N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Migrant in Spanje De Senegalese Spanjaard Serigne Mbaye kwam als illegale bootmigrant het land in. Dit weekeinde hoopt de activist tegen racisme namens het linkse Unidas Podemos herkozen te worden in het regioparlement van Madrid.
In de Madrileense wijk Lavapiés weet iedereen wie Serigne Mbaye is. De Senegalees uit de kustplaats Kayar, gekleed in een geblokt overhemd, loopt over Plaza de Lavapiés terwijl hij omstanders die op het plein rondhangen en die uitbundig naar hem zwaaien vriendelijk begroet. Het is de wijk waar de voormalige visser zeventien jaar geleden aankwam na een gevaarlijke boottocht, op zoek naar een betere toekomst.
Dit weekeinde hoopt Mbaye bij de lokale en regionale verkiezingen zijn zetel te behouden in de assemblee van Madrid, als afgevaardigde van Unidas Podemos. Al ziet het er somber voor hem uit: de linkse partij, die voor het eerst landelijke regeringsverantwoordelijkheid draagt, zit in het defensief. Onder meer intern geruzie zorgt voor slechte peilingen: in de regio Madrid dreigt Podemos de meeste van zijn tien zetels te verliezen.
„Deze wijk betekent heel veel voor me. Ik kwam aan in een land waarvan ik de taal niet sprak en mensen ingewikkeld zijn, maar hier in Lavapiés kun je met iedereen praten en vaak ook nog eens in je eigen taal. Het is een wijk waar alle culturen samenkomen en dat heeft mij enorm geholpen toen ik net in Spanje aankwam”, vertelt de 48-jarige Mbaye.
Het is ook de wijk waar Mbaye zich ontwikkelde tot een bekende activist, die – gevoed door zijn eigen ervaringen – opkomt voor migranten en zich verzet tegen praktijken als etnisch profileren door de politie. „Het zijn altijd de gekleurde mannen die tegen een muur worden gedrukt en hardhandig worden gefouilleerd. De witte mannen kunnen rustig doorlopen.”
Tijdens een wandeling van honderdvijftig meter wordt hij vier keer staande gehouden voor een begroeting. „Salaam alykoem! Nanga def? [Hoe is het met je?]” Zijn telefoon gaat meermaals over. „Ik leer mensen zonder papieren welke weg ze moeten bewandelen om uiteindelijk een status te krijgen”, zegt hij lachend.
Lees ook Ondanks alles blijven Senegalezen op dat bootje naar Europa stappen
Zelf heeft hij inmiddels de Spaanse nationaliteit, maar dat ging niet gemakkelijk. Zoals tienduizenden landgenoten in de afgelopen jaren stapte Mbaye in 2006 op een bootje naar Europa omdat hij in Senegal geen toekomst meer zag. De kustwateren van het land worden leeggevist door grote schepen uit Europa, China en de VS. „Met mijn kleine boot maakte ik geen schijn van kans meer. ”
De tocht van 3.500 kilometer in een houten boot met 94 passagiers, via Mauritanië en Marokko, was een traumatische ervaring. „Aan boord zie je mensen lijden, er zijn momenten van paniek. Kapotte boten die langs ons dobberen”. Hij valt even stil. „Je ziet dode mensen, die enkele momenten voor ons waren vertrokken. Een lot dat ons ook te wachten kon staan.”
Realiteit
Maar dat gebeurde niet, en na een week op zee bereikte Mbaye Spanje. Het bleek niet het beloofde land. Zonder papieren kon Mbaye niet legaal werken, dus werd hij – net als veel landgenoten – gedwongen om aan de slag te gaan als mantero: een straatverkoper die op een kleed namaaktassen, riemen en zonnebrillen verkoopt. Hij moest steeds op zijn hoede zijn voor de politie, die zijn handelswaar kon afpakken.
Na de zoveelste aanhouding besloot Mbaye dat het roer om moest. „Ik ben naar dit land gekomen voor een ander beter en fatsoenlijk leven. Ik wilde niet meer dat de politie me elke dag achtervolgt.”
Met hulp van vrienden leerde Mbaye Spaans en vond hij andere informele baantjes. Hij verzorgde ouderen, en belandde zonder ervaring in de bouw. „Ik heb nog een rechtszaak lopen tegen mijn voormalige baas, omdat hij tot op de dag van vandaag me weigert te betalen. Dit is wat je als persoon zonder papieren moet doormaken.” Toen hij drie jaar in Spanje woonde zonder een strafblad op te lopen, had hij recht op een Spaans verblijfsdocument.
Hoewel hij het mantero-bestaan zelf achter zich wist te laten, zette Mbaye zich wel in voor andere straatverkopers. Toen een mantero in 2018 bezweek aan een hartaanval na een achtervolging door de politie, braken er in Lavapiés rellen uit. Mbaye profileerde zich als woordvoerder en leidde protesten tegen politiegeweld en racisme. Hij stond op voorpagina’s van kranten en gaf interviews waarin hij racisme in Spanje aankaartte. Het bracht hem op de radar van Unidas Podemos, de linkse partij die sinds 2020 deel uitmaakt van de nationale regeringscoalitie.
Overlast
Serigne Mbaye passeert een klein pleintje waar hekken omheen staan. „Hier sliepen migranten zonder papieren altijd”, wijst hij naar een muur met graffiti. „Nu ze het plein aan het opknappen zijn, zwerven de migranten rond in andere wijken.”
Een appartementencomplex even verderop werd vorig jaar ontruimd door de politie. In een leegstaand gedeelte hadden zich tientallen daklozen gevestigd, „allemaal migranten zonder papieren”. Nu hangen er gele vlaggen aan de balkons. „Dit is een protest van buurtbewoners die last hebben van mensen die op straat slapen of rondhangen. Die maken lawaai en er worden drugs gedeald. Maar de dakloze migranten zijn daartoe gedwongen, omdat dit hun manier is om geld te verdienen .”
Regiobestuurder Inmaculada Sanz Otero, namens de Partido Popular onder meer verantwoordelijk voor veiligheid, laat de politie streng optreden in de wijk. Er wordt preventief gefouilleerd, er hangen tientallen camera’s en er worden talrijke arrestaties verricht – veelal vanwege drugs, geweld en overlast door minderjarige dakloze Marokkanen.
Dat optreden werkt „enorm averechts”, zegt Serigne Mbaye. „Er zijn nog nooit zo veel incidenten geweest in de wijk. Voorheen was de wijk rustig, maar als je mensen als criminelen gaat behandelen…” Hij heeft begrip voor de bewoners van de wijk die willen dat de rust weerkeert, maar ziet geen oplossing in meer politiecontroles. „Pak het probleem aan bij de kern. Waarom zijn deze jongens überhaupt in deze situatie beland?”
Als ik mijn mond niet opentrek, ben ik medeplichtig aan dit oneerlijke en zwaar racistische systeem
Mbaye staat stil voor kledingwinkel Pantera, die T-shirts en hoodies verkoopt met bedrukkingen als Nadie es ilegal (niemand is illegaal), ten behoeve van de mantero’s. „Met de opbrengst proberen we onze landgenoten uit de illegale straatverkoop te krijgen, door hen te begeleiden in het proces om een verblijfsvergunning aan te vragen, zodat ze een steentje kunnen bijdragen aan de Spaanse maatschappij”. Tijdens de coronalockdowns was het voor de mantero’s lastig om geld te verdienen. Mbaye, een van de oprichters van Pantera, organiseerde een crowdfundingsactie waarmee ruim een ton werd opgehaald. „Met dat geld hebben we onze compañeros voorzien van eten en andere basisbehoeften.”
Politiek
In 2021 werd Mbaye door partijleider Pablo Iglesias Turrión van het linkse Unidas Podemos uitgenodigd om zich te kandideren voor de assemblee van Madrid. Eenmaal gekozen zette hij daar zijn strijd voor gelijke rechten en tegen racisme en discriminatie voort. Hij voert debatten in het congres over de opvang van vluchtelingen, spande zich in voor migranten die door de hekken braken van de Spaanse exclave Melilla en voert actie tegen het karikaturale figuur Baltasar tijdens Driekoningen – een Spaanse variant van de zwartepietdiscussie. „Als ik mijn mond niet opentrek, ben ik medeplichtig aan dit oneerlijke en zwaar racistische systeem”, zegt hij vastbesloten.
Lees ook ‘Spanjaarden begrijpen niet hoe diepgeworteld racisme is in de samenleving’
Ook hijzelf ondervindt dat racisme aan den lijve. „Een toespraak van Martin Luther King is me altijd bijgebleven: ‘Je bent goed gekleed, ze houden je staande, je bent slecht gekleed, ze houden je staande. Je bent altijd de schuldige, terwijl je eigenlijk niets hebt gedaan.’ En dat is wat er dagelijks gebeurt in Spanje.” Hij vertelt over de keer dat hij samen met zijn collega’s uit Madrid en het Europees Parlement op reis was in Valencia. Hij was de enige zwarte man in het gezelschap en werd door de politie staande gehouden. „Het was zogenaamd een routinecontrole, maar mijn witte collega’s werd niet om hun identiteitskaarten gevraagd. Ik bega per definitie een misdaad, vanwege mijn huidskleur.” Vaak als hij zijn pasje van de assemblee laat zien, geloven agenten hem niet.
Ook de aanvallen die Mbaye van rechtse collega’s moet verduren, zijn niet mals. Afgevaardigde Agustín Rosety van het extreem-rechtse Vox beklaagde zich er bijvoorbeeld over dat „een illegale immigrant die het land met geweld is binnengekomen een afgevaardigde kan zijn in de assemblee van Madrid”.
Van alle kritiek trekt Mbaye zich niets aan. „Ik ben 100 procent Madrileens, ook al vinden sommige mensen dat niet leuk om te horen. Ook mensen in het congres. Voor hen zal ik altijd ‘de ander’ blijven, terwijl ik me heel hard inzet voor het land.”
Hij ziet vrijheidsstrijders als Martin Luther King als voorbeeld, maar hier in Madrid kijken jongeren met een migratieachtergrond juist op tegen Mbaye. „Jongeren met een migratieachtergrond durven nu te dromen. Ze zeggen dingen als: oh, jij zit in het congres, dus ik kan het ook? Ze vragen me om advies en begeleiding. Dat is onwerkelijk, want ik doe gewoon mijn plicht als mens.”