Loopt Erdogans bewind op zijn eind? Vooral Turkse jongeren gaan dat bepalen

Reportage

Verkiezingen Turkije De Turkse president Erdogan probeerde via religieus onderwijs een vrome generatie te scheppen. Dat is mislukt. Vooral goed opgeleide jongeren zien meer in Erdogans tegenkandidaat Kemal Kilicdaroglu. „We hebben vrijheid nodig.”

Foto Eylul Yasar/AFP
Foto Eylul Yasar/AFP

Miljoenen Turkse jongeren die deze zondag voor het eerst gaan stemmen, kregen de afgelopen maanden een mysterieuze brief in de bus. Op de ene kant stond in rode koeienletters ‘2023’ en een QR-code. Op de andere kant de tekst: ‘Eerste keren zijn onvergetelijk. Je eerste bioscoopbezoek, je eerste telefoon, je eerste vakantie, je eerste verkiezingen.’ Op een hoek van de enveloppe stond een grijs vlak, dat de ontvanger eraf moest krabben, net als een kraslot. En dan bleek pas wie de afzender van de brief was: ‘Je eerste stem voor de AK-partij en president Erdogan.’

Veel jongeren bekritiseerden de brief op sociale media. „Kijk nou, wat God heeft gedaan”, zegt een jonge vrouw met roze haar met daarin een grijze pluk smalend in een video. Met haar telefoon scant ze de QR-code. Die leidt naar een YouTube-video waarin Erdogan de jeugd toespreekt, en een speciale verkiezingsapp van de AKP. Erdogan belooft een boom te planten voor elke keer dat de app wordt gedownload. De jonge vrouw vindt de brief maar verspilling. „Ik ben jong en ik weet niets”, zegt ze. „Maar ik denk dat je je campagneteam moet vervangen, want ik ben niet onder de indruk.”

Cruciale groep

Jongeren vormen een cruciale kiezersgroep bij de parlements- en presidentsverkiezingen die zondag worden gehouden. De Turkse bevolking is een van de jongste van Europa: de helft van de 85 miljoen Turken is onder de dertig. Ongeveer 6 miljoen van hen mogen zondag voor het eerst stemmen – zo’n 10 procent van het electoraat. Deze kiezers waren kleuters toen Erdogan in 2003 aan de macht kwam en kennen geen andere leider dan hij. Maar velen zijn ongelukkig met zijn autoritaire koers, die heeft geleid tot politieke polarisatie, een gebrek aan werk, hoge inflatie, en vriendjespolitiek.

„Mijn studentenleven is treurig”, zegt Berk Polat, een student petroleumtechniek met halflang haar en een muts, in een café in Istanbul. „Ik had het me heel anders voorgesteld. Ze zeggen dat dit de beste tijd van je leven is. Maar eerst kwam de pandemie. En sinds de aardbeving hebben we wéér online college omdat de studentenslaapzalen ter beschikking zijn gesteld aan de slachtoffers. Bovendien is het leven door de hoge inflatie schreeuwend duur geworden. Mijn vrienden en ik hebben geen geld om in het weekend te gaan stappen. In plaats daarvan zitten we thuis met een paar biertjes.”

Polat heeft het nog relatief goed. Hij wordt financieel ondersteund door zijn ouders die in de zuidelijke stad Adana wonen en beiden een goede baan hebben. En toen hij naar Istanbul verhuisde om te studeren, kon hij bij zijn broer intrekken, die hem was voorgegaan en nu een eigen bedrijfje heeft. De meeste van zijn vrienden wonen in studentenslaapzalen omdat een huurhuis onbetaalbaar is geworden als gevolg van de huizencrisis. „Om te overleven, werken ze in het weekend in bars of koffietenten. Zelfs een maaltijd in het cafetaria op de universiteit is te duur voor ze geworden. Ze zijn wanhopig.”

Luister ook naar de podcast Vandaag over de Turkse verkiezingen, met correspondent Toon Beemsterboer

Zoals veel Turkse jongeren snakt Polat naar verandering. Daarom gaat hij zondag stemmen op Kemal Kilicdaroglu, de presidentskandidaat van de oppositiealliantie. „Kilicdaroglu is een kalme, vreedzame man. Zo’n leider hebben we nodig. Want na jaren van politieke instabiliteit, toenemende repressie en polarisatie zijn we zo gespannen. Door zijn autoritaire leiderschapsstijl is Erdogan de steun van jeugd kwijtgeraakt. We houden niet van de strikte regels die hij oplegt aan de samenleving, zoals het verbieden van concerten en het controleren van sociale media. We hebben vrijheid nodig.”

Teamspeler

Hoewel Kilicdaroglu (74) nog ouder is dan Erdogan (69), lijkt zijn boodschap meer te resoneren bij jongeren. Terwijl Erdogan zijn imago benadrukt van een sterke leider die van Turkije een grootmacht heeft gemaakt, presenteert Kilicdaroglu zich als een teamspeler die een eind zal maken aan de polarisatie en de democratie zal herstellen. In een ruim 100 miljoen keer bekeken video waarin Kilicdaroglu inging op zijn alevitische afkomst, de grootste Turkse religieuze minderheid, beloofde hij van Turkije een land te maken waarin „we niet langer praten over identiteit en verdeeldheid”. In de meeste peilingen heeft hij een kleine voorsprong. Zo’n 57 procent van de kiezers die voor het eerst naar de stembus gaan, zegt dat ze nooit op Erdogan zullen stemmen.

Veel Turkse jongeren staan heel anders in het leven dan hun ouders. Ze zijn de (klein)kinderen van de miljoenen arbeidsmigranten die de laatste decennia van het platteland naar de grote steden trokken. Erdogan heeft zijn politieke carrière te danken aan de steun van deze arbeidersklasse. Dankzij de onstuimige economische groei in de eerste helft van zijn bewind, groeide die uit tot een nieuwe conservatief-religieuze middenklasse. Tot hun vreugde maakte Erdogan een eind aan de seculiere repressie van de jaren negentig, toen het dragen van een hoofddoek op de universiteit verboden was.

Jeugdwerkloosheid

Maar de nieuwe generatie heeft deze tijd niet bewust meegemaakt, en kent alleen de repressie van Erdogan. Anders dan hun ouders groeiden de meeste jongeren op in de grote stad. Velen kregen de kans om naar de universiteit te gaan, waar ze in aanraking kwamen met studenten uit alle delen van Turkije. Het maakte ze toleranter voor andersdenkenden. Hun gemiddeld hogere opleiding ten spijt kunnen velen geen geschikte baan vinden. De jeugdwerkloosheid is 25 procent. Hierdoor ziet de meerderheid van de jongeren de toekomst van Turkije somber in. Velen zijn bang voor economische ineenstorting.

Deze jongeren zijn gevoeliger en bedachtzamer dan eerdere generaties, zegt Ali Çaglar, politicoloog van de Haceteppe Universiteit in Ankara. Hij coördineerde een groot onderzoek naar de jeugd voor de Duitse Konrad Audenauer Stiftung. „De grootste groep noemt zich a-politiek. Dit is een breuk met de generatie van hun ouders, die verdeeld was tussen links en rechts, seculier en religieus. Jongeren hebben een broertje dood aan strikte ideologische identiteiten. Dankzij internet voelen ze zich meer wereldburgers. Maar dit betekent niet dat ze geen idealen hebben.”

Erdogan heeft geprobeerd een vrome generatie te creëren, maar dat is volgens Çaglar niet gelukt. Zo investeerde hij veel in religieus onderwijs en breidde hij het aantal islamitische Imam Hatip-scholen sterk uit. Hoewel Imam Hatip-leerlingen nu 11 procent uitmaken van het totaal aan middelbare scholieren, krijgen ze 23 procent van het beschikbare budget. „Toch is het percentage deïstische jongeren op Imam Hatip-scholen erg hoog”, zegt Çaglar, doelend op een groep die wel in Gods schepping gelooft maar niet in diens bemoeienis met het dagelijks leven. „Jongeren associëren islam met een corrupte overheid. En ze weten dat er meer is dan Turkije en de islamitische wereld.”

Erdogan heeft in het verleden toegegeven dat hij moeite heeft om jongeren te bereiken omdat ze minder ontvankelijk zijn voor zijn identiteitspolitiek. Hij zei dat zijn AK-partij na twintig jaar weliswaar de politiek en de economie domineert, maar er niet in slaagt het culturele leven te beheersen. „We worstelen om onze verworvenheden over te brengen aan onze jongeren, die niet in het oude Turkije woonden en de problemen van toen niet kennen”, zei hij in 2021.

Internetvrijheid

Hoe groot de kloof met de jeugd is, bleek tijdens de pandemie. Door slechte planning had de regering de datum van de universiteitsexamens enkele keren verschoven. Erdogan besloot een toelichting te geven via een livestream op YouTube. Terwijl hij sprak, kreeg de video honderdduizenden dislikes. De hashtag #OyMoyYok (geen stem voor jou) werd trending in de comments. Daarop schakelde Erdogans kantoor prompt de comments uit. Kort hierna kondigde de president wetgeving aan om sociale media aan banden te leggen.

Maar als er iets belangrijk is voor jongeren, dan is het internetvrijheid. „We kunnen Erdogan online niet bekritiseren”, zegt de student Polat. „Ik ken mensen die daarvoor opgepakt zijn. Ik heb al tien jaar een Twitteraccount, maar ik post niets meer. Ik gebruik Twitter alleen nog om het nieuws te volgen. Ik zou willen dat het anders was. Maar mijn familie waarschuwt me om voorzichtig te zijn met wat ik op sociale media deel; ze zijn bang dat de politie op een dag ook bij mij voor de deur staat. Als president Erdogan de verkiezingen wint, dan wil ik naar Europa. Jongeren daar leven niet zoals wij.”

Polat is bepaald niet de enige. Er wordt een heuse exodus voorspeld als Erdogan de verkiezingen wint. En Turkije kampte de laatste jaren al met een brain drain. Volgens cijfers van het Turkse Instituut voor Statistiek (TUIK) hebben tussen 2016 en 2019 zo’n 330.000 mensen het land verlaten, van wie de helft tussen de 20 en 34 jaar. Na 2019 stopte TUIK met het publiceren van de emigratiecijfers. De economische crisis is de belangrijkste reden. De scherpe daling van de Turkse lira heeft de koopkracht uitgehold, wat veel jonge academici ertoe heeft aangezet om hun toekomst in het Westen te zoeken.

Maar ook repressie en politieke vervolging maken dat Turken weg willen. Ze vormen al de derde groep asielzoekers in Europa in omvang, na Syriërs en Afghanen. Een jonge Koerdische microbioloog uit het oosten van Turkije, die anoniem wil blijven, vertelt dat hij Duits aan het leren is. Als Erdogan de verkiezingen wint, wil hij naar Duitsland vertrekken. Enkele jaren geleden vaardigde Erdogan een decreet tegen hem uit omdat zijn (inmiddels gesneuvelde) broer een PKK-strijder was. Hierdoor kan hij een carrière als arts of academicus in Turkije wel vergeten.

Lees hier meer over de rol van de Koerden bij de Turkse verkiezingen

Zelf steunt hij de PKK niet. „Ik ben tegen geweld, want dat vergroot de verdeeldheid tussen Koerden en Turken alleen maar”, zegt hij. „Toch verwijt ik mijn broer niet dat ik door hem geen goede baan kan vinden. Geography is destiny. De regering wil niet dat de Koerden zich ontwikkelen. Daarom zie ik geen andere mogelijkheid dan naar het buitenland gaan. Meerdere van mijn vrienden zijn al naar Duitsland vertrokken, om dezelfde reden. Ze zijn gelukkig daar. Een van hen is zelfs getrouwd met een Duitse vrouw. Ze zien weer een toekomst voor zich.”