Rusalka in Hollywood:‘Hoe sterf je deze keer?’

Reportage Met Dvoráks sprookjesopera ‘Rusalka’ kunnen regisseurs alle kanten op, merkt ook tenor Pavel Cernoch, die bij De Nationale Opera zijn twaalfde prins zingt. „Mijn moeder belt steevast met de vraag: hoe sterf je deze keer?”

Repetitie van ‘Rusalka’ met sopraan Annette Dasch en tenor Pavel Cernoch.

Repetitie van ‘Rusalka’ met sopraan Annette Dasch en tenor Pavel Cernoch.

Foto Michel Schnater

De Tsjechische componist Antonin Dvorák verruilde eind negentiende eeuw zijn geliefde Tsjechische wouden voor de betonnen jungle van New York. Bij De Nationale Opera maakt zijn bosnimf Rusalka dezer dagen eenzelfde oversteek: ze laat de mysterieuze schemering en nevels van de meren en bossen achter zich en vindt zichzelf terug als sekswerker in achterbuurten van Brooklyn of Queens.

Het decor spreekt boekdelen bij de eerste repetitie met het Concertgebouworkest en dirigent Joana Mallwitz, vorige week donderdag. Het straatbeeld ademt verval. Een roestige pooierbak staat geparkeerd voor seksshop Paradise Alley, in de naastgelegen bioscoop – waar Rusalka kan wegdromen – draait The Prince and The Mermaid. Er is de louche nagelstudio en kapperszaak Jezi en wat er in het vierde pand gebeurt, blijft onduidelijk, want het is geblindeerd.

Er staat een rij stoelen op het toneel voor de zangers, deze morgen draait alles om muziek. Dirigent Mallwitz boetseert. Met het Concertgebouworkest lijkt ze op zoek naar scherpe, in het oor bijtende ritmes, voorboden van onheil. „In deze passage”, zegt ze tegen de verschillende instrumentgroepen, „moeten jullie elkaar de bal toespelen zoals twee tennissers.” Op het podium zitten de hoofdrolspelers, die toekijken totdat ze zelf aan de beurt zijn. Mezzosopraan Karin Strobos blijft liever staan en wiegt de heupen los.

Werkelijkheid en waan

In de coulissen staat de Tsjechische tenor Pavel Cernoch. Hij zingt de prins. In het oorspronkelijke sprookje verlaat de nimf voor hem de toverwereld van het bosmeer. Maar eenmaal onder de mensen kan ze zich niet verstaanbaar maken. En dus blijkt hun liefde tot mislukken gedoemd. Deze prins is Cernochs lijfrol: hij zingt het personage de komende weken voor de twaalfde keer.

De opera prikkelt de verbeelding van regisseurs, ervaart hij. In de Rusalka van regisseursduo Philipp Stölzl en Philipp Krenn werkt de bosnimf als prostituee die in de bioscoop fantaseert over haar favoriete filmster. Ze laat zich door een plastisch chirurg ombouwen, verandert van een vrouw die je op straat ongezien voorbij loopt in een Marilyn Monroe-achtige seksbom naar wie iedereen omkijkt.

„Het is”, vindt Cernoch, „altijd weer boeiend wat regisseurs zich voorstellen bij deze parabel over liefde en ontgoocheling en de botsing van de natuur met de tot vernietiging neigende mensenwereld. Rusalka gaat ook over hoe werkelijkheid en waan verweven zijn, actueel in deze tijd van Instagram en Photoshop, waarbij we ons voortdurend afvragen wat er schuilgaat achter het beeld. Deze opera belichaamt dat allemaal. En beide regisseurs maken dat hier tastbaar.”

Na twaalf Rusalka’s weet Cernoch hoe hemelsbreed de vertolkingen uiteen kunnen lopen. Wat bij de ene regisseur een sprookjesachtige bruiloft is, wordt bij de ander een liederlijke orgie met drugsgeweld en verkrachting. „Na enkele weken repetitie belt mijn moeder steevast met de vraag: hoe sterf je deze keer?”, grijnst de tenor. „En het is nooit hetzelfde. In Rusalka ben ik al op twaalf verschillende manieren aan mijn eind gekomen.”

Philipp Krenn (l) op een repetitie van Rusalka. Krenn: „Opera kan je volledig opzuigen door de kracht van haar muziek, een stroom waaraan je niet kunt ontsnappen.”
Foto Michel Schnater

In de doolhofachtige catacomben van de Nationale Opera en Ballet buigen Stölzl en Krenn zich over hun Rusalka-schepping. Stölzl: „Rusalka herinnert me aan ‘Illusions’, een indringend lied van Marlene Dietrich, waarin ze tweedehands dromen probeert te verkopen, zo goed als nieuw, hoog reikend, maar gebouwd op zand. ‘They had a touch of paradise. A spell you can’t explain: for in this crazy paradise, you are in love with pain.’ Een volmaakte samenvatting van deze opera.”

Stölzl werpt zich overwegend op de verhaallijn en Krenn op het huwelijk ervan met de partituur. Stölzl: „Philipp verstaat de taal van de noten. Hij kan ze tot leven wekken. Opera is tegenwoordig de kunst van velen. Het eenzame genie bestaat niet meer. Dramaseries en films worden niet meer bedacht door één schrijver, maar door een kamer vol, met allerlei seksen en gezindten voor een brede kijk. Hedendaagse kunst wordt geboren uit dialoog.”

„Het grote verschil tussen opera en toneel is het tijdsverloop”, vult Krenn aan. „In een theaterstuk kan een regisseur die zelf scheppen. Een regisseur kan de tijd versnellen of vertragen, scènes oprekken of inkorten. Maar in de opera bepaalt de muziek het tempo van de handeling. En wij moeten in dat ritme mee.”

Repetitie van Rusalka met tenor Pavel Cernoch achter het stuur.
Foto Milagro Elstak

Vervlogen verleden

Stölzl: „En je weet pas of jouw idee tot leven komt als je het daadwerkelijk op het toneel ziet, met de muziek erbij. Daar komt bij dat in Rusalka de personages van oorsprong meer metafoor zijn dan mens. Dus de vraag is hoe we die metaforen dichter bij de belevingswereld van het publiek brengen. In dit geval door het verhaal in een wereld te plaatsen die we kennen uit talloze Amerikaanse films: New York en Hollywood.

Zulke moderne vertolkingen kunnen vaak op kritiek en boe-geroep rekenen van liefhebbers die zich opwerpen als poortwachters van de ‘traditionele’ opera. Beide regisseurs halen er hun schouders over op: „Het probleem van deze meesterwerken is doorgaans dat de verhalen meer dan een eeuw oud zijn”, zegt Stölzl. „Mozart, Verdi, Puccini, ze weerspiegelen de mores en de samenlevingen van hun tijd, een vervlogen verleden. Dat vraagt om een vertaling naar het nu.”

Krenn: „Aan de andere kant kan opera je volledig opzuigen door de kracht van haar muziek, een stroom waaraan je niet kunt ontsnappen. Je moet vertrouwen op haar vermogen het hart te raken. Ook in een andere enscenering.” Stölzl: „En uiteraard moet die aansluiten op de muzikale lijn.

„Veel van mijn vrienden uit de filmwereld zijn nog nooit naar opera geweest”, zegt Stölzl tenslotte. „Soms neem ik een van hen mee en zie ik plots iemand naast me die zit te huilen, omdat de muziek zo sterk kan inwerken op wat er onderbewust in ons leeft. Opera prikkelt alle zintuigen, niet alleen het oor of het oog. In het beste geval hou je op toeschouwer te zijn, maar voel je je deel van het verhaal. Die uitkomst, daar droom ik als regisseur van.”

Zien hoe de prins deze keer sterft? De Nationale Opera speelt Dvoráks Rusalka van 2 tot en met 25 juni in het Holland Festival. Met het Concertgebouworkest onder leiding van Joana Mallwitz. Info: operaballet.nl

https://www.youtube.com/watch?v=vhDgYsJ8sAo

De beroemdste aria uit Rusalka: ‘Lied aan de maan’