indiase huishoudens onder de extreme armoedegrens van 1,90 dollar per dag, 44 miljoen meer dan toen de pandemie begon.
Het ontbreken van betrouwbare nationale cijfers en inzicht in de informele economie maakt het moeilijk om vast te stellen of dat cijfer sindsdien is verbeterd. Onderzoekers van het in Engeland gevestigde Chronic Poverty Advisory Network (CPAN) maakten daarom veel gebruik van anekdotisch materiaal en kwalitatief onderzoek, onder andere verkregen uit de herhaaldelijk uitgevoerde telefoonenquêtes die het National Data Innovation Centre in New Delhi tijdens de pandemie uitvoerde. Burgers in de hoofdstad en omstreken werd daarin gevraagd naar hun levensstandaard; zo’n 80 procent van de huishoudens had te maken met inkomensverlies tijdens de twee jaar dat de pandemie duurde. Voor gezinnen waar een kostwinner informeel werk verrichtte, waren de gerapporteerde effecten vaak erger dan voor mensen met een vast inkomen. Deze werknemers hebben geen vast inkomen, geen contract en geen arbeidsvoorwaarden – hun financiële situatie is sowieso instabiel.
„Zulke mensen kunnen hoogstens drie, vier dagen vooruit plannen. Zij hebben gewoonweg niet genoeg inkomstenbronnen om verder vooruit te kijken, of zelfs maar basisbenodigdheden in te slaan”, weet Saikat Datta, voormalig journalist en sociaal werker. In de eerste weken van de lockdown – die in ieder geval drie weken zou duren – sloeg daarom in veel gezinnen de paniek toe: „Gezinnen die doorgaans van dag tot dag leven, zagen in rap tempo hun spaargeld verdwijnen.”
Datta was werkzaam in Gurugram, een satellietstad even ten zuiden van de hoofdstad. De economische hub noemt hij een „schizofrene” omgeving waar grote bedrijven, moderne woonwijken en luxe uitgaansgelegenheden een scherp contrast vormen met de verkrotte nederzettingen van migrantenarbeiders. De lockdown was voor deze armen de laatste druppel, die hun het leven bijna onmogelijk maakte. De sociaal werker zette een distributienetwerk op om de bewoners van de vergeten sloppenwijken zoveel mogelijk te ondersteunen.
Gezinnen die doorgaans van dag tot dag leven, zagen in rap tempo hun spaargeld verdwijnen
Saikat Datta, voormalig journalist en sociaal werker
Burgerinitiatieven waren daarvoor onmisbaar, zegt hij, omdat de gezondheidsramp van zo’n omvang was dat van overheidswege onmogelijk iedere behoefte kon worden vervuld. Datta hielp uiteindelijk zelf bij de voedseldistributie voor de busevacuaties, waarmee arbeidsmigranten van de regio van Delhi naar hun geboortestreken in onder meer de deelstaten Uttar Pradesh, Bihar, en Punjab werden gebracht.
De impact van de coronaperiode reikt ook veel verder dan alleen het hoofdstedelijk gebied. De informele economie vormt immers van vele steden de motor – die sputterend tot stilstand kwam in de lockdowns. Bijvoorbeeld in de zuidelijke deelstaat Maharashta, waar in de middelgrote stad Nanded huishoudsters de steun zoeken van plaatselijke politici. Vertegenwoordigers van de lokale Communistische Partij komen er maandelijks bijeen met tientallen vrouwen, om hun grieven in kaart te brengen.
Ze zitten in groepen van tien, twaalf bij elkaar, in de zon in een stadsparkje. De 45-jarige Lakshmi Baj, moeder van vier kinderen, neemt het woord als wordt gevraagd hoe hun „levens volledig veranderden” in de vorige twee jaar. Baj, een weduwe, is de enige kostwinner voor haar gezin. Ze had een vaste routine, als de schoonmaakster in een handvol huishoudens – ze wijst vagelijk in de richting van de betreffende wijk, de goud-rode sieraden om haar polsen rinkelen. De huizen liggen dicht bij elkaar, maar tijdens de eerste lockdown kon ze er niet langs. De politie hield het verkeer op straat in de gaten, en sommige werkgevers hadden haar zelf laten weten dat zij niet welkom was.
Lenen bij de buren
Baj, een vrouw uit een lage economische klasse en kaste, komt uit Nanded. Ze heeft geen familie buiten de stad waarnaar ze de uitwijk kon nemen. En dus zat ze thuis, waar ze zich „opgesloten” voelde en waar ze zich steeds meer zorgen maakte over de vaste lasten: „Zonder inkomen moest ik wél alles betalen: de huur, eten, het schoolgeld voor mijn kinderen.”
Daarvoor leende ze geld bij de paar buren die dat konden missen. Er werden mondelinge afspraken gemaakt: betaal maar terug als je weer kan. Dit jaar nam het aantal schoonmaakadressen voor Baj weer toe, maar ze verdient minder dan voorheen. En nu moet ze haar leningen terugbetalen – een dubbele klap, die ook door onderzoekers van de armoedemonitor CPAN wordt gezien als een schadelijk langetermijneffect. Gezinnen die vóór de pandemie een lening afsloten, hadden moeite met betalingen. Maar er waren ook huishoudens die nieuwe leningen aan moesten gaan om überhaupt in leven te blijven. Zij zitten nu in de schulden.
„Mensen komen aan de deur. Niemand lijkt boos, maar ze willen onderhand hun geld wel terug.” Het levert Baj veel stress op, om haar weldoeners niet tot last te zijn. Ze zoekt naar woorden. „Mentale druk? Schaamte. Ik wil niet dat mijn relatie met deze mensen verandert.” Ze drukt haar handtas stevig tegen zich aan.
Tasjes en eetgerei geven de plek in de rij aan van mensen die wachten op voedselhulp in Mumbai tijdens een coronalockdown in april 2020. Foto Pramod Thakur/Hindustan Times
Kiran Gaekwad, begeleidster van de vrouwengroep, noemt Baj’s verhaal „exemplarisch”. Nu kampen gezinnen volgens haar met de schulden, simpelweg omdat er geen andere manier was om te overleven dan te lenen.
Om niet te lenen en zo veel mogelijk zelfvoorzienend te blijven, zijn grote aantallen arbeiders en gezinnen waarschijnlijk niet meer teruggekeerd uit het dorp. Buiten de stad zouden zij beter kunnen bouwen op sociale structuren, blijkt uit maatschappelijke studies. Ook zouden kostwinners bang zijn dat een nieuwe uitbraak – of beleidsbeslissingen – de informele economie opnieuw platleggen.
Arbeiders in Gurguram sloeg de schrik om het hart toen begin dit jaar een ‘lockdown-light’ werd ingevoerd. In meerdere grote steden gold vanwege een besmettingspiek een avondklok, en moesten winkels en restaurants in het weekend dicht. De details van de maatregelen waren zeer onduidelijk. Enkele honderden inwoners pakten opnieuw hun spullen en gingen weer naar hun geboortestreek – alles om maar niet weer in de miljoenenstad vast te zitten, zonder uitweg en zonder inkomen.
Hij mist enkele vaste krachten, beaamt Jageshwar, een klusjesman in de sjieke zuidelijke wijk CR Park in New Delhi. De veertiger komt uit een dorp in de deelstaat Uttar Pradesh en werkt al zeker twintig jaar in de hoofdstad, waar hij verft en bouwt voor huiseigenaren. Het is zwaar werk voor de dagloners, dat onder alle denkbare omstandigheden doorgaat, zoals NRC eerder zag tijdens de hittegolf die de Indiase hoofdstad in juni teisterde. Jageshwar wordt vaak aangesteld als teamleider op grote klussen.
„Veel dagloners hier kennen elkaar – als je niet uit New Delhi komt, dan zoek je samen woonruimte.”
Net zo min als de academici kan Jageshwar inschatten hoeveel migrantenarbeiders zijn teruggekeerd of uitgevallen. Er komen ook nieuwe werkzoekenden bij. Maar, vertelt hij: „Toen ik zelf laatst bij mijn gezin was, kwam ik mannen tegen met wie ik in de stad werkte. We zijn een jaar verder, meer, maar zij weten nog niet zeker of ze weer naar de stad trekken. Ze blijven liever daar waar ze de mensen kennen, de taal spreken en ze het vertrouwen.”
In een bedompte kamer op de begane grond, waar nauwelijks daglicht doordringt, zit Dunia Atrash (38) met haar geestelijk en lichamelijk gehandicapte dochter op schoot. Het meisje is twaalf maar lijkt nog geen zes jaar oud. Lopen kan ze niet en ze kijkt steeds uitdrukkingsloos voor zich uit, terwijl ze speelt met een leeg plastic flesje dat ze af en toe op de grond laat vallen. Atrash’ volwassen zoon licht de bezoekers bij binnenkomst bij met een zaklantaarn.
Er klinkt het oorverdovende gebrul van een generator die buiten in een nauwe straat staat, want via het netwerk van de overheid is in dit grotendeels verwoeste deel van de Syrische stad Aleppo hooguit een paar uur per dag stroom beschikbaar. Niet dat Atrash en haar vijf kinderen van de generator profiteren. „Daarvoor moet je extra betalen en dat geld hebben we niet”, zegt ze. Slechts om de dag komt er water uit de kraan.
Lees ook
Terug naar Syrië of in Nederland blijven? ‘Hier heeft een vluchteling drie opties: horeca, PostNL of AH. Maar daar is geen rechtsstaat’
Dunia Atrash is vorige herfst naar Aleppo teruggekeerd vanuit Libanon, gevlucht voor de zware Israëlische bombardementen tijdens de oorlog met Hezbollah. Gemakkelijk was die keus niet. „In Libanon zijn mijn man en ik van elkaar gescheiden”, zegt ze. Ze veegt een traan uit haar gezicht. „Bovendien stonden we in Libanon als vluchtelingen geregistreerd en ontvingen we wat hulp van de Verenigde Naties.”
Dunia Atrash met haar 12-jarige dochter op schoot. Het gezin is vorige herfst teruggekeerd naar Aleppo vanuit Libanon.Foto Arthur Larie
Eén kamer
Na een moeizaam verblijf in het dorp in de buurt van Aleppo waar ze vandaan komt, trok ze in bij een nicht, die in het oosten van de stad met haar dochter een appartement met drie kamers bewoont. Atrash en haar vijf kinderen kregen één kamer, waarin ze met zijn allen slapen.
„Ons leven is al met al moeilijker dan in Libanon”, zegt ze terwijl ze het gevallen flesje van haar dochter van de grond raapt. „Daar was meer werk en inkomen. Mijn zoon van 22 jaar heeft zijn studie opgegeven en werkt soms in een fabriek voor schoonmaakmiddelen zodat we wat geld hebben. Maar we kunnen niet eens luiers voor mijn dochter kopen. Vlees eten we maar eens in de maand. Vaak blijft het bij brood, olijven en kaas.”
Maar net als de meeste Syriërs blijft Atrash optimistisch over de toekomst. „Als de buitenlandse economische sancties eenmaal zijn opgeheven, zal het beter gaan. En hopelijk krijgen we dan ook meer hulp. Misschien kunnen we dan een rolstoel voor mijn dochter krijgen.”
De lotgevallen van Atrash en andere teruggekeerde Syrische vluchtelingen en ontheemden worden met argusogen gevolgd door de regeringen van landen die sinds het uitbreken van de oorlog in Syrië in 2011 grote aantallen Syrische vluchtelingen hebben opgenomen, waaronder Nederland.
Kinderen komen terug van school in Oost-Aleppo. Door het gebrek aan elektriciteit in Syrië gebruiken gezinnen batterijen om een beetje licht te krijgen.Foto’s Arthur Larie
Veel Europese politici – met name rechtse populisten – zouden de Syrische vluchtelingen liever vandaag dan morgen terugsturen. Als een van de grootste migrantengroepen ter wereld leggen ze al jaren beslag op kostbare faciliteiten voor asielzoekers en migranten. Ook veel kiezers zien hen liever vertrekken. Tekenend was dat in Nederland het kabinet vorige week viel over strengere asielplannen van de PVV, waarin ook de terugkeer van 60.000 Syriërs was opgenomen.
Sinds de ineenstorting van het regime van president Bashar al-Assad in december zijn ruim een half miljoen vluchtelingen teruggekeerd naar Syrië. Vooral uit Turkije en Libanon, waar de meeste Syriërs naar toe waren gevlucht. Daarnaast zijn er volgens gegevens van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR 1,2 miljoen Syriërs die in eigen land ontheemd waren, teruggekeerd.
„De aantallen nemen nog gestaag toe”, zegt Celine Schmitt, woordvoerder van UNHCR in Syrië, telefonisch. „We verwachten dat die stroom in juni en juli zal aanzwellen, wanneer het schooljaar voorbij is. Veel ouders hebben daarop gewacht voor ze naar Syrië terugkeren.”
Hoewel het om substantiële aantallen gaat, is het nog een klein deel van het totaal. Volgens UNHCR verbleven er eind 2024 6,3 miljoen Syriërs in het buitenland, van wie ruim 3 miljoen in Turkije, ruim 1 miljoen in Libanon en 716.000 in Duitsland, terwijl nog eens 7,4 miljoen Syriërs in eigen land op drift waren geraakt.
Cruciale maatstaf
Een cruciale maatstaf voor de toekenning van asiel was altijd de veiligheid in Syrië. Grote vraag is dus: hoeveel gevaar lopen terugkerende vluchtelingen nog? Vrijwel iedereen is het erover eens dat de veiligheid sinds december sterk is verbeterd. De terreurvan Assads bewind tegenover de eigen bevolking en de frequente gevechten tussen zijn leger en rebellengroepen, zijn beeïndigd.
Tijdens een rondreis door Syrië van een week en gesprekken met tientallen Syriërs in Damascus, Aleppo en Homs – zowel teruggekeerde vluchtelingen als andere bewoners – noemde niemand veiligheid als het prangendste probleem. Maar dat wil niet zeggen dat het overal veilig is.
Lees ook
Angst in Damascus voor meer sektarisch geweld tegen alawieten: ‘Op straat liggen dode vrouwen en kinderen’
Vooral in de kuststrook, waar veel aanhangers van de verdreven president wonen, blijft de toestand gespannen. Daar kwamen in maart zeker 1.600 burgers om het leven, toen gewapende aanhangers van de regering van president Ahmed al-Sharaa bloedig wraak namen voor een aanval van Assad-getrouwen op Al-Sharaa’s leger. In het noordoosten is de veiligheidssituatie eveneens wankel. Daar staan de militairen van de nieuwe regering tegenover Koerdische strijders die niet van plan zijn hun autonomie op te geven, al vechten ze niet met elkaar. Ook blijven groepjes strijders van Islamitische Staat in het oosten van het land actief.
Daarnaast worden soms mensen ontvoerd. En dan is er nog het gevaar van landmijnen, die vooral in het noordwesten en delen van het oosten liggen. Ook na de val van Assad zijn er al tientallen doden door gevallen, vaak kinderen.
De veiligheid mag zijn verbeterd, de meeste teruggekeerden staan voor enorme problemen, met name om huisvesting te vinden en geld om zich te bedruipen. Al-Sharaa stelde in februari dat zijn land nog „aan de beademing” lag. Wie door Syrië reist, merkt direct dat die beeldspraak niet overdreven is. Hele wijken liggen tien jaar na de zwaarste gevechten nog volledig in puin. En mede door de sancties van het Westen zit het land economisch aan de grond. Negentig procent van de Syriërs leeft beneden het bestaansminimum van 2,15 dollar per dag. Betaald werk is schaars.
Onafzienbare ruïnes
Neem Ahmed Abdel Karim (52), een dagloner die vijf maanden geleden met negen familieleden uit Libanon is teruggekeerd naar zijn beschadigde woning in Oost-Aleppo. Met zijn onafzienbare ruïnes oogt dat stadsdeel als een spookstad. In Karims stoffige straatje valt de schade mee. Hij heeft zijn huis deels gerepareerd, maar nu is het geld op. „Ik heb al tien dagen geen werk meer kunnen vinden”, legt hij uit, zittend op een UNHCR-deken in een vrijwel geheel kale kamer van zijn huis. Zijn kleinzoontje komt binnen en nestelt zich naast hem. Beiden slaan wat vliegen van zich af.
Binnenkort wordt het nog voller in huize Karim. „Mijn zoon huurt een woning maar hij heeft ook geen werk en kan de huur van veertig euro per maand niet meer opbrengen”, vertelt Karim. „Daarom trekt hij binnenkort met zijn vrouw en twee kinderen bij ons in. Door al die zorgen word ik vroeg oud”, grapt hij, wijzend op zijn grijze haar.
Ahmed Abdel Karim is vijf maanden geleden met negen familieleden teruggekeerd vanuit Libanon. Karim heeft hun huis in Oost-Aleppo deels gerepareerd.De kleren van Ahmed Abdel Karims zoon liggen op de vloer van zijn huis. Zijn zoon komt met zijn vrouw en twee kinderen bij Karim wonen omdat hij zich geen eigen woning kan veroorloven.Foto’s Arthur Larie
De repatrianten beseffen dat ze van de nieuwe regering weinig steun kunnen verwachten, maar vrijwel niemand neemt dat Al-Sharaa en zijn ploeg kwalijk. Ze begrijpen dat de regering de financiële middelen mist om hen bij te staan. President Trump heeft een deel van de sancties wel opgeheven, maar niet allemaal: over een ander deel moet het Congres nog stemmen. Ook de EU heeft gezamenlijke sancties opgeheven, maar ook weer nieuwe opgelegd aan enkele Syrische milities.
We dreigen een historische kans te missen om mensen te helpen die na veertien jaar oorlog naar hun land terugkeren
Hulporganisaties, onder meer van de VN, bieden enige hulp. Vluchtelingen krijgen bescheiden financiële steun voor het transport van de grens tot aan huis en kunnen wat cash ontvangen voor de eerste week thuis. UNHCR heeft een netwerk opgezet van 122 zogeheten community centres, verspreid over Syrië. Deze worden vooral door lokale vrijwilligers bemand. Vluchtelingen en andere kwetsbare bewoners kunnen er kosteloos terecht voor adviezen over gezondheid, juridische kwesties, onderwijs en andere essentiële zaken. Bij een bezoek aan zo’n centrum in Aleppo bleek dit druk bezocht, vooral door vrouwen met kleine kinderen.
Lees ook
Voor veel jonge Syrische vluchtelingen in Nederland is het nog niet ‘het juiste moment’ om terug te keren
Maar uitgerekend nu de behoefte aan hulp het grootst is, worden hulporganisaties getroffen door ingrijpende bezuinigingen. Vooral door het volledig wegvallen van Amerikaanse steun, maar ook door Europese bezuinigingen. Zo zal UNHCR 52 centra moeten sluiten en een derde van zijn personeel ontslaan.
Het community centre van UNHCR in Aleppo. De VN-organisatie heeft 122 van deze centra geopend in Syrië.Foto Arthur Larie
Weinig mensen op straat
„Zo dreigen we een historische kans te missen om mensen te helpen die na veertien jaar oorlog en repressie eindelijk naar hun land terugkeren”, stelt UNHCR-woordvoerder Schmitt. „Ik weet werkelijk niet wat er verder van al die mensen zonder werk of toegang tot hulp moet worden.”
Uit Europa loopt het niet storm met terugkerende vluchtelingen. „De Syriërs uit Europa komen vooral om polshoogte te nemen, maar vestigen zich hier nog niet”, zegt Asaad Hrata (35), een makelaar die kort na Assads val uit Libanon terugkeerde naar de uitgestrekte maar zwaar gehavende wijk Jobar in Damascus. „Het leven in Europa is voor hen beter dan hier. Voor de Syriërs in Turkije of Libanon geldt dat minder.”
De Syriërs uit Europa komen vooral om polshoogte te nemen maar vestigen zich hier nog niet
Voor mensen met voldoende financiële middelen is dat gemakkelijker. Zo vestigde Asser Khattab, telg van een oude patricische familie uit Aleppo en werkzaam voor een westerse stichting, zich na jaren ballingschap in Parijs weer in Aleppo. Hij was er net toen president Trump beloofde de sancties in te trekken. „In de beste stemming ging ik die nacht naar bed, in de wetenschap dat de weg voor ons vol grote keien ligt, maar dat de beloning zoet zal zijn”, schreef hij in The Washington Post.
Ook de 58-jarige meubelmaker Mohammed waagde de grote sprong. De forse man met een geblokt shirt verbleef de afgelopen tien jaar in de Duitse stad Essen, na een intermezzo van enkele maanden in Amsterdam. Hij en zijn vrouw zijn sinds een week weer thuis in Jobar, Damascus. Het is hem niet meegevallen, vertelt hij. Met zijn achternaam in de krant wil hij niet.
Honderden huizen zijn in puin gelegd tijdens de belegering van Aleppo door het Assad-regime. Deze huizen heropbouwen is een grote uitdaging omdat de regering de financiële middelen mist.
Foto’s Arthur Larie
„Ik was geschokt door de schaal van de verwoestingen”, zegt hij, op weg om boodschappen te doen. „Het is nog veel erger dan ik had gedacht en het kwam ook als een schok dat er nog maar zo weinig mensen in de straten liepen. Vroeger was het hier altijd druk.” Zijn eigen woning is weliswaar beschadigd maar een paar kamers zijn nog bruikbaar. Een deel van zijn meubilair bleek gestolen. Ook hij heeft geen elektriciteit en stromend water.
Mohammeds gezin is niet meer compleet. Zijn dochter studeert nog en zijn 22-jarige zoon blijft liever in Duitsland, waar hij een opleiding tot automonteur volgt. Ook twee broers van Mohammed die in Nederland wonen, blijven daar. „Ik heb lang geaarzeld om terug te gaan”, bekent Mohammed in hakkelend Duits, „maar mijn vrouw en ik misten Syrië erg. In Duitsland voelden we ons ondanks alle gemakken toch niet echt thuis. We zijn blij dat we weer in ons eigen land zijn.”
„Meneer de president, kent u de Oresjnik nog? Dit is zijn kernkop, die kan 4.000 graden Celsius worden.”
Met die woorden presenteerde Aleksej Lichatsjov, directeur van het Russische Atoomagentschap Rosatom, in februari zijn nieuwste vinding aan Vladimir Poetin tijdens een technologisch forum in Moskou. Trots als een pauw sprak Poetin later die dag een volgepakte zaal ambtenaren, zakenmensen en wetenschappers toe. „De hele wereld spreekt over de Oresjnik. Wat is het voor ding? Waar is het van gemaakt? De temperatuur van de kernkop komt overeen met die van de zon”, pochte de Russische president.
Drie maanden eerder had de Oe-kraïense bevolking al kennis gemaakt met de hypersonische middellangeafstandsraket, die in het Russisch de naam ‘hazelaar’ draagt. Op 21 november 2024 schoot Rusland er een zonder kernkoppen af op een wapenfabriek in de Oekraïense stad Dnipro. Poetin vergeleek de inslag met „die van een meteoriet” en verklaarde dat de aanval een vergelding was voor de inzet van Amerikaanse en Britse langeafstands-raketten door Kyiv. Ook zei hij een aanval met een Oresjnik op de Oekraïense hoofdstad niet uit te sluiten. Dat dreigement circuleerde opnieuw na de Oekraïense drone-aanval op Russische luchtmachtbases vorig weekend.
Minder aandacht kreeg het feit dat de kernkoppen worden gemaakt door de Russische atoomgigant Rosatom. Het staatsbedrijf, door Poetin in 2007 opgericht als opvolger van het ministerie voor Atoomenergie, verwierf afgelopen jaren bekendheid met zijn spectaculaire vloot van nucleaire ijsbrekers en een drijvende kerncentrale. Ruim vijftien jaar later omvat het Rosatomconglomeraat honderden afdelingen, dochterondernemingen en wetenschappelijke organisaties. Zij houden zich bezig met delven, produceren, converteren en verrijken van uranium, het beheer van het Russische kernwapenarsenaal en met de productie van kernbrandstof voor centrales wereldwijd. Pikant: Rosatom runt een flink deel van zijn activiteiten vanuit de Arctische regio Moermansk, die zondag onder vuur kwam van Oekraïense drones.
Spil in de oorlogsindustrie
Sinds de invasie van Oekraïne in 2022 heeft Rosatom een opmerkelijke transformatie ondergaan. Hoewel het zich naar buiten toe nog altijd presenteert als ‘civiel’ bedrijf en niet op westerse sanctielijsten staat, is het Rosatomimperium volgens deskundigen in drie jaar tijd uitgegroeid tot spil in de Russische oorlogsindustrie. Zo vervult het een cruciale functie bij het opvangen van internationale sancties tegen de Russische defensie-industrie. Daarnaast produceert Rosatom onderdelen voor Boeing en Airbus en tal van spullen voor huishoudelijk en industrieel gebruik, die door de sancties niet meer kunnen worden geïmporteerd.
Die transformatie begon op 4 maart 2022. Dat was de dag dat het Russische leger alle veiligheidsregels aan zijn laars lapte, de kerncentrale in het Oekraïense Zaporizja bestormde, het personeel gijzelde en daarmee de veiligheid van miljoenen Europeanen op het spel zette. Nucleair deskundigen en atoomenergieagentschap IAEA stonden perplex over de flagrante schending van de internationale veiligheidsregels rond kerncentrales.
Naast het beheer van nucleaire oorlogsbuit, ontwikkelt Rosatom sinds het begin van de oorlog echter ook technologie voor wapensystemen, die worden ingezet in Oekraïne. Naast de door Poetin geprezen Oresjnik-kernkoppen produceert het staatsbedrijf ook conventionele antitankwapens, lanceer- en besturingssystemen, precisiewapens en (cluster)munitie, zo schreef de Britse denktank Rusi in een recent rapport.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een schaalmodel van de Tsar Bomba, een krachtige waterstofbom. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Een schaalmodel van de Tsar Bomba, een krachtige waterstofbom. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091501/data133216228-cd1bcb.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-5.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-3.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-4.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-5.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-6.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/vQmLJVfDrqx_yV_F00tNdBDkxfo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091501/data133216228-cd1bcb.jpg 1920w”>Een schaalmodel van de Tsar Bomba, een krachtige waterstofbom.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een replica van de behuizing van een atoombom.” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Een replica van de behuizing van een atoombom.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091459/data133216231-db67d3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/-3yHzn5omKn-ZjHKlEzjqyMBpCs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091459/data133216231-db67d3.jpg 1920w”>Een replica van de behuizing van een atoombom.
Foto’ s Yuri Kochetkov/EPA
Die nieuwe rol steekt het bedrijf niet onder stoelen of banken. „Rosatom heeft de opdrachten ten behoeve van de landsverdediging volledig vervuld”, zei directeur Lichatsjov op een nieuwjaarsbijeenkomst in januari. Een maand later zei hij in de Doema, dat Rosatom niet-nucleaire wapens en militair materieel ontwikkelt „waarvan sommige al in serieproductie zijn gegaan en worden ingezet bij de speciale militaire operatie in Oekraïne”.
Bedrijf in oorlog
„Rosatom is letterlijk een bedrijf in oorlog”, concludeerde de Russische nucleair deskundige Aleksandr Nikitin van de Noorse milieuorganisatie Bellona onlangs in een uitvoerig rapport. De 72-jarige Nikitin begon zijn carrière op een Sovjetonderzeeër. Na zijn ontslag stond hij tientallen jaren aan het hoofd van de Russische Bellona-kantoren in Sint-Petersburg en Moermansk. In 1996 werd hij door inlichtingendienst FSB beschuldigd van ‘spionage’ en enkele maanden vastgezet. Jarenlang achtervolgde de zaak hem, tot hij vrijspraak kreeg. „Dat was in 2000. Toen was Poetin nog niet zo eng als nu”, vertelt Nikitin per videoverbinding vanuit Oslo. Na de grootschalige invasie van Oekraïne nam hij geen risico en vertrok hij halsoverkop naar Noorwegen.
Maar president Poetin kon zich geen betere oorlogsbuit wensen. Met zes reactors is de centrale de grootste van Europa. Tot de oorlog voorzag ‘Zaporizja’ in ruim een vijfde van de Oekraïense energiebehoefte. Enkele maanden na de inname tekende Poetin een decreet waarmee het beheer van de centrale, inmiddels buiten werking gesteld, in handen van Rosatom kwam. Het is geen geheim dat Rusland de geannexeerde centrale wil aansluiten op zijn energienet, ondanks de enorme obstakels. „Iedereen droomt ervan”, zei Rosatom-directeur Lichatsjov eind mei. Vorige week melddeThe New York Times dat Rusland druk bezig is met de aanleg van energiekabels in de regio. Of het plan slaagt, hangt in grote mate af van de uitkomst van de onderhandelingen tussen Kyiv, Moskou en Washington.
Dat Rosatom, samen met het Russische ministerie van Defensie, kernwapens ontwikkelt en beheert, is geen geheim. „Wel nieuw is dat het bedrijf nu ook conventionele wapens ontwikkelt in opdracht van de Russische regering”, aldus Nikitin. Het bedrijf staat onder toezicht van Poetins rechterhand en voormalig Rosatom-baas Sergej Kiriënko, die vanwege zijn belangrijke rol in de annexatie van vier Oekraïense provincies de bijnaam ‘onderkoning van de Donbas’ kreeg. Ook ontvangt Rosatom royale staatssubsidies.
Onder Kiriënko’s toezicht is Rosatom de afgelopen jaren een van Ruslands belangrijkste staatsbedrijven geworden, zegt Nikitin. „Het is een gigantisch, moeilijk te ontwarren netwerk van dochterondernemingen, bedrijfstakken en wetenschappelijke instituten, die zowel militaire als civiele technologie ontwikkelen. Een deel heeft zich sinds de invasie toegelegd op de ontwikkeling van conventionele wapens, ontwijken van sancties en importvervanging.” Daarnaast constateert hij in het Bellonarapport een „golf van activiteit” op de Arctische eilandengroep Nova Zembla, wat erop kan duiden dat Rusland, voor het eerst in drie decennia, kernwapens in het gebied gaat testen. De locatie was eerder testgebied voor de nucleaire Boerevestnik-kruisraket en, in 1961, van de machtige waterstofbom ‘Tsar Bomba’.
Sancties
Des te wranger dat Rosatom nog altijd grotendeels vrijgesteld is van westerse sancties en flinke winsten maakt. Bedroeg de omzet in 2022 omgerekend nog 10 miljard euro, vorig jaar zou het naar schatting al bijna 16 miljard euro kunnen zijn geweest. Een deel daarvan komt uit export van kerncentrales, die Rosatom wereldwijd verkoopt en die uitsluitend draaien op brandstof en diensten van het bedrijf. Economisch, maar vooral geopolitiek is dat lucratief. „Deze Russische projecten gaan in werkelijkheid over strategische toegang tot opkomende landen, van belang om hun ligging, grondstoffen of om politieke redenen”, zei nucleair expert Mark Hibbs in 2019 tegen NRC.
Niet alleen op het zuidelijk halfrond, ook in EU- en NAVO-landen heeft Rosatom stevig voet aan de grond. Zo staan in Tsjechië, Slowakije, Bulgarije en Hongarije centrales met reactoren van Sovjetmakelij en bouwt Rosatom twee centrales in NAVO-landen Hongarije en Turkije. Europa importeerde vorig jaar voor 700 miljoen dollar aan Russische uraniumproducten, berekende de Brusselse denktank Bruegel in april. Hoewel dat een sterke daling is ten opzichte van de vooroorlogse situatie, waarschuwen analisten voor de politieke invloed die het Moskou geeft.
Die invloed is nu al voelbaar. Landen als Hongarije en Slowakije, en ook Frankrijk, lobbyen tegen sancties op kernenergie. Dat maakt het voor Brussel lastig om consensus te bereiken over het beëindigen van de afhankelijkheid van Russische kernenergie. In april presenteerde de Europese Commissie een ambitieus stappenplan om de energie-afhankelijkheid af te bouwen. Het plan blijft vaag over concrete doelstellingen op nucleair vlak.
Ironisch genoeg zijn de inkomsten uit Russische kernbrandstof voor de EU en de VS in 2023 bijna verdrievoudigd ten opzichte van 2021. Dit kwam door de stijging van de uraniumprijs, een hamstereffect als gevolg van de sanctiedreiging, en de hernieuwde populariteit van kernenergie in de strijd tegen klimaatverandering. Toch constateerde Bellona over de hele linie in 2024 wel degelijk een sterke daling.
Intussen benutten de ‘niet-militaire’ bedrijven onder de Rosatomparaplu nog altijd ten volle hun uitzonderingspositie om de Russische oorlogsindustrie te stutten. Dat dubbelhartige westerse beleid is de Oekraïense regering en milieuorganisaties een doorn in het oog. In 2023 noemde Greenpeacedirecteur Pauline Boyer de praktijk tegenover persbureau AFP „schandalig”. Ook de Russische atoom-onderzoeker Aleksandr Nikitin verbaast zich over het trage optreden van de EU. „Er is geen consensus onder Europese leiders. Rosatom zou bovenaan de sanctielijst moeten staan, maar na drie jaar oorlog is het nog altijd de laatste in de rij.”
Smullend van vers bereide schildpaddensoep keek de Chinese bendeleider Huang Zhiyang vanuit zijn keuken uit op een tiental flats, waar honderden werkers achter tralieramen gedwongen werden mensen over de hele wereld op te lichten. Zijn goede vriendin Alice Guo (34), de burgemeester van het Filippijnse stadje Bamban, had hem in 2022 alle vergunningen verleend voor de bouw van het ‘casinocomplex’. Regelmatig kwam ze langs in haar Cadillac. Vanuit de flats moet geschreeuw van pijn en wanhoop hebben geklonken.
In februari 2024 slaagde een van de ‘cyberslaven’, een Vietnamese man, erin uit Bamban te ontkomen. Hij was onder valse voorwendselen naar de Filippijnen gelokt en op de compound te werk gesteld. Een Filippijnse boer ving hem na zijn ontsnapping op en lichtte de autoriteiten in. Een maand later viel de Filippijnse presidentiële eenheid tegen de georganiseerde misdaad (PAOCC) de compound binnen. Ruim negenhonderd cyberslaven werden bevrijd. Burgemeester Guo bleek een leefstijl te hebben die een burgemeester zich nooit zou kunnen veroorloven – naast dure auto’s bezat ze een privé-helikopter. Bendeleider Zhiyang wist te ontkomen.
Onder de Filippijnse president Rodrigo Duterte (2016-2022) kregen honderden veelal Chinese casinocompounds toestemming zich in de Filippijnen te vestigen. Deze zogenoemde POGO’s (Philippine Offshore Gaming Operators), vaak meerdere gebouwen met ook hotels en entertainment, zouden goed zijn voor de economische groei. Maar aan het einde van Duterte’s regeerperiode waren de geruchten over criminele praktijken in deze compounds zo sterk, dat zijn opvolger Ferdinand Marcos ingreep.
„Er kwamen berichten over ontvoeringen, marteling en moord”, zegt Gilberto Cruz, hoofd van de PAOCC. Ambassades van omringende landen werden benaderd door landgenoten die vastzaten in de compounds en werden gedwongen tot digitale oplichting. In mei 2023 ondernam de antimisdaadeenheid PAOCC een eerste bevrijdingsactie. „De gokhallen bleken in werkelijkheid broeinesten van marteling, ontvoering, mensenhandel en witwaspraktijken”, vertelt Cruz. „Ze moesten als legale casino’s de economie ten goede komen, maar ze brachten rampspoed, angst en dood.” In november 2024 verbood president Marcos de POGO’s en gaf hij opdracht ze allemaal te ontmantelen.
Universiteitscampus
Het bestaan van criminele centra voor cyberoplichting, gerund door Aziatische – vooral Chinese – bendes met medeweten van lokale autoriteiten, kwam vlak na de coronacrisis voor het eerst aan het licht in Cambodja. Met de belofte van vaak niet-bestaande banen lokken de bendes honderdduizenden Aziaten en Afrikanen naar Laos, Myanmar, Cambodja, Thailand of de Filippijnen. Bij aankomst worden ze met busjes naar een flatgebouw gebracht. Hun paspoort wordt afgepakt en ze worden bedreigd en geboeid. Voor ze het weten zitten ze maanden, soms zelfs jaren vast als cyberslaaf. Volgens de VN-organisatie tegen Drugs en Criminaliteit (UNODC) verdienen de bendes er zo’n 40 miljard dollar per jaar mee.
Het ontmantelde complex aan de rand van het Filippijnse stadje Bamban oogt op het eerste gezicht als een universiteitscampus. Op het ommuurde terrein staan 36 moderne, witte gebouwen, waaronder zo’n tien kantoorflats, zes villa’s en een restaurant. „Toen we met onze voertuigen het terrein opreden, renden honderden werkers in paniek weg en klommen over de muren”, vertelt PAOCC-medewerker Marvin de la Paz, die NRC rondleidt. We lopen naar een van de flats. Voor alle ramen zitten tralies.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Ontmantelde ‘casinocompound’ in Bamban op de Filippijnen.” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Ontmantelde ‘casinocompound’ in Bamban op de Filippijnen.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120444/data132936571-50b7c4.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/mM-9n6_PSrARG8EF0UYT66E8_Q0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120444/data132936571-50b7c4.jpg 1920w”>Ontmantelde ‘casinocompound’ in Bamban op de Filippijnen.Foto Geric Cruz/Bloomberg
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="In beslag genomen apparatuur, gebruikt bij online oplichting. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="In beslag genomen apparatuur, gebruikt bij online oplichting. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120437/data132936583-96b830.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-14.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-12.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-13.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-14.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-15.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Cbcd2LSNTOem-KCnvlJ1v_FAEBA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120437/data132936583-96b830.jpg 1920w”>In beslag genomen apparatuur, gebruikt bij online oplichting.
Foto AFP
In het gebouw bevinden zich tientallen klaslokaal-achtige ruimtes waar honderden werkers achter een computer en een rij telefoons zaten. Kabels hangen los aan het plafond. De oplichting gebeurde via datingapps en investerings- en bitcoinapps. Het meeste materiaal is meegenomen als bewijs, maar op de vloer liggen nog plastic zakjes met simkaarten, (valse) paspoorten en pillen – waarschijnlijk gebruikt om wakker te blijven.
Her en der liggen notitieblokjes met rijen telefoonnummers, namen en aantekeningen in het Chinees en Engels. Zoals hulpzinnetjes die de oplichter kan gebruiken om casual te klinken: ‘Hello dear, I’ll call you later.’ Of: ‘If you wanna learn about crypto, there’s a chance, we can gain a lot tonight.’ En ‘Sometimes I wander around Edinburgh when weather is nice.’
Aan de muur hangen waarschuwingen. Op het verlaten van de compound zonder toestemming stonden zware straffen. „Ook als de werkers hun oplichtingsquota niet haalden, kregen ze straf”, vertelt De la Paz. „Ze werden vastgeketend aan hun bed, met honkbalknuppels geslagen of kregen elektrische shocks.” Hij laat op zijn telefoon een martelvideo zien, een van de vele die de antimisdaad-eenheid heeft verzameld. Op andere verdiepingen zijn slaapruimtes: kleine kamers met stapelbedden, wasbak en toilet. Er liggen achtergelaten kleren en toiletartikelen.
Botbreuken
De Filippijnse Annelisa Villan (40) blijft liever buiten wachten. Hoewel ze er sterk uitziet – ze was ooit bodyguard – is de confrontatie met een plek waar oplichting plaatsvond haar te veel. Drie jaar geleden is ze bevrijd uit een compound in Myanmar, nu helpt ze als ervaringsdeskundige bij de opvang van cyberslaven.
„Op een dag belde mijn zus”, vertelt Villan. „Ze had een baan voor me in Thailand, computerwerk.” Na aankomst in Bangkok werd Villan naar Myanmar gereden. Eenmaal in de oplichtingscompound kon ze niet meer weg. „Ik was niet goed in het werk. Ik wilde al die mensen helemaal niet oplichten.” Ze haalde haar targets niet en werd gemarteld. „Ze hingen me op aan mijn armen en sloegen mijn botten stuk. Ik bad tot Jezus en zei: alstublieft Heer, red mij.” Negen maanden zat ze vast. Bij haar bevrijding had ze botbreuken en open hoofdwonden.
Op papieren staan hulpzinnetjes die de oplichter kan gebruiken om casual te klinken: ‘Sometimes I wander around Edinburgh when weather is nice’
Haar zus heeft ze nooit meer gezien, vermoedelijk had een Chinese bende ook haar in de tang. „Mijn collega’s zijn nu mijn familie. Ze zorgen voor me.” Twee agenten die zien dat ze het moeilijk heeft geven haar een knuffel.
Villan is met De la Paz meegekomen naar Bamban om uitleg te geven aan de gepensioneerde Amerikaanse officier van justitie Erin West. Met haar organisatie Operation Shamrock probeert zij vat te krijgen op grootschalige cyberoplichting. „Ik spreek elke dag slachtoffers”, vertelt West. „Ze vertrouwden hun online partner, werden verliefd, verkochten soms zelfs hun huis voor hen. Hun leven is ingestort. En dan doen ze melding bij de FBI en gebeurt er niks.” Ze is ervan overtuigd dat de Chinese overheid betrokken is bij deze criminele business. „Ik zou er veel voor geven als ik de ‘smoking gun’ vond die dat kan bewijzen.”
Oplichtingscentrum kort na een inval door de politie.
Foto Ezra Acayan/Getty Images
De la Paz opent de villa waar de Chinese bendeleider Zhiyang verbleef. Vanuit de luxe keuken, uitgerust met de nieuwste apparaten, wijst hij naar een bassin op de binnenplaats. „Daar werden de schildpadden gekweekt” – het lievelingsmaal van de bendeleider. „Chinezen eten graag schildpad, omdat die symbool staan voor een lang leven”, weet de Chinese tolk aan zijn zijde. Erin West trekt een lade open van een antiek Chinees kastje voor medicinale kruiden. In een kast staan gegraveerde glaasjes en een fles likeur.
Zhiyang is ontsnapt via de wijnkelder. De la Paz doet zijn zaklamp aan, wrikt een deur open en schijnt een betonnen gang in. „De tunnel leidt naar de andere villa. Zhiyang heeft daar zijn auto gepakt en is via een tweede uitgang het terrein afgereden.” De ontsnapping van Zhiyang had kunnen worden voorkomen, maar het arrestatieteam kreeg geen toestemming de villa’s te betreden. Ze mochten alleen de flats binnenvallen.
Vismarkt
Bamban is een slaperig stadje met tachtigduizend inwoners. De torenhoge blokkendozen van het oplichtingscomplex zijn vanaf de hoofdweg goed te zien. Hoe kan het dat niemand er vragen over stelde? „Ik dacht dat het een ziekenhuis was”, vertelt Clarissa Mendoza (48), inwoner van een nabijgelegen dorp, in een eettent niet ver van de compound. „In ieder geval een overheidsgebouw”, zegt haar echtgenoot Jonathan (51).
Dat is geen rare gedachte. Het stadhuis van Bamban, eveneens een blakend wit, modern gebouw, ligt zo dicht naast de compound dat het erbij lijkt te horen. Op de eerste verdieping hangt een zestal medewerkers rond bij het kantoor van de gearresteerde burgemeester Alice Guo. Ze willen niet met hun naam in NRC. Het is duidelijk dat ze Guo haar vermeende criminele activiteiten niet nadragen. „We missen haar!”, roept een van hen, net als Guo een vlotte dertiger. De vrouwen giebelen. Een naaste medewerker van Guo, Erdy Timbang, doet binnenkort mee aan de burgemeestersverkiezingen. Ze hopen dat hij wint.
Achter een deur in de wijnkelder leidt een betonnen gang naar een andere villa. Zo konden leidinggevenden ontsnappen toen de politie kwam
Ook op een vismarkt tien minuten verderop, waar in houten kramen vissen liggen te spartelen, blijkt Guo onverminderd populair. „Ze was zo’n goede burgemeester”, zeggen verkopers Mila Manalo (60) en haar zus Josephina (72). „ Ze ging bij scholen langs om te vragen wat ze nodig hadden. Ze hielp mensen financieel uit de brand. We zijn haar heel dankbaar. We houden van haar.” Hun collega’s Albin en Sherin Toleado, beiden dertig, vallen in: „We kennen haar persoonlijk, ze is de peettante van onze drie kinderen.” Sherin: „Ze is ongelofelijk aardig. Bij elk huis waar een kind werd geboren, ging ze langs en deed ze een donatie. We zijn erg verdrietig dat ze weg is.”
Hebben ze iets gemerkt van de cyberslavernij? De visverkopers halen hun schouders op. „Wel over gehoord. Maar het waren buitenlanders, hè? Er werkten geen Filippijnen”, verklaart Albin. „Het gebeurde buiten onze leefwereld.”
Infiltratie
Het is duidelijk dat de bende van Huang Zhiyang in Bamban niet zijn gang had kunnen gaan zonder medeweten van Filippijnse autoriteiten. Burgemeester Guo kwam regelmatig op de compound, maar er werden nooit controles uitgevoerd.
Maar mogelijk is er meer aan de hand dan verwevenheid tussen Chinese criminelen en lokale politiek. In een parlementair onderzoek heeft de Filippijnse senator Risa Hontiveros aangetoond dat burgemeester Alice Guo niet in de Filippijnen is geboren, zoals ze beweerde, maar in China. In 2024 verklaarde een gearresteerde goksyndicaatleider dat zij een Chinese spion was. Medewerkers van Hontiveros denken dat ze vanaf het begin in opdracht van China handelde, of in de loop van haar politieke carrière door China is gerekruteerd. De zaak tegen haar loopt nog.
De opgepakte oud-burgemeester Alice Guo bij een verhoor in de Senaat in Manila. Foto Jam Sta Rosa/AFP
In de Filippijnen is het aantal arrestaties voor spionage toegenomen (afluisteren nabij overheidsgebouwen, foto’s maken van militaire terreinen met drones). In enkele gevallen betrof dit mensen die ook worden verdacht van omkoping, onder wie Chinese bendeleden verbonden aan de oplichtingscompounds en Chinese zakenmensen die wel heel ruimhartig doneerden aan Filippijnse bestuurders. Al deze incidenten lijken te wijzen op actieve inmenging van de Chinese staat, die meer invloed wil op de regio en een deel van de internationale wateren bij de Filippijnen claimt.
De Bamban-compound ligt vlak naast enkele legerbases in het district Tarlac. Ook andere casino-ondernemingen zijn opvallend strategisch gesitueerd naast een haven, een vliegveld of dichtbij belangrijke overheidsinstellingen. PAOCC-chef Cruz zegt dat „de compounds vanwege hun locatie en digitale systemen heel geschikt kunnen zijn voor informatiegaring door buitenlandse mogendheden. We onderzoeken nog in hoeverre er vanuit de oplichtingscompounds werd gespioneerd”.
In het Filippijnse parlement zijn grote zorgen over de Chinese invloed op de politiek. Waar oud-president Duterte China zag als goede vriend en handelspartner, ziet president Marcos het land als een bedreiging. Hij wil graag laten zien dat hij daadkrachtig optreedt tegen Chinese inmenging. Sinds 2023 zijn in de Filippijnen ruim vierhonderd oplichtingscompounds opgerold. Tienduizenden cyberwerkers zijn bevrijd. Lokale bestuurders zijn aangeklaagd.
Maar de verstrengeling tussen de bendes en de Filippijnse politiek is een complicerende factor, zegt Cruz. „Het is niet gemakkelijk, zeker niet als de inmenging zich uitstrekt tot in het politieapparaat en aanverwante overheidsinstanties. Je krijgt daardoor niet altijd het mandaat of de uitkomst die je zou willen.”
Dader of slachtoffer
NRC spreekt Cruz in een voormalig cyberslavernijgebouw in het centrum van de Filippijnse hoofdstad Manila, dat in november 2023 werd ontmanteld. Het zes verdiepingen hoge gebouw staat pal naast het ministerie van Buitenlandse Zaken – opnieuw een opmerkelijke locatie. Het fungeert nu als hoofdkwartier voor de antimisdaad-eenheid PAOCC. Op de begane grond is een gaarkeuken ingericht, waar mensen elke middag terecht kunnen voor een warme maaltijd.
Op de bovenste verdiepingen worden, op het moment dat NRC er is, vierhonderd bevrijde cyberwerkers vastgehouden, waaronder Vietnamezen en Chinezen die in maart 2024 in Bamban zijn aangetroffen. Op het dakterras van de vijfde verdieping is een keuken geplaatst. Tientallen mannen en vrouwen van begin twintig, staan daar op slippers in de rij voor hun avondmaal. Marvin de la Paz, die NRC ook hier rondleidt, vertelt dat het soms lastig is om te bepalen wie slachtoffer is en wie dader. „Maar de meeste cyberwerkers zijn duidelijk slachtoffer. Zodra ze hun getuigenis hebben afgelegd en alle papieren rond zijn, worden ze teruggestuurd naar hun land.”
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Alle casinocompounds in de Filippijnen moeten dicht wegens illegale activiteiten. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Alle casinocompounds in de Filippijnen moeten dicht wegens illegale activiteiten. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120439/data132936595-6b675e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-28.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-26.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-27.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-28.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-29.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/54GTaGFWjuSbvPD-Yw2a9F3vgnA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120439/data132936595-6b675e.jpg 1920w”>
Alle casinocompounds in de Filippijnen moeten dicht wegens illegale activiteiten.
Foto’s Ted Aljibe/AFP
Niet iedereen werkt daaraan mee. Vooral Chinese en Vietnamese burgers zijn bang dat ze bij terugkeer alsnog worden gearresteerd. Vanwege hun precaire situatie kunnen ze niet vrijuit praten met NRC.
Op de zesde verdieping zijn achter een hoog traliehek enkele honderden gevangenen verdeeld over kleine keetjes op een plat dak. Deze groep wordt verdacht van medeplichtigheid aan de cyberslavernij. „Ze voerden bijvoorbeeld martelingen uit. Of waren manager. Maar we kunnen dat niet altijd bewijzen”, vertelt De la Paz. Sommigen verblijven hier al twee jaar. Een jong Chinees stel, de vrouw is zwanger, hangt lethargisch op bed. Wasgoed hangt over een stoel. Ook bij deze groep kan de grens tussen slachtoffer en dader onduidelijk zijn, zegt De la Paz. Het is de bedoeling dat alle cyberwerkers uiteindelijk naar het land van herkomst gaan, „via deportatie of repatriëring”.
Interpol
Dan lopen veertien Indonesische jongeren het gebouw binnen. Ze vertellen dat ze door een casino-onderneming aan de rand van Manila op straat zijn gezet en vragen om hulp. Een van hen, een jonge vrouw, benadrukt dat ze geen oplichter was, maar wel een tijdje in een oplichtingsgebouw werkte. „Ik deed alleen administratie.” De jonge vrouw, die niet met haar naam in NRC wil, vertelt dat ze haar paspoort moest inleveren en schulden heeft. Ze weet zich geen raad meer, zegt ze en hoopt dat ze wordt teruggestuurd naar Indonesië.
De anti-misdaadeenheid heeft een Indonesische Interpol-agent opgeroepen, de vaste liaison. Ook deze vrouw wil niet dat haar naam in het artikel wordt vermeld. Ze heeft in een jaar tijd honderden Indonesische cyberslaven gerepatrieerd, vertelt ze. „Ze bellen ons en smeken om een bevrijdingsactie. We controleren hun verhaal, stellen hun identiteit vast en vliegen ze terug naar Indonesië. Sommigen worden berecht.” Ook het verhaal van de veertien jongeren wordt onderzocht.
De strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit is taai, zegt de Interpol-agent. De Filippijnen werken in ieder geval mee, samenwerking met landen als Cambodja, Myanmar en Laos is „complex”. Bendeleiders worden zelden gepakt. De VN-organisatie tegen Drugs en Criminaliteit meldt in zijn laatste rapport dat de digitale oplichtingssector bezig is zich uit te breiden naar Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen, zoals Nigeria en Peru.
In Bagac, Bataan, houden autoriteiten eind oktober een inval bij Central One, een vermoedelijk oplichtingsnetwerk vermomd als callcenter. Een soldaat kijkt toe terwijl medewerkers hun gezicht bedekken.Foto Ezra Acayan / Getty Images