Opinie | Ons paradijs ligt aan het eind van de groeicurve, niet halverwege

Welvaart De ideale wereld die degrowthers nastreven, bereik je niet met minder groei, betoogt Floris Blok.

Foto Justin Griffiths-Williams

Een spook waart door Europa – het spook van degrowth. Niet alleen is economische groei tegenwoordig bijna non-existent (de Europese Commissie verwacht voor dit jaar slechts 1 procent), maar er zijn zelfs mensen – afgelopen week bijeen voor een congres in Brussel – die deze nog verder willen verlagen in naam van klimaat en biodiversiteit. Het ideaal dat aanhangers van degrowth nastreven is een wereld waarin mensen twee tot drie dagen per week werken en zich vooral bezighouden met muziek maken, drugs gebruiken, en de liefde bedrijven in de vrije natuur. Hoewel ik deze toekomstvisie natuurlijk deel, ben ik ervan overtuigd dat dit Elysion niet bereikt zal worden door moedwillig de productie te verlagen, integendeel.

De bekendste pleitbezorgers van degrowth, Jason Hickel en Kate Raworth, hebben beiden in het Verenigd Koninkrijk gewerkt. Niet toevallig het land waar de degrowth-beweging groot is, en de economische groei klein. Het VK heeft zijn economie het meest succesvol doen krimpen afgelopen jaren. Door Brexit, maar vooral ook door een gebrek aan investeringen in infrastructuur, woningen en machines, is het inkomen per hoofd van de bevolking nu lager dan in 2019 en de verwachting is dat dit voorlopig zo blijft. Productiviteit –de productie per persoon per tijdsperiode – is in het VK zelfs sinds 2007 niet meer toegenomen.

Lees ook: Moeten we af van de obsessie met groei? De ongemakkelijke vragen van alternatieve economen

Festivalzomer

Als inwoner van dat land kan ik u melden dat degrowth niets dan ellende opgeleverd heeft. Omdat er nauwelijks huizen gebouwd worden, is het aantal daklozen aan het toenemen. Er is geen geld om de steeds grotere gaten in de weg op te vullen en er dreigt een tekort aan drinkwater omdat niemand het nodig vond reservoirs te bouwen. De publieke gezondheidszorg is ingestort, en een derde van de pas afgestudeerde dokters is van plan het eiland te verlaten op zoek naar een beter leven in Australië of Canada. Niet bepaald de eindeloze festivalzomer die zowel de degrowth-beweging als ondergetekende voor ogen hebben.

Terwijl de Britten aan het afkicken zijn van hun groeiverslaving, vinden er bij onze oosterburen pogingen plaats – zie ook het recente interview met historica Katja Hoyer in NRC – om de DDR te rehabiliteren als plek waar mensen minder hard werkten, meer bezig waren met kunst en cultuur, en waar de seks beter was dan in de Bondsrepubliek; Oost-Duitsland als een verloren degrowth-beschaving. We zouden er goed aan doen om niet te vergeten dat de door degrowthers gewenste combinatie van hoge menselijke ontwikkeling in de vorm van goede gezondheidszorg en onderwijs aan de ene kant, en beperkte materiële welvaart aan de andere kant, alleen houdbaar is zo lang er een muur omheen staat.

Geobsedeerd door bbp

Ook Nederland lijkt verre van gefixeerd op het doen groeien van het bruto binnenlands product (bbp). Als economische groei leidend was geweest, waren we wel minstens net zo rijk geweest als de Verenigde Staten, Singapore of Zwitserland. Dan zouden we niet de bouw stilleggen ten gunste van de veehouderij en/of wat er in dit land voor natuur doorgaat. Dan zou er niet massaal in deeltijd gewerkt worden en ons systeem van belastingen en toeslagen dat al helemaal niet zo sterk stimuleren.

Ironisch genoeg zijn degrowthers meer geobsedeerd door het bbp dan de rest van de samenleving. Waar anderen meestal een bepaald doel nastreven zoals het verminderen van CO2-uitstoot – ongeacht of dat groei, krimp of geen van beide betekent – lijkt het degrowth-kamp dit doel te verwarren met het specifieke middel van consumptiebeperking. Het bbp is voor bijna niemand ooit een doel in zichzelf geweest, we investeren in onze toekomst en werken hard om ons leven en dat van onze kinderen aangenamer te maken. Die zonnepanelen, ziekenhuizen, scholen en de granaten die we aan de Oekraïners leveren: het zit allemaal in ons bbp, maar dat is niet waarom we ze gemaakt hebben.

Beetje van beide

En laten we ook niet vergeten dat we de grote toename in productiviteit in de afgelopen eeuw voor een groot deel gebruikt hebben om minder te werken in plaats van meer te produceren. Samenlevingen kiezen er logischerwijs consequent voor om productiviteitsgroei deels te gebruiken voor meer consumptie en deels om minder te werken. Die eindeloze festivalzomer is aan het einde van de groeicurve te vinden, niet ergens halverwege.

Als Thomas Malthus, die aan de vooravond van de Industriële Revolutie voorspelde dat de aarde geen grotere bevolking aankon, roepen degrowth-denkers te midden van een explosie in investeringen in duurzame energie en elektrisch rijden dat er grenzen zijn aan de groei.

Of de klimaatdoelen verenigbaar zijn met ons huidige of zelfs een hoger niveau van inkomen, zal de toekomst uitwijzen. Ondertussen moeten we onze ogen op de bal houden: het doel is verminderen van CO2-uitstoot, niet per se van de productie. Binnen de grenzen van wat de planeet aankan moeten we onverminderd, of liever nog veel meer eigenlijk, inzetten op productiviteitsgroei en ieder voor zich laten bepalen of ze die in willen zetten ten behoeve van hogere consumptie, meer vrije tijd, of een beetje van beide.