Een campagne voor het vuurwerkverbod dat in Rotterdam geldt.
Foto Peter Hilz/ANP
Opsporingsdiensten hebben dit jaar 671 ton vuurwerk in beslag genomen, blijkt dinsdag uit de vuurwerkbarometer van het Openbaar Ministerie. Een recordhoeveelheid, en ruim drie keer zoveel als vorig jaar. Het OM spreekt van een groeiend probleem: „Dit type vuurwerk is massa-explosief en levensgevaarlijk.”
Twee vondsten in Duitsland waren goed voor het merendeel van het in beslag genomen vuurwerk. In november vond de Duitse politie 350 ton zwaar vuurwerk over de grens bij Enschede, vorige week kwam daar nog eens 250 ton bij. Het OM telt die buitenlandse vondsten ook mee omdat ze voor de Nederlandse markt waren bedoeld. „Dit zien we onder andere aan de Nederlanders die de grens over gaan om het vuurwerk daar te halen.”
Sinds 2020 is meer consumentenvuurwerk illegaal, bijvoorbeeld rotjes en losse vuurpijlen, maar dat verklaart volgens het OM niet waarom er zoveel illegaal vuurwerk wordt onderschept. „We zien dat mensen zich tijdens de coronajaren meer tot de illegale markt hebben gericht, en daar nu wellicht blijven kopen. De illegale markt is dus gegroeid.”
Telegramgroep
Het OM benadrukt het gevaar van illegaal vuurwerk, met name als het in woonwijken wordt afgestoken. „Daarnaast wordt professioneel vuurwerk steeds vaker voor ram- en plofkraken, maar ook aanslagen gebruikt.” Vanwege die risico’s zijn Nederlandse opsporingsdiensten meer gaan doen tegen de handel.
Behalve de gerichte opsporing is de politie ook gaan ingrijpen op online platforms, schrijft het OM aan NRC. Een Telegramgroep waarop het vuurwerk werd verhandeld, zou recent uit de lucht zijn gehaald.
‘Ik kan niet met een gerust geweten instemmen met een cultuur van censuur, vooral niet als deze zich richt op kwetsbare gemeenschappen”, stelde de Amerikaanse kunstenaar Amy Sherald toen ze vernam dat bij een overzichtstentoonstelling American Sublime in de National Portrait Gallery (NPG) in Washington een probleem was ontstaan bij een van haar werken.
Sherald is vooral bekend vanwege haar portretkunst (ze werd in 2018 wereldberoemd met haar portret van Michelle Obama) maar ze schuwt de politieke actualiteit niet. Haar werk ‘Trans Forming Liberty’ is nu de steen des aanstoots. Op het schilderij is een transvrouw afgebeeld als het Vrijheidsbeeld. Om Donald Trump niet te provoceren, overweegt NPG het werk niet te tonen, aldus Sherald in The New York Times: „Institutionele angst, gevormd door een breder klimaat van politieke vijandigheid jegens translevens, speelde een rol bij de interne discussies rondom de expositie”.
In plaats van het werk zou een video getoond worden waarop te zien is dat het publiek naar het werk kijkt – American Sublime, vorig jaar al te zien in het San Francisco Museum of Modern Art en momenteel in het Whitney Museum of American Art in New York – waarbij het gaat om de reacties. Of deze video naast het werk of in plaats van het werk getoond zou worden, was nog niet duidelijk. Maar wel dat op de video ruimte zou worden geboden aan transfobe reacties, en dat was reden voor Sherald om er hoe dan ook niet mee akkoord te gaan.
Zuiveringen
Het is niet voor het eerst sinds het aantreden van Trump dat tentoonstellingen niet doorgaan. In dit geval gaat het om een kunstenaar die zelf besluit te stoppen omdat ze niet wil dat haar werk gebruikt wordt binnen de nieuwe ideologie die door de VS waart. Het Art Museum of the Americas in Washington kwam de smaak van Trump nog verder tegemoet toen het dit voorjaar besloot twee exposities van Andil Gosine in opdracht van het Witte Huis te cancelen omdat er foto’s over homoseksualiteit te zien zouden zijn.
Dat musea de oren laten hangen naar Trumps anti DEI-beleid, waarbij diversiteit, gelijkheid en inclusie verboden zijn, is een geldkwestie. Sinds zijn aantreden voor een tweede termijn is Trump veel meer bezig met culturele uitingen en onderwijs. Zo vaardigde hij een decreet uit over het zuiveren van cultuur waar ruimte was voor ‘on-Amerikaanse waarden’, waarbij kort gezegd alleen de klassieke witte traditie mag overblijven. Wie niet mee gaat in Trumps visie krijgt geen subsidie meer of dreigt diens baan te verliezen. Websites van musea of instituten over de Afro-Amerikaanse geschiedenis of gender werden daarom al ‘gezuiverd’.
De NPG is onderdeel van het Smithsonian, een federaal instituut dat bijna twintig – gratis toegankelijke – musea in Washington beheert. Het is grotendeels afhankelijk van overheidssubsidie. Over de Smithsonian zelf schreef Trump in zijn decreet dat het de „Amerikaanse grootsheid” moet tonen door de „verbeelding van jonge geesten te prikkelen, de rijkdom van de Amerikaanse geschiedenis en innovatie te eren en trots in de harten van alle Amerikanen te wekken”. Vicepresident J.D. Vance zit inmiddels in de Raad van Toezicht van het Smithsonian. Trump probeerde NPG directeur Kim Sajet te ontslaan vanwege haar „ongepaste” blik op de Amerikaanse cultuur. Dat kon niet, maar ze nam wel zelf ontslag om de financiële zekerheid van het Smithsonian niet in gevaar te brengen.
Melania Trump Center
Ook buiten musea worden er maatregelen genomen om Trump niet te veel dwars te zitten: de New Yorkse universiteit Colombia ging vorige week over tot een schikking met Trump van 200 miljoen dollar om op overheidssteun te kunnen blijven rekenen, en het beloofde antisemitisme hard aan te pakken. Eveneens werd vorige week bekend dat de Late Night Show van Stephen Colbert stopt op CBS. Hoewel de officiële reden zou zijn dat de show te duur is terwijl de kijkcijfers dalen, wordt er in brede kring vanuit gegaan dat dit te maken heeft met de fusie die Paramount (eigenaar van CBS) wil aangaan met een filmstudio, waarbij het toestemming van de overheid nodig heeft. Die toestemming kwam direct nadat was aangekondigd dat de show met Colbert, die Trump vaak en fel op de hak neemt, stopt. Eerder schikte CBS al met Trump over het 60 Minutes interview met oud vice-president Kamala Harris. Hoewel de eis van Trump nergens op gegrond was, werd er geschikt om grotere financiële schade te voorkomen.
Een andere factor is dat Trump zelf gezichtsbepalender wil zijn dan in zijn eerste termijn. Zo benoemde hij zichzelf tot voorzitter van het Kennedy Center of the Performing Arts. Vorige maand bezocht hij daar met zijn vrouw Melania Trump de musical Les Misérables. De ironie van het bezoek van juist deze president aan een musical die is gebaseerd over Victor Hugo’s roman over mededogen en medemenselijkheid, werd breed opgepikt, maar daardoor liet hij zich niet ontmoedigen. Om zijn invloed kracht bij te zetten, heeft hij voorgesteld de operazaal te dopen tot het First Lady Melania Trump Opera House. In het Huis van Afgevaardigden vinden de Republikeinen dat alvast een goed idee.
Lees ook
Lees ook: Met decreet over Smithsonian wil Trump Afro-Amerikaanse geschiedenis herschrijven. ‘Hij wil alles uitwissen wat met diversiteit te maken heeft’
Lees ook
Lees ook: Per decreet probeert Trump de Amerikaanse cultuur om te vormen
Hoe zou het met de speelsters van het Nederlands elftal zijn? Ze zijn nu al bijna twee weken thuis. Hoe zouden ze zondagavond naar de EK-finale kijken? Plaatsvervangend trots op teamgenoten uit de Engelse en Spaanse competities die wél een succesvol toernooi hebben gespeeld? Of overheerst nog altijd de teleurstelling? De beker pakken was ook hún ambitie.
Nemen ze het mislukte avontuur in Zwitserland vooral zichzelf kwalijk – te weinig strijdlust getoond? Of lag het aan Andries Jonker, de bondscoach die niet in staat is gebleken het team op het juiste moment te laten pieken? „We zijn geen wereldtop”, was zijn conclusie na de uitschakeling.
Er is nóg een mogelijkheid: dat de speelsters het échec van Oranje Nigel de Jong aanrekenen, technisch directeur van de KNVB. Die besloot eind vorig jaar te breken met Jonker. Na het toernooi.
De Jong heeft zich voor dat besluit nooit echt willen verantwoorden, net zo min als voor de onrust die het gaf. Ook in Zwitserland liet hij zich weinig zien. Interviewverzoeken werden afgewimpeld. Eenmaal trof ik hem bij een training van Oranje, in Thun. Hij nam niet plaats op de tribune, vol journalisten. Hij leunde tegen de reclameborden langs het veld. Zonnebril op het hoofd. Hij leek weinig geïnteresseerd in de hersteltraining na de zware nederlaag tegen Engeland. Zat veel op z’n telefoon te scrollen. Na drie kwartier kwam De Jong weer in beweging, gebaarde z’n chauffeur dat-ie weg wilde. Hij liep naar een zwarte dienstauto naast de spelersbus en stapte achterin. Want ja, zal De Jong denken, besturen doe je vanaf de achterbank.
Bijna één op de drie mensen die in Nederland armoede leven, heeft problematische schulden. Dat blijkt uit cijfers over het jaar 2023 die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zondag publiceerde. Van de 540.000 armen had 31 procent dat jaar geregistreerde problematische schulden, wat neerkomt op 163.000 mensen. Van de hele Nederlandse bevolking heeft 10 procent problematische schulden. Het is voor het eerst dat het CBS de relatie tussen problematische schulden en armoede analyseert.
Ook onder mensen die net boven de armoedegrens leven, komen geregistreerde problematische schulden relatief vaker voor. Het gaat om 22 procent van de ruim een miljoen mensen in die categorie: 265.000 mensen. Bij deze groep ‘bijna-armen’ hoorden in 2023 meer mensen met problematische schulden dan in de twee jaar daarvoor. Dat komt deels doordat sommige mensen in de bijstand ineens boven de armoedegrens uitkwamen omdat ze energietoeslag ontvingen. Onder bijstandsgerechtigden komen problematische schulden relatief veel voor. Maar ook onder de totale bevolking is een stijging van het aantal mensen met problematische schulden te zien.
Het CBS spreekt van problematische schulden als ten minste één persoon in een huishouden een grote betalingsachterstand heeft bij bijvoorbeeld de Belastingdienst of het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Iemand leeft volgens de nieuwe definitie van het CBS onder de armoedegrens als er „te weinig financiële middelen in het huishouden zijn voor de minimale levensbehoeften”. Daarbij houdt het CBS rekening met de hoogte van het inkomen ten opzichte van vaste lasten als huur en energiekosten, waardoor de grens per persoon anders kan liggen.
Volgens de nieuwe definitie van het CBS leven nu 540.000 onder de armoedegrens, ruim 3 procent van alle Nederlanders. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat het aantal armen in de komende jaren zal afnemen, maar dat de ‘armoede-intensiteit’ juist zal stijgen. Waar armen in de afgelopen jaren nog een besteedbaar inkomen hadden van ongeveer 10 procent onder de armoedegrens, zal dat in de komende jaren oplopen tot 20 procent.
Lees ook
CPB: mensen die in armoede leven, zullen daarin dieper wegzakken