In Libanon raakt het geduld met Syrische vluchtelingen snel op. De regering doet er alles aan om de Syriërs weg te pesten. Correspondent Melvyn Ingleby bezocht een vluchtelingenkamp dat net met de grond gelijk was gemaakt. Daar zag hij dat het in Europa gekoesterde idee van ‘opvang in de regio’ in de praktijk een totale mislukking is.
‘Zoals de leeuw door de natuur is uitgerust met klauwen en een scherp gebit, de olifant met slagtanden en de inktvis met inkt die het water troebel maakt, zo is de vrouw om zich te beschermen en te verdedigen uitgerust met huichelarij, en is alle kracht die de man in zijn lichaam en verstand heeft gekregen de vrouw geschonken in de vorm van huichelarij.” Deze woorden schreef Arthur Schopenhauer in 1851, in zekere zin de Andrew Tate onder de filosofen van die tijd. Inmiddels zijn er wel wat kwalificaties bijgekomen als het gaat om de beoordeling van de vrouw, maar het negatieve vrouwbeeld waarbij de vrouw de schuld krijgt van alles wat de man te kort komt, bestaat nog steeds, waarbij het weinig uitmaakt dat de filosoof is vervangen door een ‘influencer’. Over de rol van vrouwen en mannen kan een ‘culture war’ gevoerd worden, beter nog is er een serie over te maken die aanleiding geeft tot gesprek. Dat laatste is het geval met de Britse hit-serie op Netflix Adolescence.
Adoloscence gaat over de 13-jarige Jamie die ervan verdacht wordt een meisje te hebben vermoord. Hij was door haar voor ‘incel’ (onvrijwilig celibatair) uitgemaakt en komt onder de invloed van de ‘manosphere’ (hevig masculiene online omgeving). Adolescence behandelt veel onderwerpen die inzicht geven in omgangsvormen op alle niveaus. Welke rol spelen ouders en onderwijzers, hoe groot is de invloed van smartphones en social media, en vooral: hoeveel moeite kost het om de ander echt te begrijpen? Het zijn vragen die ertoe doen, waar antwoorden worden gezocht in een mobieltjesverbod op school tot en met een verbieden van smartphones bij kinderen onder de 15 jaar in de hoop dat zij de dialoog aangaan in plaats van in smileys te communiceren. Wie Adoloscence bekijkt, zal zich afvragen of dat genoeg is, in een klimaat waarin masculiniteit luidruchtiger en kwader is dan decennia lang het geval was.
Ook de Britse premier onderkent de kwalijke rol van sociale media, die pestgedrag 24/7 mogelijk maken en giftige beelden over masculiniteit presenteren. Het is wat hem betreft zelfs „een groot probleem. En als we dat willen oplossen, moeten we het erover hebben. Daarom wil ik dat deze serie op alle scholen te zien is”, verklaarde hij begin deze maand. Netflix stond open voor zijn oproep en maakt de serie daarom gratis beschikbaar voor alle middelbare scholen in het Verenigd Koninkrijk. AIVD-directeur Erik Akerboom en Kamerlid Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) volgden het voorbeeld van de Britse premier en inmiddels staan ook in Nederland de signalen op groen de serie op scholen te tonen.
Het voordeel van het tonen op scholen is dat het gesprek gevoerd kan worden over sociale media, pestgedrag en masculiniteit. Evengoed kan er gepleit voor worden dat ouders juist de serie met hun kinderen bekijken omdat geheimen tussen ouder en kind weliswaar van alle tijden zijn, maar de grip op wát er speelt tegelijkertijd veel moeilijker is geworden. Ouders weten beter dan ooit waar hun kinderen zijn – immers: geen reis zonder polarsteps, geen tiener zonder ‘waar is mijn Iphone’-app – maar weten is iets anders dan begrijpen. Het weten van het waar leidt af van de vragen waar het in wezen om gaat: hoe gaat het met je en wat denk je?
De serie toont wat de gevolgen van een laag zelfbeeld zijn, hoe bubbels iemand voeden in het vasthouden aan ideeën, en hoe dat doorwerkt naar een toekomst die draait op zelfbeeld in plaats van beschaving. En die begint met de vraag, zoals de psycholoog aan Jamie stelt: „Zullen we het over jou hebben?”
Sinds enige tijd woon ik niet meer in Amsterdam. Als ik er toevallig ben, ga ik graag even naar een heerlijke chocolaterie in de Staalstraat. De winkel ziet er prachtig uit en het ruikt er als in de fabriek van Willy Wonka. „Het moet niet makkelijk zijn om al die heerlijke chocola te weerstaan als je hier werkt.”, zeg ik tegen de vrouw achter de toonbank. „Ach dat valt wel mee hoor. En ik kan op z’n tijd ook echt genieten van een zak m&m’s. Laten we tenslotte niet vergeten waar we vandaan komen.”
Emma Bruns
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Nederlandse universiteiten zijn bereid zelf stappen te zetten om het aantal internationale studenten omlaag te krijgen. Dan moet minister van Onderwijs Eppo Bruins (NSC) de omstreden maatregel intrekken waarmee Den Haag bepaalt welke opleidingen in het Engels worden gegeven. Dat heeft koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) dinsdag bekendgemaakt.
De universiteiten stellen onder meer voor de Engelstalige trajecten van de meeste opleidingen psychologie te schrappen, net als sommige opleidingen die helemaal in het Engels worden gegeven. Ook komt wat de universiteiten betreft een maximum aantal toelatingen voor Engelstalige opleidingen per jaar. En ze beloven zich „terughoudend” op te stellen in de werving van buitenlandse studenten.
Deze maatregelen zullen de totale daling van internationale studenten in Nederland vergeleken met ‘piekjaar’ 2022-2023 terugbrengen met 2.000 studenten, 11 procent.
Lees ook
Onderwijsminister Bruins strenger op Engels in het hoger onderwijs: ‘Nederlands moet weer de norm worden’
Toets
In ruil eisen de universiteiten dat de veel bekritiseerde Toets anderstalig onderwijs (TOA) geschrapt wordt voor bestaande opleidingen. Die omvat een set criteria waarmee de minister bepaalt welke opleidingen nog in het Engels gegeven mogen worden.
Zoals de toets er nu ligt, kunnen opleidingen alleen nog Nederlands blijven als ze bijvoorbeeld gegeven worden in een krimpregio, of voor sectoren met arbeidstekorten. Concreet: kunstmatige intelligentie wél, filosofie niet.
Terwijl andere landen maatregelen nemen om internationaal talent aan te trekken, keren wij de strijd om talent de rug toe
Deze toets is te „ongericht en inflexibel”, aldus Caspar van den Berg, voorzitter van UNL. UNL noemt de criteria te vaag, met als gevolg dat een te groot aantal opleidingen dreigt te verdwijnen. Dit zorgt voor onnodige „administratieve last”, aldus Van den Berg.
Bovendien is het volgens de voorzitter „naïef” om „in de huidige geopolitieke context” zo rigoureus in te grijpen. „Terwijl andere landen maatregelen nemen om internationaal talent aan te trekken, keren wij de strijd om talent de rug toe. De internationale reputatie van Nederland staat op het spel.”
Wens
De mindering van internationale studenten is een langgekoesterde wens van opeenvolgende kabinetten, die willen dat Nederlands weer de norm wordt in het hoger onderwijs. De Wet internationalisering in balans, waar ook de TOA onder valt, moet dit regelen. Het wetsvoorstel ligt bij de Tweede Kamer.
De universiteiten zijn in principe voor internationalisering, benadrukt Van den Berg. Hij wijst erop dat internationale studenten meerwaarde hebben voor de Nederlandse economie en innovatie. Wel erkent Van den Berg dat er „knelpunten” bestaan: bij sommige opleidingen dreigt de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten af te nemen. Ook maken internationale studenten het moeilijker voor Nederlandse om een kamer te vinden.
Met het schrappen van de Engelstalige takken van de opleidingen psychologie wil UNL ruimte maken voor méér internationale studenten in ‘tekortsectoren’, zoals AI en het onderwijs. Daarvan heeft de overheid bepaald dat die juist meer studenten behoeven.
Of minister Bruins akkoord gaat met het voorstel, moet komende week blijken. De onderwijscommissie van de Tweede Kamer debatteert woensdag over het onderwerp.