Wisselkantoren Suri-Change gesloten uit vrees voor nieuwe explosies

Geldwisselketen In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag blijven de wisselkantoren van Suri-Change voorlopig gesloten. Volgens de Amsterdamse burgemeester Halsema is dat „evenredig en noodzakelijk”, want „het woon- en leefklimaat worden ernstig aangetast”.

Een Haags filiaal van Suri-Change dat is gesloten door de burgemeester, voor een halfjaar.
Een Haags filiaal van Suri-Change dat is gesloten door de burgemeester, voor een halfjaar. Foto John van der Tol/ANP

De wisselkantoren van Suri-Change in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag die na aanslagen met explosieven zijn gesloten, blijven voorlopig dicht. Amsterdam en Den Haag sloten maandag alle panden van de Surinaamse geldwisselketen. Rotterdam deed zondag al hetzelfde met twee filialen.

Amsterdam wil met de sluitingen vooral de openbare orde herstellen en voorkomen dat bij nieuwe explosies slachtoffers vallen. Concrete aanwijzingen voor betrokkenheid van de eigenaren bij criminele activiteiten hebben de drie steden niet. Volgens de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema is dat wel waarschijnlijk. Bij vergelijkbare incidenten hebben getroffen ondernemers in de meeste gevallen „directe of indirecte linken met criminele netwerken”, zo schrijft zij in de sluitingsbesluiten.

Het is voor de gemeente moeilijk te achterhalen wat er precies aan de hand is: van een pand is de eigenaar niet te traceren en dus was het niet mogelijk om langs die weg informatie in te winnen. Volgens Halsema is een sluiting van zes maanden „passend, evenredig en noodzakelijk”.

Lees ook dit artikel: Explosie bij geldwisselkantoor Suri-Change in Rotterdam

Onbekend is of een strafrechtelijk onderzoek naar het witwassen van drugsgeld en de aanslagen met elkaar te maken hebben

Zware explosieven

Het hoofdkantoor van Suri-Change in Rotterdam was in januari al mikpunt van beschietingen en explosies. Dat pand werd toen voor twee weken gesloten en onder cameratoezicht geplaatst. In Amsterdam waren drie filialen van de geldwisselketen doelwit van aanslagen, waarbij gebruikgemaakt werd van zware explosieven. De opsporingsonderzoeken zijn nog in volle gang, verdachten zijn volgens de gemeente nog niet in beeld.

Voor opsporingsinstanties en de Nederlandse Bank (DNB) is Suri-Change geen onbekende. DNB legde het geldkantoor in 2014 een boete van 20.000 euro op wegens overtredingen van wetgeving op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering. Formeel staat Suri-Change bij DNB onder meer ingeschreven als goudverpandings- en muntwisselkantoor, als goudverzendadres en als diamantwisselkantoor.

In 2020 zegde ABN Amro haar bankrelatie met een Surinaamse dochteronderneming, Surichange Bank, op omdat de risico’s op reputatieschade en witwaspraktijken volgens ABN Amro te groot waren. Via die, in Suriname toegelaten bankinstelling, konden zo’n vijftigduizend klanten van Suri-Change in Nederland, cash geld overmaken en dat laten uitbetalen in Surinaamse dollars. ABN Amro kreeg bij de rechter gelijk over haar twijfels over de betrouwbaarheid van Suri-Change. De bank mocht haar relatie met Surichange verbreken.

Kwestie van lange adem

Afgelopen maart deed het Openbaar Ministerie invallen in het hoofdkantoor van Suri-Change in Rotterdam. Daarbij werd beslag gelegd op het vermogen van de familie achter het bedrijf. Het vermoeden is dat via Suri-Change drugsgeld wordt witgewassen.

Het is onbekend of dat strafrechtelijk onderzoek en de golf aan aanslagen met elkaar te maken hebben. Voorzitter Jan Struijs van de Nederlandse Politiebond heeft tegen persbureau ANP gezegd dat moet worden „geïnvesteerd in het blootleggen van het echte, grote verhaal hierachter”. „Aan de hand van geldstromen van dit soort wisselkantoren kan veel breder worden gekeken, ook naar grote, criminele netwerken. Dat is een kwestie van de lange adem, niet van een resultaat dat je binnen een paar weken ziet.”

Mogelijk hebben de aanslagen niets met de bedrijfsvoering te maken, schrijft Halsema in haar sluitingsbevel. „Maar door de beschietingen is het woon- en leefklimaat ernstig aangetast.” In Amsterdam-West ging het volgens haar om een pand in een winkelstraat met drie woonlagen boven de winkelpanden: „Er hadden slachtoffers kunnen vallen.”