Rekenkamer: miljarden niet goed verantwoord, VWS blijft probleemgeval

Overheidsuitgaven Het blijft tobben met de verantwoording van de besteding van overheidsgeld, concludeert de Algemene Rekenkamer. In 2022 werd in totaal 6,5 miljard euro niet aantoonbaar rechtmatig besteed. Volgens de Rekenkamer is het „alle hens aan dek”.

Sigrid Kaag, minister van Financiën, ondertekent de financiële stukken in het kader van Verantwoordingsdag.
Sigrid Kaag, minister van Financiën, ondertekent de financiële stukken in het kader van Verantwoordingsdag. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Voor het vierde jaar op rij is een te groot deel van de overheidsuitgaven niet goed verantwoord. Dat constateert de Algemene Rekenkamer in de Staat van de rijksverantwoording 2022, het jaarlijkse onderzoek van de toezichthouder naar de staat van de overheidsfinanciën. Ook constateert de Rekenkamer dat het financieel beheer op tien van de twaalf ministeries niet op orde is. De bevindingen zijn „meer dan een papieren kwestie”, benadrukt de Rekenkamer. „Het is de basis voor vertrouwen van burgers in hun politiek bestuur.”

In 2022 werd in totaal 6,5 miljard euro niet aantoonbaar rechtmatig besteed. Daarnaast is van 5,6 miljard euro aan coronaondersteuning onduidelijk of het terecht is overgemaakt. Van steun aan bedrijven blijkt nu lang niet altijd te bewijzen dat die rechtmatig was. Dat komt ook deels door gebrekkige afspraken over hoe dat geld besteed moest worden, schrijft de Rekenkamer.

Lees ook: Rekenkamer bezorgd over snel groeiende uitgaven

Het uitgeven van geld ging vorig jaar wel beter volgens de regels dan de drie voorgaande jaren, constateert de Rekenkamer. De Algemene Rekenkamer, waakhond van de overheidsfinanciën, gaat er bij haar onderzoek van uit dat geldbeheer mensenwerk is en dat er dus fouten worden gemaakt. Als die niet verder reiken dan tot 1 procent van het rijksbudget, is er geen reden tot zorg volgens de Rekenkamer. Maar die grens wordt sinds 2019 al stelselmatig overschreden.

Dat komt deels door de coronacrisis en de nasleep daarvan, concludeert de toezichthouder. Er moesten in korte tijd grote, onverwachtse uitgaven worden gedaan. Toch wijzen de tekortkomingen van de afgelopen vier jaar ook op structurele problemen in de bedrijfsvoering van ministeries, benadrukt de Rekenkamer.

Probleemgeval VWS

Bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn die problemen nog altijd het grootst. Dat heeft nu voor het derde jaar op rij de jaarcijfers te laat ingeleverd, omdat er op het laatste moment nog van alles aangepast moest worden. „Een ernstige onvolkomenheid”, is het oordeel. Dat komt deels door de „cultuur’’ op het ministerie, schrijft de Rekenkamer. Ze vinden het financieel beheer simpelweg „niet belangrijk genoeg”. Een ander probleem is het gebrek aan financieel specialisten op het ministerie.

In 2021 begon toenmalig minister Hugo de Jonge aan een verbeterprogramma, maar dat heeft nog niet tot succes geleid. „Het tempo ligt te laag”, heeft de Rekenkamer in april aan de minister laten weten.

Daarbij wijst de toezichthouder naar minister van Financiën Sigrid Kaag (D66). Het is haar taak om toe te zien op een goede financiële huishouding, zeker als het betrokken ministerie daartoe zelf onvoldoende in staat blijkt. Kaag heeft in 2022 een taskforce ingesteld die orde op zaken moet stellen. Volgens de Rekenkamer zou het daar niet bij moeten blijven: „Geef die rol van aanjager voor een goed financieel beheer meer invulling.”