Wat vindt NRC | Nu de hoogste alarmfase van de coronapandemie voorbij is moeten lessen worden getrokken, bijvoorbeeld over vaccinongelijkheid

Coronapandemie

Commentaar

Op veel plaatsen staan ze nog, als stille relikwieën uit een bijna vergeten tijdperk: bordjes met pijlen die wijzen naar de plaatselijke vaccinatielocatie. Of de treinreiziger met een mondkapje, ogenschijnlijk verdwaald in de tijd. Voor velen lijkt het geschiedenis: de avondklok, Covid-tests, anderhalve meter, het coronabewijs, volle ic’s, lege stadions, gesloten theaters, verlaten winkelstraten, vaccinvoordringers en corona-ontkenners, quarantaine en verhitte debatten.

Het zal velen zijn ontgaan, maar een week geleden verklaarde de baas van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Tedros Adhanom Ghebreyesus, officieel dat de coronapandemie die de wereld drie jaar lang in een wurggreep hield, niet langer wordt bestempeld als ‘een internationale noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid’.

Stellen dat de pandemie een zware stempel heeft gedrukt op de wereld en haar 8 miljard bewoners, is een eufemisme. Soms waren de gevolgen van het virus tijdelijk, vaak zijn ze blijvend. Soms waren ze vervelend, onhandig of ergerniswekkend, maar vaak ook dodelijk, of levensbepalend. Volgens Tedros kostte de pandemie zo’n twintig miljoen mensen het leven – met de zwaarste klappen in de minder welvarende delen van de wereld. Miljoenen anderen worden nog dagelijks geconfronteerd met ernstige fysieke gevolgen van een besmetting. Of leven in angst alsnog besmet te raken, omdat hun lichaam dat vanwege andere medische aandoeningen niet kan verdragen.

Terwijl het virus drie jaar lang in golven over de wereld rolde, was iedereen genoodzaakt zich aan te passen. Achteraf is het wellicht makkelijk te constateren dat lockdowns te lang duurden, of dat maatregelen die de verspreiding van het virus moesten indammen te streng waren, of disproportioneel. Iedereen kreeg ermee te maken: burgers, regeringen, overheden, bedrijven, instellingen in het onderwijs, de cultuursector of de sportwereld. De klappen die de wereldhandel en de luchtvaart opliepen tijdens de gedwongen de-globalisering hadden ook een positieve uitwerking: op het milieu.

Lees ook: De coronapandemie is voorbij, behalve in de Tweede Kamer

Maar één probleem was voor iedereen gelijk: de hele wereld bevond zich op onbekend terrein en was gedwongen te navigeren zonder instrumenten, in het ongewisse over de juistheid of de noodzaak van elk besluit. Het leverde telkens weer ongekend felle en emotionele discussies op. Lang niet iedereen wenste zich neer te leggen bij het primaat van de wetenschap, als het ging om de indamming van het virus. Wellicht kan betere voorlichting daar een oplossing bieden, maar het wantrouwen van politici, wetenschappers, bestuurders en media is een breder probleem, net als het verspreiden van desinformatie. Achteraf is terecht al wel vastgesteld dat ook bij de bestrijding van een gevaarlijke pandemie ook aandacht moet worden gegeven aan de psychische en mentale gevolgen die mensen ondervinden van strenge, beperkende maatregelen. Die erkenning kwam te laat, na nodeloos lange schoolsluitingen en maatregelen die burgers in een sociaal isolement duwden. Bestuurders en wetenschappers hadden onvoldoende oog voor nevenschade.

Hoewel het virus verre van verdwenen is en een heropleving mogelijk, is het verstandig lering te trekken uit de misstanden die tijdens de donkerste dagen aan het licht kwamen. Op de eerste plaats blijft het onaanvaardbaar dat het onderzoek naar het ontstaan van de pandemie, vermoedelijk in China, nog altijd wordt gedwarsboomd. Dat zal vermoedelijk ook niet meer gebeuren, helaas, want dergelijke kennis kan cruciaal zijn bij het voorkomen van een volgende pandemie.

Een andere les betreft de ongelijkheid die zichtbaar werd toen in de westerse wereld in korte tijd enkele zeer effectieve vaccins waren ontwikkeld, die bovendien op grote schaal konden worden geproduceerd. Het was schrijnend en beschamend om te zien hoe tal van armere landen, bijvoorbeeld in Afrika, langer dan een jaar moesten wachten tot het vaccin ook voor hen beschikbaar werd.

Ook maakte de crisis duidelijk dat de wereld slecht was voorbereid op een grootschalige virusuitbraak, ondanks verschillende waarschuwingen. De pandemische paraatheid zal aanzienlijk moeten worden vergroot. Elk land draagt daarbij verantwoordelijkheid.

In Europa, en zeker in Nederland, kwam de kwetsbaarheid aan het licht bij de krankzinnige wedloop om een simpel en goedkoop beschermingsmiddel als het mondkapje. Ook bleek dat de zorgcapaciteit verre van voldoende is om een grote virusuitbraak te kunnen bestrijden. Nu is de tijd om zwakke schakels op te sporen en te versterken. Dat geldt zeker ook voor de waaier aan wettelijke noodmaatregelen die moest worden opgetuigd om de pandemie te kunnen bestrijden.