De verzamelde menigte op 6 januari 2021, bekeken door president Donald Trump en twee van zijn kinderen, Eric en Ivanka.
Foto House Select Committee via AP
Eén man. Welbewust. De parlementaire commissie die de gebeurtenissen rond de bestorming van het Capitool onderzocht, vat het zo samen in haar eindrapport: „De drijvende kracht was op 6 januari 2021 één man: oud-president Donald Trump, die door velen werd gevolgd. Geen van de gebeurtenissen van 6 januari had zich zonder hem voltrokken.” Het hele rapport, 814 genummerde pagina’s die donderdagavond laat werden gepubliceerd, lijkt één lang wapen, gesmeed voor dat ene doel: voorkomen dat Trump ooit nog aan de macht komt. Deze in wezen politieke doelstelling, krijgt van de 6 januari commissie (zeven Democraten, twee Republikeinen) een voornamelijk juridische onderbouwing.
Eerder deze week maakte de commissie bekend dat ze haar bevindingen voorlegt aan het ministerie van Justitie, met de suggestie om Trump te vervolgen op vier gronden. In de aanbevelingen stelt de commissie dat ook de grondwet kan worden ingeroepen om iemand die dat doet, te verbieden ooit nog een bestuursfunctie te vervullen.
De bewijzen die de commissie uit meer dan duizend getuigenissen en een veelvoud daarvan aan schriftelijk en audiovisueel materiaal haalde, zijn overtuigend. Bij elke stap die Trump zette om te verhinderen dat verkiezingswinnaar Joe Biden president zou worden, plaatst de commissie onderbouwde kanttekeningen over zijn intenties. Ze laten zien dat hij met voorbedachten rade handelde en dat hij wist, of kon weten, dat wat hij zei gelogen was en wat hij deed in strijd was met de wet.
Zijn medewerkers vertelden hem dat zijn verdachtmaking van stemmen-per-post („gigantische gelegenheid voor fraude”, twitterde Trump ver voor de verkiezingen) geen grond hadden. Zij vertelden hem dat zijn beweringen over verkiezingsfraude niet waar waren. Dat zijn plan om ‘alternatieve kiesmannen’ naar het Congres te sturen en de vicepresident ertoe te brengen de bekrachtiging van Joe Bidens overwinning te blokkeren, onwettig was. Het hielp niet. „De president maakte een andere keuze”, schrijft de commissie.
Chaotische strategie
Het was geen verblinding. Hij was niet in zijn eigen leugens gaan geloven. Het was strategie – chaotische strategie misschien, zoals Trump ook op veel andere terreinen chaos veroorzaakte, maar niettemin welbewust. De commissie vond uitspraken van adviseurs als Steve Bannon, die al meer dan een maand voor de verkiezingen in een privébijeenkomst zei dat de vele poststemmen op verkiezingsavond zouden zorgen voor de illusie dat de president voorlag. „Trump gaat daar z’n voordeel mee doen. Dat is onze strategie. Hij gaat zichzelf tot winnaar uitroepen.”
De commissie heeft aanwijzingen dat Trump zelf niet eens in zijn leugens geloofde. Nadat het hooggerechtshof een zoveelste juridisch bezwaar had afgeschoten, ontplofte Trump volgens de rechterhand van zijn stafchef Mark Meadows. Hij zou volgens deze getuige iets gezegd hebben als: „Ik wil niet dat mensen weten dat we hebben verloren, Mark. Dat is gênant. Vind er iets op.”
Wat Trump er uiteindelijk op vond, was een volksopstand op 6 januari, de dag dat het Congres de zege van Biden zou bekrachtigen. Ook dit was een welbewust plan. Het kwam tot stand in overleg met de extreme rechterflank van zijn partij en Trumps tweets brachten paramilitaire organisaties in stelling. Zodoende stond op 6 januari „een grote, boze menigte, klaar voor instructies”, schrijft de commissie. Na Trumps aansporing „Vecht als de hel”, trokken ze naar het Capitool.
Justitie, Congres en kiezers
Het vervolg moet nu van het openbaar ministerie komen. Er loopt al een strafrechtelijk onderzoek in de staat Georgia naar de wijze waarop Trump druk zette op lokale bestuurders om stemmen voor hem te „vinden”. Minister van Justitie Garland benoemde een speciaal aanklager die onder meer onderzoek doet naar Trumps rol bij de bestorming van het Capitool.
Ook het Congres is aan zet. Veel aanbevelingen van de commissie vragen om actie van de volksvertegenwoordiging, onder meer nader onderzoek naar de ophitsende rol van (sociale) media. Het is de vraag of het Huis van Afgevaardigden, met zijn nieuwe Republikeinse meerderheid en sterke invloed van de luidruchtige rechterflank van die fractie, daar de komende jaren werk van zal maken.
Ik wil niet dat men weet dat we hebben verloren
Het rapport is nadrukkelijk ‘spannend’ geschreven, met hoofdstuktitels als ‘Noem het gewoon fraude en laat de rest aan mij over’. Alle verwijzingen naar de wet zijn weggestopt in voetnoten. Alles lijkt erop gericht niet alleen juristen en politici te overtuigen maar juist ook de doorsnee-Amerikaan – 74 miljoen stemden bij de laatste verkiezingen op Trump.
Zij moeten de belangrijkste stap zetten: het idee loslaten dat de verkiezingen zijn gestolen door een perfide complot van de Democraten. Twee jaar na dato zijn er aanwijzingen dat er beweging in zit. Bij de verkiezingen van november is goeddeels afgerekend met Republikeinse politici die Trumps leugens over fraude als belangrijkste programmapunt hadden. En in peilingen lijkt Trumps populariteit onder Republikeinse kiezers af te kalven. Alles relatief: een peiling liet deze maand zien dat nog altijd 64 procent van de Republikeinen „gunstig” denkt over Trump.
„De telefoon staat roodgloeiend”, zei Karoline Leavitt, de woordvoerder van het Witte Huis. Wereldleiders „struikelen over hun eigen benen” in hun haast contact te leggen over de invoerheffingen. „Amerika”, zei ze, „heeft andere landen veel minder hard nodig dan andere landen ons nodig hebben, en president Trump weet dat.”
Een grootmacht kan zich heel wat hoogmoed veroorloven, maar ook een grootmacht, leerde de wereld deze week weer, kan zijn hand overspelen. Een dag na Leavitts uitspraken, toen de vlucht uit Amerikaanse staatsobligaties pijn begon te doen en mensen een beetje „misselijk” en een beetje „yippy” werden, moest hij wel gas terugnemen, aldus de president. Ook voor Donald Trump zijn er grenzen aan de macht.
Eén man geselt de wereld met een zenuwslopende chaos. De heffingenoorlog is weliswaar enigszins gekalmeerd, maar geenszins voorbij. De confrontatie met China loopt met de dag verder uit de hand, vrijwel elk land zit nog vast aan een basisheffing van 10 procent én er gelden nog heffingen op onder meer staal, aluminium en auto’s. Over de torenhoge zogenaamde wederkerige heffingen die Trump op ‘Bevrijdingsdag’ bekendmaakte, kan nu negentig dagen onderhandeld worden. De Amerikaanse consument kijkt tegen de hoogste effectieve heffingen aan sinds 1903, aldus onderzoekers van Yale.
Trump is een politieke projectontwikkelaar met wel héél veel bouwputten. In de schaduw van de heffingenchaos lijken de vredesbesprekingen met Rusland en Oekraïne op een dood spoor te zijn geraakt. Het is inmiddels vier weken geleden dat Oekraïne akkoord ging met een staakt-het-vuren, maar de oorlog gaat door. Trumps onderhandelaar Steve Witkoff zou vrijdag een derde ontmoeting hebben met de Russische president Vladimir Poetin.
En alsof China en Rusland nog niet genoeg diplomatieke energie vreten, openen de VS deze zaterdag in Oman ook nog besprekingen met Teheran over het beëindigen van Irans nucleaire programma. Om zijn argumenten kracht bij te zetten heeft Washington alvast opzichtig bommenwerpers en een vliegdekschip verplaatst.
Landen met veel macht kunnen die macht op verschillende manieren inzetten. Ze kunnen hun macht subtiel aanwenden, door andere landen met een mix van dreiging en beloning aan zich te binden. Op die manier kunnen ze op termijn hun invloed vergroten. De Verenigde Staten bonden na de Tweede Wereldoorlog West-Europa en een aantal landen in Azië – Japan, Zuid-Korea, Filippijnen – aan zich en konden zo decennia invloed uitoefenen in regio’s ver van huis.
Drieste manoeuvre
Grootmachten kunnen hun macht ook gebruiken om anderen op rauwe wijze hun wil op te leggen om een voordeel op korte termijn te incasseren. Met die kleine overwinningen kan een grootmacht dan even goede sier maken, maar die aanpak zet wel kwaad bloed en kan landen op den duur zomaar op het idee brengen om te zien naar andere vrienden.
Donald Trump doet nooit iets sotto voce. Hij ziet niets in kalm overleg en een gezamenlijke aanpak. De heffingenstorm was een ondoordachte actie van een leider die nauwelijks onderscheid maakte tussen vriend en vijand. Het was, ook voor Trump, nogal een drieste manoeuvre om in één beweging de hele wereld aan te vallen.
En het was ook nog eens onlogisch. Want, waarom traditionele bondgenoten in Azië belagen met heffingen als ze tegelijkertijd medestanders zouden kunnen zijn in de krachtmeting met China? Terwijl Trump Japan raakte met een invoerheffing, haalde secretaris-generaal Mark Rutte in Tokio de banden tussen Japan en de NAVO aan met het oog op de gezamenlijke uitdaging China. Japan, bleek tijdens dat bezoek, wil zelfs toetreden tot het nieuwe NAVO-hoofdkwartier NSATU in Wiesbaden waar de westerse militaire steun voor Oekraïne wordt geregeld. Het ene doel van Trump – China aanpakken – stond haaks op het andere: het repatriëren van de maakindustrie.
De wereld antwoordde op de Amerikaanse aanval met drie strategieën. Verreweg de meeste landen buigen voor de macht en zijn bereid tot concessies of cadeautjes om de heffingen omlaag te praten. Politici uit Zuidoost-Azië stonden de afgelopen week meteen op de stoep in Washington.
Twee grote handelspartners van de VS, Canada en de EU, zochten niet alleen het gesprek, maar waren ook bereid om terug te slaan. Brussel reageerde op de invoerheffing van 20 procent op alle producten, die op ‘Bevrijdingsdag’ werden aangekondigd, door heffingen voor te bereiden die een antwoord waren op heffingen die Trump al veel eerder had gelanceerd. Nadat Trump aan de noodrem trok, ging ook de EU voorlopig op de rem. De zwaarste wapens in een handelsconflict bleven veilig in het arsenaal, al beloofde Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen dat de EU niet zal aarzelen Amerikaanse techbedrijven aan te pakken als de onderhandelingen met Washington falen.
De EU maakte ook duidelijk heel goed in staat te zijn om handel te drijven met de wereld-minus-de-VS. De EU overlegt met landen „die goed zijn voor 87 procent van de wereldhandel en die met ons het geloof in een vrije en open uitwisseling van goederen, diensten en ideeën delen”, aldus een persbericht. De VS zijn goed voor 13 procent van de wereldhandel. Brussel legde deze week contact met Maleisië, Thailand, de Filippijnen, Indonesië en de Emiraten. Europa presenteert zich nu graag als redelijk alternatief voor de VS.
Lees ook
Europa probeert hoofd koel te houden tegen Trump: ‘We moeten als boeddha zijn’
‘Eenzijdige pesterijen’
In deze woelige periode is de EU in elk geval een aantrekkelijke partner voor Europese landen die eerder graag half op afstand bleven. In Noorwegen wordt weer nagedacht over toetreding tot de Unie en Zwitserland schuift dit weekend aan bij een vergadering van Europese ministers van financiën.
China koos een andere aanpak. Beijing ging voluit, oog om oog. Het antwoordde eerst met 34 procent heffingen op de 34 procent van Trump, die daar op zijn beurt met 50 procent overheen ging, waarop ook China weer verhoogde, hetgeen Trump natuurlijk niet op zich kon laten zitten. Donderdag stond de teller voor Chinese producten die de VS binnenkomen op 125 procent, China hief 84 procent op Amerikaanse goederen. Vrijdag ging ook China naar 125 procent.
„Als je wil praten, is de deur open”, verklaarde het Chinese ministerie van Handel, „maar de dialoog moet plaatsvinden op basis van gelijkwaardige uitgangspunten en wederzijds respect. Als je wilt vechten, zal China vechten tot het einde. Druk, dreigementen en chantage zijn niet de manier om met China om te gaan.”
Ook China zocht contact met anderen. China belde met Maleisië, tijdelijk voorzitter van het Aziatisch handelsblok ASEAN, en er waren twee gesprekken op hoog niveau met de Europese Commissie. Een paar telefoontjes tellen niet meteen op tot een nieuwe alliantie tussen Brussel en Beijing. Wel was het een opmerkelijke dooi tussen de twee grote handelsblokken die al jaren met elkaar overhoop liggen. Het was ironisch genoeg mede aan Trump te danken dat Europa vanaf 2016 steeds kritischer is geworden over de Chinese expansie in Europa.
President Xi Jinping kreeg vrijdag bezoek van de Spaanse premier Pedro Sanchez. Een heffingenoorlog kent geen winnaars, zei Xi bij die gelegenheid. Ingaan tegen de wereld, zei hij volgens staatspersbureau Xinhua, leidt alleen maar tot isolement. Hij riep China en de EU op de globalisering en internationale handel te verdedigen en zich gezamenlijk te verzetten tegen „eenzijdige pesterijen”.
Lees ook
Voor China ‘zullen de Amerikaanse heffingen een shock veroorzaken, maar de hemel zal niet naar beneden vallen’
Trumps grilligheid van de afgelopen dagen riep weer de vraag op: valt met deze man nog wel te werken? Op zoek naar houvast is er door analisten, ondernemers, politici en diplomaten veel gespeculeerd over wat Trump bezielt. Is hij dronken van de macht? Heeft hij zich omgeven door de verkeerde adviseurs? Zit zijn blinde vertrouwen in eigen kunnen als dealmaker hem in de weg? Of wordt hij uiteindelijk gedreven door rancune, door de heilige overtuiging dat anderen de VS op grote schaal bedrogen hebben en dat hij is uitverkoren om dat onrecht te corrigeren – desnoods met harde hand?
Einde van de status quo
Het analyseren van Trumps diepere drijfveren is een glibberig pad, al zegt hij wel héél vaak dat China, Oekraïne, de EU, alle landen eigenlijk, de VS een poot uitgedraaid hebben. Alleen Rusland noemt hij dan niet.
Trump is in elk geval met bijna beangstigende voortvarendheid bezig de rol van de VS in de wereld te wijzigen en hij is bereid daarin vér te gaan.
Eerst zocht hij over de hoofden van Europese leiders contact met de Russische leider Vladimir Poetin over de oorlog tegen het door Europa gesteunde Oekraïne. Hij liet aankondigen dat Europa in de toekomst voor zijn eigen conventionele verdediging moet opdraaien omdat de VS de handen vrij willen hebben voor de Indo-Pacific, zonder erbij te vertellen hoe snel die omschakeling moet plaatsvinden. Sindsdien is er grote onzekerheid over de Amerikaanse rol in de NAVO. Team Trump beweert weliswaar keer op keer dat de VS in het bondgenootschap actief blijven, maar veel Europese leiders geloven Trump en de zijnen niet meer op hun woord.
De afgelopen tien dagen was het dus de beurt aan de wereldeconomie en vrijwel al haar deelnemers. „Het is een keerpunt met de Verenigde Staten, geen twijfel mogelijk”, zei Commissievoorzitter Von der Leyen in een vraaggesprek met de Financial Times. „We zullen nooit meer teruggaan naar de status quo.”
‘Duce! Duce! Duce!”, galmt het op een rockconcert in Rome, waar jongeren elkaars onderarm vastgrijpen – een fascistische begroeting zoals ten tijde van dictator Benito Mussolini. Alleen is het niet 1924 maar 2024 wanneer een undercoverjournaliste van de Italiaanse onlinekrant Fanpage de beelden maakt. En de aanwezige jeugd behoort niet tot een obscuur neofascistisch clubje, maar tot Gioventù Nazionale, de jeugdafdeling van Fratelli d’Italia, de regeringspartij van premier Giorgia Meloni, met zo’n 30 procent de grootste van het land.
Op bijeenkomsten van de jeugdafdeling klinkt het trots dat zij „fascisten zijn”, afgewisseld met racistische en antisemitische beledigingen en een sporadische Hitlergroet, Sieg Heil. Gioventù Nazionale wordt gul gefinancierd door de partij, die uit deze kweekvijver de volgende generatie politici vist. Namens de regering zal enkel minister Luca Ciriani, verantwoordelijk voor de relaties met het parlement, achteraf reageren: „De undercoverreportage toont gefragmenteerde beelden, in de privésfeer gemaakt en uit hun context gerukt.” Meloni houdt de lippen op elkaar.
„Het was geen momentopname, onze reporter is maandenlang undercover geweest”, zegt Francesco Cancellato, hoofdredacteur van Fanpage, dat dagelijks meer dan twee miljoen bezoekers trekt. Plaats van afspraak is Palazzo Grazioli, het zestiende-eeuwse statige gebouw in hartje Rome met zijn vele plafondfresco’s dat jarenlang het hoofdkwartier was van wijlen premier Silvio Berlusconi – bunga-bunga-feestjes incluis. Nu houdt de buitenlandse pers er kantoor. „Wij wilden onderzoeken hoe poreus een zelfverklaarde ‘conservatieve’ partij is voor extreemrechtse invloeden. En we hoefden het niet ver te zoeken.”
Boegbeeld
Meloni is veel meer dan het boegbeeld van haar partij. Ze bestuurt Fratelli d’Italia als een monarchie en bepaalt wie welke functie bekleedt in de regering en in overheidsinstellingen. Haar positie is uniek: ze staat met één been in Europa en met het andere in de VS. Ze volgt een ‘MIGA’-agenda – Make Italy Great Again – en dat maakt de Amerikaanse president Trump „de eerste bondgenoot van Italië” – haar eigen woorden, in een recent interview met de Financial Times. Tegelijk is zij de leider van de op twee na grootste economie in de EU. Een duidelijke keuze schuift Meloni voor zich uit.
Italië is sterk gepolariseerd. Links tilde zwaar aan de undercoverreportage over de jonge partijmilitanten van Fratelli d’Italia. Maar rechtse, en ook centrumrechtse politici en kiezers zeiden geërgerd dat progressieve media als Fanpage én de buitenlandse media Meloni en haar partij tot in de eeuwigheid ‘fascistisch’ zullen noemen. Dat de premier als tiener toetrad tot de jongerenafdeling van de neofascistische partij MSI, is in Italië bekend. De opvolger van die partij, de rechts-conservatieve Alleanza Nazionale, nam afstand van nostalgie naar het fascisme. Fratelli d’Italia kan worden gezien als de erfgenaam van die laatste partij, niet van de neofascistische MSI.
Volgens Francesco Cancellato, de hoofdredacteur van Fanpage, heeft Fratelli d’Italia een keurig imago – „zolang de camera loopt”. Ook Meloni heeft volgens hem twee gezichten: „Haar waardenpatroon blijft extreemrechts. Maar ze weet donders goed wanneer ze dat het beste kan verbergen, of juist moet uitspelen.” Als premier schreeuwt Meloni niet, zoals vroeger, maar ze laat wel codewoorden vallen die de achterban herkent, zegt Cancellato: „Zoals ‘vaderland’, ‘natie’ en ‘de traditionele familie’. Of ze gaat tekeer tegen illegale migranten. Zo past ze prima tussen leiders als [de Argentijnse president, red.] Javier Milei en Donald Trump.”
In gesprek met premier Schoof op de Europese top in maart. Foto Jonas Roosens / ANP
Meloni zegt de ‘conservatieve’ waarden van Trumps Republikeinse Partij te delen, maar noem die rustig ‘oerconservatief’. Fratelli d’Italia is tegen euthanasie en vindt dat niet-hetero’s geen gezin mogen stichten. De regeringspartij handelt hier ook naar. Het ouderschap van niet-biologische ouders in lesbische gezinnen werd al betwist, en het bestaande verbod op draagmoederschap werd verruimd. Italiaanse wensouders die zich wenden tot een draagmoeder in het buitenland zijn voortaan ook strafbaar.
Electoraal wordt de partij daar niet op afgerekend, stelt politicoloog Lorenzo Castellani vast, tijdens een lunch in Rome, waar hij aan de LUISS-universiteit geschiedenis van de politieke instellingen doceert. „Biologisch-ethische thema’s en lhbti-rechten hebben geen grote impact op de publieke opinie, ook niet op jongeren.” Op die thema’s is Italië, een natie met bovendien het Vaticaan in de hoofdstad, al jaren de conservatieve uitzondering in West-Europa. Onder Meloni zal Italië niet zo reactionair worden als Hongarije, maar zeker ook geen progressieve inhaalbeweging maken.
Pragmatisme
Buiten Italië is Meloni’s grote ambiguïteit moeilijk te begrijpen. Tijdens de verkiezingscampagne in 2022 werd de kandidaat-premier in veel internationale artikelen onomwonden neergezet als een ‘anti-Europese fasciste’. Volgens Castellani waren de Italianen zelf minder beducht. Wie Italië bestuurt, moet zich pragmatisch opstellen, en dan zijn de extreemste kantjes er snel af. „Dat politici van mening veranderen, nemen Italianen voor lief. In elk van ons schuilt een stukje Machiavelli”, zegt hij met een knipoog.
Toen Meloni in oktober 2022 premier werd, bracht ze dat pragmatisme meteen in de praktijk. Ze reisde prompt naar Brussel voor een onderhoud met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. In de EU zou het centrum naar rechts verschuiven, een meevaller waarvan de Italiaanse profiteerde. Ze speelde een hoofdrol bij Europese migratiedeals met Tunesië en Egypte, en liet Italiaanse opvangcentra voor migranten openen in Albanië, buiten de EU. „Out of the box denken moet kunnen”, zei Von der Leyen complimenteus. „In geen enkele Europese hoofdstad wordt Meloni als een extremiste gezien”, concludeert Castellani.
In elke Italiaan schuilt een stukje Machiavelli
Maar hard, identitair rechts is niet verdwenen uit de rangen van Fratelli d’Italia. Neem Fabio Rampelli, een architect uit Rome en oud-leider van de neofascistische jongerenafdeling, die Meloni’s politieke denken heeft gevormd. Tijdens een ontmoeting in Rome houdt hij zijn radicale standpunten allerminst verborgen. „Niet-hetero’s die kinderen willen krijgen, vertonen grillig gedrag.” Rampelli gelooft in het bestaan van een lhbti-lobby en heeft harde standpunten inzake migratie.
„Meloni dankt een groot deel van haar carrière aan hem”, zegt analist Castellani, die niettemin het belang van die oude, rechtse garde relativeert. „Rampelli had nu makkelijk minister kunnen zijn. Maar de écht belangrijke regeringsfuncties geeft ze aan ervaren politici die bij ándere partijen zijn opgegroeid.” Wetend dat haar partij geen bestuurlijke klasse heeft, weert ze de hardliners uit de regering, uit vrees voor al te rechtse uitschuivers. Het illustreert haar politieke behendigheid.
Op ramkoers
Rampelli ontvangt ons in Palazzo Montecitorio, een barok paleis dat dienst doet als de Italiaanse Tweede Kamer – hij werd dan geen minister, maar wel ondervoorzitter van het parlement. Op zijn schrijftafel staat een Romeins soldaatje in Asterix-en-Obelix-stijl, tegen de muur hangt een bijzondere Europese vlag, met in elke ster de vlag van een EU-land. „Zelf bedacht”, zegt hij glunderend. „Zo zien wij Europa: als een unie van aparte natiestaten, elk met hun eigenheid en tradities. Italië is ons huis en Europa is onze wijk.”
Die wijk ligt op ramkoers met Donald Trump, de ‘eerste bondgenoot’ van Meloni’s Italië. Vragen over Trumps afbraak van de Amerikaanse democratie en zijn confrontatie met Europa gaat Rampelli uit de weg. „Over Trumps beleid in eigen land moeten de Amerikanen oordelen. En in Europa waren wij te afhankelijk geworden van de VS. Een technologische en militaire inhaalbeweging dringt zich op.” De vraag of Meloni Europa dan wel Trumps Amerika verkiest, noemt hij „te kwader trouw”. „Ze had ook al een goede verstandhouding met Trumps voorganger Joe Biden. Onze premier ijvert ervoor dat het westerse blok verenigd blijft.”
Premier Meloni in de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden. Foto Roberto Monaldo/ LaPresse / AP
In een eerder deze week gepubliceerd interview met NRC stelt politiek strateeg Nathalie Tocci echter dat de breuk in dat blok al een feit is. Volgens Tocci zocht Meloni als oppositieleider al toenadering tot Biden vanuit het besef dat zij de steun van de VS hard nodig had, als post-fasciste die in Italië aan het roer zou komen. Haar vroege solidariteit met Oekraïne moet volgens Tocci vooral worden gezien als een manier om Biden voor zich te winnen.
Wat Meloni’s houding ten aanzien van Kyiv dan ook motiveert, oppositiesenator en oud-minister Carlo Calenda (van de centrumpartij ‘Actie’) kan deze waarderen. Calenda, een uitgesproken medestander van Oekraïne, vindt dat de premier consequent achter Oekraïne is blijven staan, in weerwil van een deel van de Italiaanse publieke opinie, de oppositie en haar eigen vicepremier Matteo Salvini, een vroegere Poetin-adept. Maar nu moet ze wel een heldere keuze maken, zegt hij: „Ze kan niet achter Kyiv én achter Trump blijven staan. In het beste geval voelt Trump affiniteit met Poetin, in het slechtste laat hij zich door hem dicteren.”
In het interview met de Financial Times eind maart doet Meloni de keuze tussen Europa en Kyiv enerzijds, of Trumps Amerika anderzijds nog af als „kinderachtig” en „oppervlakkig”. Midden april werkt Europa niet alleen in allerijl aan een eigen defensie, maar staat de wereld bovendien aan het begin van een door Trump ontketende handelsoorlog. De VS zijn de belangrijkste handelspartner van Italië buiten de EU. In een week gedomineerd door Trumps inmiddels weer gepauzeerde heffingen en de Europese tegenreactie, herinnerden de Italiaanse voeding- en wijnproducenten en de modesector de regering in Rome aan het enorme belang van de Amerikaanse markt. Voor Meloni’s ‘Make Italy Great Again’-agenda zijn de VS van belang, niet de belaagde Oekraïners.
Tegenmaatregelen
Het dwong haar, voor het eerst, tot publieke kritiek op Trump: „De importheffingen zijn een foute maatregel.” Italië spoorde de EU-partners wel meteen aan tot een gematigde reactie, en stelde voor de eerste tegenmaatregelen, voor 15 april gepland, pas twee weken later te laten ingaan, ná Meloni’s bezoek aan Trump in het Witte Huis. Italië kreeg het gevraagde uitstel niet, maar slaagde er samen met Frankrijk en Ierland wel in om Amerikaanse wijn en whiskey te schrappen van de Europese lijst. De pauze van drie maanden die Trump afkondigde, een periode waarin ook de EU voorlopig geen tegenmaatregelen instelt, verandert niets aan Meloni’s agenda. Donderdag brengt zij zoals gepland een bezoek aan Washington, waar ze met Trump verder over de heffingen onderhandelt.
Voor de Italiaanse premier is de voorbije maanden veel veranderd. Eind januari mocht ze als enige Europese leider aanwezig zijn bij Trumps inauguratie. Door haar toegang tot Trump en diens adviseur Elon Musk leek zij uiterst geschikt als bruggenbouwer tussen Amerika en de EU. Inmiddels is het zeer de vraag of Trump überhaupt een bemiddelaar wil én of hij die ziet in Meloni. Italië is de derde grootste economie in de eurozone en lid van de G7, maar anders dan Frankrijk en het VK geen kernmacht met een zetel in de VN-Veiligheidsraad.
Zo is Meloni’s stoere spreidstand op korte tijd in een delicate balanceeract veranderd. Haar ‘MIGA’-hart maakt haar een natuurlijke partner van Trump. Maar haar verstand houdt haar bij de Italiaanse economie, de EU-instellingen, en de positie van Italië in Europa. Het economische, politieke en militaire lot van Rome is nauw verbonden met de rest van de EU. Houdt Meloni dat voor ogen, dan wint het verstand.
In de dagen voorafgaand aan de onderhandelingen die zaterdag in Oman zullen plaatsvinden tussen de Verenigde Staten en Iran over het Iraanse atoomprogramma, voeren beide landen de spanning verder op. Mochten de gesprekken op niets uitlopen, dan is militair ingrijpen „absoluut” mogelijk, herhaalde de Amerikaanse president Donald Trump woensdag nog maar eens. Waarop Iran de dag erna dreigde met het uitzetten van de inspecteurs van de atoomwaakhond van de Verenigde Naties.
Trump zette de afgelopen weken bovendien zijn oorlogsretoriek kracht bij met troepenopbouw in de regio. Deze week meldde zich een tweede Amerikaanse vliegdekschip in het Midden-Oosten, terwijl er eind vorige maand B-2 bommenwerpers werden gestationeerd op de Amerikaanse basis Diego Garcia in de Indische Oceaan.
Er is nog veel onduidelijk over de onderhandelingen van zaterdag. Zo is onbekend of de Iraanse buitenlandminister Abbas Araghchi en Steve Witkoff – Trumps golfvriend en leider van de Amerikaanse delegatie – daadwerkelijk fysiek bij elkaar aan tafel zullen zitten. Mogelijk zullen de delegaties van de twee landen zich in aparte ruimtes bevinden. In dat geval treden Omaanse diplomaten op als boodschappers over en weer. De VS houden vol dat de twee partijen direct met elkaar zullen spreken, Iran beweert van niet.
Lees ook
VS en Iran gaan praten, met de wapens in de aanslag
Concessies
Het kan allebei waar zijn, zegt Hossein Mousavian, voormalig Iraans diplomaat en in het verleden betrokken bij eerder nucleair overleg. Aanvankelijk zal het doel van gesprekken zijn om het eens te worden over een structuur en tijdspad voor de onderhandelingen. „Mocht de uitkomst positief zijn, dan zullen de Iraanse en Amerikaanse delegaties vervolgens beginnen met directe gesprekken”, aldus Mousavian op berichtenplatform X.
Kern van de onderhandelingen is dat Iran af wil van de ontwrichtende Amerikaanse sancties tegen zijn economie en dat de VS hopen het Iraanse atoomprogramma in te perken. De vraag blijft op welke punten de landen bereid zijn tot concessies.
Een recente satellietfoto laat zes Amerikaanse B-2 bommenwerpers zien die de VS vorige maand verplaatsten naar Diego Garcia in de Indische Oceaan.
Foto Planet Labs PBC
Trump kondigde de onderhandelingen met Iran aan in het bijzijn van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu in het Oval Office afgelopen maandag. Netanyahu drong er vervolgens op aan dat Iran het zogenaamde ‘Libië-model’ zou moeten volgen: de volledige ontmanteling van zijn nucleaire infrastructuur.
Iran is daartoe niet bereid, stelde de Iraanse buitenlandminister Abbas Araghchi de dag na het persmoment van Trump en Netanyahu. Iran zou nooit akkoord gaan met een deal zoals de Amerikanen in 2003 met de Libië sloten. „De VS kunnen slechts dromen van zo’n uitkomst”, aldus Araghchi.
Libië-model
In 2003 vielen de VS en bondgenoten Irak binnen op zoek naar massavernietigingswapens. De Libische leider Moammar Gaddafi wilde niet hetzelfde risico lopen: na negen maanden aan geheime onderhandelingen met de VS en het Verenigd Koninkrijk ging hij akkoord met de volledige ontmanteling van het Libische atoomprogramma. Centrifuges en andere benodigdheden voor het verrijken van uranium werden ingepakt en naar de VS verscheept, waar die werden opgeslagen in een lab in de staat Tennessee.
De toenmalige Amerikaanse president George W. Bush zei destijds te hopen dat andere leiders een voorbeeld zouden nemen aan Gaddafi’s besluit zijn atoomprogramma op te geven.
Dat gebeurde niet. Irans opperste leider ayatollah Ali Khamenei sprak zich in 2011 tijdens een speech spottend uit over het besluit van Gaddafi. „De heer [Gaddafi] verzamelde onder druk van loze dreigementen al zijn nucleaire materiaal, laadde het op een schip en overhandigde het aan de westerlingen, waarbij hij tegen hen zei: ‘pak aan!’.” Iran zou niet in de voetsporen van Libië treden, stelde Khamenei: „Kijk in wat voor staat hun land is.”
Voor Teheran was de val van Gaddafi een waarschuwing: na het opgeven van zijn atoomprogramma werd die alsnog uit het zadel gewipt
Irans ayatollah doelde op de burgeroorlog die woedde in Libië. Een conflict, waarbij de VS en Europese bondgenoten waren overgegaan tot het bombarderen van het Libische leger nadat Gaddafi had gedreigd met het uitmoorden van de inwoners van de stad Benghazi, die in handen was van rebellen. Het militaire ingrijpen van het Westen deed de balans in de oorlog kantelen. Gaddafi sloeg op de vlucht en werd enkele maanden later door rebellen vermoord.
Voor Teheran was de val van Gaddafi een waarschuwing: na het opgeven van zijn atoomprogramma werd de Libische leider alsnog met steun van de VS uit het zadel gewipt.
Volledig ontmantelen
Analisten verwachten dan ook dat Iran ook nu niet akkoord zal gaan met een Libië-achtige deal. Meer kans maakt een akkoord zoals dat werd afgesproken in 2015, waarbij Iran zijn nucleaire programma niet geheel opdoekte maar wel fors beperkte. In 2018 trok Trump zich echter eenzijdig terug uit dat akkoord.
De Amerikaanse onderhandelaar Steve Witkoff.
Foto Evelyn Hockstein/Reuters
Het is afwachten welke eisen de Verenigde Staten ditmaal op tafel zullen leggen. De regering-Trump lijkt verdeeld. Trumps nationale veiligheidsadviseur Mike Waltz spreekt net zoals Netanyahu over de noodzaak om het Iraanse atoomprogramma „volledig te ontmantelen”.
Steve Witkoff, delegatieleider bij de onderhandelingen zaterdag, wil daarentegen een „verificatieprogramma optuigen, zodat niemand zich zorgen hoeft te maken over Irans nucleaire materiaal”. Dat laatste lijkt veel meer op de deal uit 2015 dan het ‘Libië-model’. Hoe Trump er zelf over denkt, is onduidelijk.
Lees ook
Hoe reageert Iran op de gemengde signalen uit Washington? ‘Dit is een tikkende tijdbom’