N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oorlog in Oekraïne Wek geen valse hoop en wees eerlijk over de grenzen van de Europese steun aan Oekraïne, stelt Alfred Pijpers.
Ogenschijnlijk halen de NAVO en de Europese Unie alles uit de kast om de Russische agressie te keren, en Oekraïne van de ondergang te redden. Het Atlantisch bondgenootschap heeft in een mum van tijd zijn paraatheid sterk opgevoerd, en is in jaren niet zo eensgezind geweest. Tegelijkertijd heeft de EU, naast een tiental anti-Russische sanctiepaketten, met succes een financiële ‘vredesfaciliteit’ ingezet, en een ongekende spoedprocedure in werking gesteld om Oekraïne als nieuw lid in de armen te sluiten. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen vloog op Europadag (9 mei) apart naar Kyiv om dat nog eens te bekrachtigen. In Oekraïne wordt deze feestdag van de EU voortaan ook gevierd, alsof het al volwaardig lid is.
Van alle kanten stromen wapens, munitie en geld naar het geteisterde land, en het regent steunbetuigingen. We helpen „as long as it takes”, is het devies van de Amerikaanse president Biden, de Duitse bondskanselier Scholz, en andere regeringsleiders. Woorden die minister Kajsa Ollongren (Defensie, D66) ook ter harte heeft genomen, getuige een recente brief aan de Tweede Kamer: „De Oekraïense en Europese veiligheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; het kabinet blijft Oekraïne daarom steunen zo lang als dat nodig is.”
Overvloedig solidariteitsvertoon dus, maar wel met een dubbele bodem. Want we zijn helemaal niet van plan om Oekraïne te steunen „zo lang als dat nodig is”. In ieder geval strekt die steun zich niet uit tot een rechtstreekse militaire confrontatie met Rusland als die noodzakelijk mocht zijn om Oekraïne op de been te houden. De indrukwekkende herbewapening van de NAVO in het afgelopen jaar is bovenal gericht op afschrikking, en op de collectieve verdediging van het eigen NAVO-territorium (Finland en mogelijk ook Zweden incluis) – niet op de bevrijding van Oekraïne, laat staan op een invasie van Russisch grondgebied.
De goedbedoelde vergelijking die Rutte maakte tussen Poetin en Hitler slaat hier de plank mis. Want de geallieerde strijd tegen Hitler richtte zich op de volledige uitschakeling van nazi-Duitsland, terwijl Rusland nu zorgvuldig – en letterlijk – door het Westen buiten schot wordt gehouden.
Slecht getrainde reservisten
Deze elementaire terughoudendheid is vanaf dag één van de oorlog leidend geweest voor de westerse inspanningen. Op dit punt hebben NAVO en Oekraïne duidelijk aan elkaar tegengestelde belangen. Zo gaapt er een aanzienlijke kloof tussen onze uitbundige steunverklaringen enerzijds, en anderzijds de bittere realiteit dat we een land dat nadrukkelijk door Brussel tot ‘onze Europese familie’ gerekend wordt, niet uit de brand zullen helpen als dat het onderspit mocht delven tegen Russische overmacht.
Er heerst veel optimisme over het lente-offensief van Oekraïne. Politieke en militaire leiders in het land twijfelen niet aan de overwinning, en die opvatting wordt ook in Europa gedeeld. Volgens het Britse ministerie van Defensie bestaat de Russische legermacht nu grotendeels uit „slecht getrainde reservisten” die „veelal beschikken over verouderd materieel”. Ongetwijfeld waar. Maar het is ook waar dat ditzelfde krakkemikkige Russische leger inmiddels vele tienduizenden slachtoffers heeft gemaakt, talloze stadswijken en dorpen in de as heeft gelegd, en nog steeds het overgrote deel van de veroverde gebiedsdelen bezet houdt.
Lees ook: Oekraïne leeft op zijn tandvlees. Geef ze zo snel mogelijk die F-16’s
En het is al eveneens waar dat de Russische luchtmacht nog behoorlijk intact is, dat de Russische reserves om de strijd voort te zetten legendarisch zijn, en dat humanitaire afwegingen in Moskou praktisch niet bestaan. Gevreesd moet worden dat de tot nu toe selectieve raketaanvallen op Oekraïense steden een massaler karakter krijgen. De Oekraïense president Zelensky heeft ondanks zijn optimisme al gerept van ‘Rotterdam’ en ‘Coventry’. Anderen noemen ‘Grozny’ en ‘Aleppo’ als metaforen van de verwoestingen die de oorlog nog brengen kan.
Valse hoop
Aan dit lijstje zouden we Srebrenica kunnen toevoegen. Ook tijdens de oorlog in de Balkan in de jaren negentig bestond er volop solidariteit in Europa met de belaagde Bosnische bevolking, en brede steun in de media en Tweede Kamer voor een Nederlandse bijdrage aan de VN-vredesmacht. Maar die bleek volledig machteloos toen in juli 1995 meer dan 8.300 moslimmannen werden weggevoerd en vermoord. Vertegenwoordigers van dezelfde westerse landen die het toen lieten afweten, staan nu in de rij om Zelensky te omhelzen. Haagse politici incluis.
Aan de behoedzaamheid van de NAVO kun je niks veranderen. Niemand zit immers te wachten op een nieuwe wereldoorlog. Maar om geen valse hoop te wekken bij de Oekraïense bevolking moeten de grenzen van de Europese solidariteit veel scherper worden afgebakend. En moet duidelijker worden gemaakt dat, anders dan Ollongren stelt, de Oekraïense en Europese veiligheid helemaal niet „onlosmakelijk” met elkaar verbonden zijn. Want ook als Kyiv wordt platgebombardeerd zitten we in Nederland nog steeds vredig op het terras. Net zoals in de zomer van 1995.