N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Geriatrische actie Harrison Ford is inmiddels 80, toch leende hij zich voor nog één Indiana Jones-film. Een enorme gok van Disney, dat er zo’n 300 miljoen dollar in stak. Maar trekt het jonge blockbusterpubliek dat, 153 minuten actie van een hoogbejaarde held?
Indiana Jones was terug in Cannes voor zijn laatste hoera. Tachtig jaar is acteur Harrison Ford nu – in zijn film zo’n tien jonger en zojuist gepensioneerd – maar de leren jas, fedora en zweep gaan uit de mottenballen wanneer hardnekkige nazi’s anno 1969 op jacht gaan naar The Dial of Destiny, ofwel de Antikythera van Archimedes, die tijdreizen mogelijk maakt.
Met de vijfde Indiana Jones-film, die naar schatting 300 miljoen dollar kostte, neemt Disney een gok. Trekt de jeugd, de doelgroep voor dit soort doordaverende blockbusters, 153 minuten nostalgie met een hoogbejaarde actieheld? Het is de eerste Indiana Jones die niet door Steven Spielberg is geregisseerd: hij maakte plaats voor de jongere James Mangold, die in 2017 met de film Logan al bewees raad te weten met geriatrische actie: superheld professor Xavier lijdt daar aan alzheimer.
Cannes lijkt de ideale plek om zo’n nostalgiebom af te werpen. Vorig jaar begon Tom Cruise – een generatie jonger dan Ford, maar toch ook best oud – hier zijn verbluffende comeback als gevechtspiloot in Top Gun: Maverick, die mondiaal 1,5 miljard bioscooprecette opbracht.
De Angelsaksische filmpers reageert over Indiana Jones iets minder enthousiast en wisselt milde waardering af met sneren dat „sommige relieken beter begraven blijven”. Toch liet de pers zich donderdag wel verleiden om collectief Harrison Ford toe te zingen met het themanummer van Indiana Jones. Hij is Hollywoods favoriete mopperopa en nam in Cannes zichtbaar ontroerd een ere-Palm in ontvangst. Ook in zijn persconferentie werd hij herhaaldelijk door emoties overmand. Ford: „Ik ben zelf een soort reliek in uw leven dat nu vervaagt. Maar de warmte van dit welkom is onvoorstelbaar.” Wat Ford vooraf van de film hoopte was „een waardig slotakkoord”. „Ik wilde het gewicht van het leven op Indy’s schouders zien en dat hij serieuze relaties had die niet flirterig waren.” Waarom hij er nu een punt achter zet? „Is dat niet duidelijk?”, grimaste Ford. „Hierna moet ik een dutje doen.”
Een achtervolging te voet zit er ook niet in met een tachtigjarige: professor Indiana Jones zit vaak op de achterbank
Indiana Jones torst iets meer bagage met zich mee dan Top Gun vorig jaar. Na drie superhits in de jaren tachtig maakte de toen 65-jarige Ford in 2008 in Cannes een geflopte comeback, toen met zoon Mutt (Shia Labeouf), Sovjets als vijand in plaats van nazi’s en aliens in plaats van oeroude magie. Indiana Jones and the Chrystal Skull werd alom gekraakt: het was een van die overvolle, tot moes gekookte exercities waarin Steven Spielberg soms vervalt.
Dat verwijt kan je het heldere The Dial of Destiny niet maken. Wel is het erg veel achtervolging ditmaal: te paard, auto, tuktuk, boot of vliegtuig, alles behalve een rolstoel eigenlijk. Maar een achtervolging te voet zit er ook niet in met een tachtigjarige: professor Indiana Jones zit vaak op de achterbank. Het rennen en vechten is uitbesteed aan een aanstekelijk enthousiaste jonge schavuit: peetdochter en grafrover Helena (Phoebe Waller-Bridge). De nazi-schurk is een gevriesdroogde Mads Mikkelsen; zijn Jürgen Voller heeft Apollo 11 naar de maan geholpen en wil nu terug in de tijd om Hitlers blunders recht te zetten.
Een eigen James Bond
Toen Steven Spielberg en George Lucas in 1977 op Hawaii vakantie vierden om bij te komen van het succes van hun sf-kaskrakers Star Wars en Close Encounters of the Third Kind – vertelde Spielberg dat hij een James Bond-film wilde regisseren. Lucas had een beter idee: een eigen James Bond. Vier jaar eerder schreef hij een opzetje voor een pastiche op de koloniale actiefilms uit de jaren dertig en veertig die hij als jochie op tv zag. Zijn held was een professor archeologie.
Acteur Tom Selleck kon niet en zo werd tweede keus Harrison Ford, net doorgebroken als de beminnelijke, humeurige schavuit Han Solo in Star Wars en al bijna veertig jaar, alsnog een superster. Zijn Indiana Jones was een actieheld van menselijke maat die het meestal moet hebben van mazzel en improvisatie. Raiders of the Last Ark werd dé filmhit van 1981, waarna drie jaar later een eveneens succesvolle Temple of Doom volgde, die een nare nasmaak achterliet. Indiana Jones is daar een witte redder van in lompen geklede Indiase inboorlingen tegen een lokale doodscultus.
Je kan bedenkingen hebben tegen deze koloniale grafrover die op jacht naar exotische trofeeën – zeg maar roofkunst – een spoor van verwoeste tempels achterlaat. Wat dat compenseert, is geheim ingrediënt X: nazi’s, want die zijn nog erger dan kolonialen. In het positief ontvangen derde deel, The Last Crusade, cancelde Indiana Jones in 1989 weer als vanouds pelotons nazi’s op jacht naar de Heilige Graal. En nu zijn ze dus wieder da als neo-nazi’s, onder wie de Nederlandse gigant Olivier Richters.
Voor het overige volgt Indiana Jones and the Dial of Destiny de formule, om daar in de finale prettig radicaal vanaf te wijken. Net als bij James Bond begint een Indiana Jones-film met een op zichzelf staande proloog: hier is dat in april 1945, waar een digitaal verjongde Ford en Mikkelsen strijden om een van de verspreide onderdelen van Archimedes’ tijdreismachine. De jacht wordt anno 1969 voortgezet op mooie locaties – met een paard door de New Yorkse metro, met de tuktuk door Tangier, diepzeeduiken in Griekenland, griezelen in de tempel van Dionysos op Sicilië. De helden worden gevangen, ontsnappen, en treffen enge beesten: moeralen, vieze insecten. Na een uur slaat de hoofdpijn tijdelijk toe bij oeverloos gejakker door de kasba van Tanger met een tetterende tsjingboem-muziek van de 91-jarige John Williams. Maar dat herpakt de spektakelfilm zich in de originele finale, met een zoet sentimentele epiloog. De professor kan nu echt met pensioen.