Column | Fatale wurggreep

Frits Abrahams

Op het internet zag ik onvoorbereid een onthutsend videofilmpje van een gewelddadig incident op 1 mei in een metrotrein in New York. Het was aanvankelijk niet duidelijk wat er precies gaande was.

Vier mannen waren verwikkeld in een worsteling op de vloer van de trein. Drie mannen bleken één zwarte man in bedwang te houden. Een witte man lag onder deze man en knelde zijn armen in een wurggreep rond diens nek. De andere twee mannen hielden de armen vast van de zwarte man, die zich verwoed probeerde te bevrijden. Er waren enkele omstanders die bevreemd toekeken, soms iets zeiden („Je vermoordt hem”), maar niet ingrepen.

Het filmpje hield na een minuut of vier op, en liet alleen – zo bleek later – het einde zien van een worsteling die misschien wel een kwartier had geduurd. De drie mannen staan op, de zwarte man beweegt nog even een been en blijft dan roerloos liggen. Het lijkt niet meteen tot de drie mannen door te dringen dat ze mogelijk iemand hebben gedood. De witte man trekt nog even tevergeefs aan de arm van het slachtoffer.

Ik raad niemand aan dat filmpje op te zoeken, want de rest van de dag kun je aan niet veel anders denken, althans, zo verging het mij. Je hebt iemand zien sterven die zich uit alle macht daartegen heeft verzet en je vraagt je onwillekeurig af: wat zou ik gedaan hebben, zou ik het ook hebben laten gebeuren? Je beseft vooral: dit had overal kunnen gebeuren.

De dagen erna volgde ik aandachtig het nieuws erover in de Amerikaanse media. Het incident groeide snel uit tot het type schandaal waarin zwart tegenover wit komt te staan. Het slachtoffer heette Jordan Neely, een 30-jarige dakloze man, de wurger was Daniel Penny, een 24-jarige ex-marinier.

Over de voorgeschiedenis van de tragedie is nog veel onbekend. Volgens sommige ooggetuigen heeft Neely zich vijandig gedragen tegenover reizigers; hij zou ook rommel hebben gegooid naar hen. Ook de videofilmer, een freelance journalist, zegt dat Neely na binnenkomst riep dat hij hongerig en dorstig was en dat het hem niets kon schelen in de gevangenis te belanden of te sterven. Maar volgens deze filmer had Neely niemand aangevallen, ook Penny niet. Neely zou zijn jasje hebben uitgetrokken en op de grond gegooid, waarna Penny hem van achteren in een wurggreep nam.

Na zo’n gebeurtenis breekt er in en via de media snel een interpretatie-oorlog uit. De ene partij (vaak wit) vindt dat Neely het ernaar gemaakt heeft, de andere partij (vaak zwart) noemt het een nieuw rassenschandaal.

De dader, Daniel Penny, kreeg van sympathisanten al twee miljoen dollar voor zijn verdediging; hij is op borgtocht vrijgelaten en wordt beschuldigd van doodslag.

Mij trof vooral het levensverhaal van Neely. Hij was veertien jaar toen zijn moeder werd vermoord door haar vriend; haar lijk werd gevonden in een koffer langs de kant van de weg. Neely moest getuigen in de rechtszaak. Daarna werd hij volgens een tante depressief en schizofreen, belandde in de pleegzorg en begon als 16-jarige een act als Michael Jackson-imitator op straat en in de metro van New York. Hij was vaak dakloos, werd 42 maal gearresteerd, driemaal voor het aanvallen van een vrouw.

Geen lieverdje dus, maar het leven had hem al in een wurggreep voordat het goed en wel was begonnen.