N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Boekenreeks De zoon van de overleden schrijfster van de populaire boekenreeks Zeven Zussen maakte het achtste en laatste boek af. Dit soort verkoopcijfers zijn sinds Harry Potter niet meer gehaald.
Atlas – het verhaal van Pa Salt, het achtste en laatste deel in de populaire Zeven Zussen-reeks van de inmiddels overleden schrijfster Lucinda Riley, is in één etmaal naar schatting tussen de 100.000 en 150.000 keer verkocht. Die berekening maakte Xander Uitgevers vrijdag op basis van verkoopcijfers van de vijf grootste retailketens waaraan het bedrijf boeken levert.
Als de schatting klopt, gaat het om verkoopcijfers die „in tientallen jaren niet zijn voorgekomen”, zegt een woordvoerder van koepelorganisatie CPNB tegen persbureau ANP. En ook volgens de Groep Algemene Uitgevers, de koepel van Nederlandse uitgevers, zijn dit soort aantallen „sinds de eerste Harry Potter-delen een kwart eeuw geleden, door geen enkel boek meer gehaald”. Of van een absoluut record sprake is, kunnen de organisaties pas volgende week vrijdag zeggen, als de definitieve cijfers bekend worden gemaakt.
Dit weerhoudt Xander Uitgevers niet van een uitgelaten reactie. De geschatte verkoop „overtreft echt alle verwachtingen”, aldus een woordvoerder. „We hadden zeker gehoopt op veel verkoop, maar zo’n stormloop hadden we niet aan zien komen.” De uitgeverij ziet door de media-aandacht ook een toename van de verkoop van het eerste deel. „Daaruit maken we op dat er ook nog heel veel nieuwe lezers bijkomen.”
Zeven geadopteerde zussen
De boekenreeks gaat over een groep zussen die na de plotselinge dood van hun vader samenkomen in hun ouderlijk landhuis aan het Meer van Genève. De zussen zijn allemaal geadopteerd, en na de dood van hun vader hebben ze elk een mysterieuze brief gekregen over hun afkomst. In elk boek achterhaalt een van de zussen haar achtergrond én vindt daarbij de liefde van haar leven. „Een hedendaagse romance wordt zo verwikkeld in een historisch verhaal, waarin het ook vaak gaat om het kunstenaarschap van voorouders”, schreef NRC in 2021.
Eigenlijk zou het zevende boek het laatste zijn, maar Riley had meer bladzijdes nodig om het verhaal af te ronden. Ze beloofde haar fans een achtste boek, waarin ze de vraag zou beantwoorden wie de mysterieuze adoptievader Pa Salt is. Riley rondde voor haar dood – ze overleed op 55-jarige leeftijd aan kanker – in juni 2021 een aantal belangrijke passages van haar boek af. Ook maakte ze aantekeningen over het plot. Harry Whittaker, haar oudste zoon, voltooide het boek.
Populariteit
De dna-zoektocht die de zussen stuk voor stuk doormaken is een thema dat het op televisie vaak goed doet, en zo ook bij deze reeks. Wat verder bijdraagt aan de populariteit van de Zeven Zussen is dat de boeken goed te volgen zijn en makkelijk weglezen. Bovendien werden ze op de markt gebracht als een literaire serie met het uiterlijk van een lieflijke bouquetreeks. Toch is niet iedereen het erover eens dat de boeken die beloftes waarmaken; NRC plaatste eerder vraagtekens bij de literaire waarde van de boeken.
Riley ontving vaker slechte recensies voor haar boeken, hoewel dat haar vele lezers niet lijkt te deren. Zelf vond Riley het jammer, maar het winnen van literaire prijzen was nooit haar doel, vertelde ze in 2019 in een interview. „Ik wil geen literaire fictie schrijven die door 2.500 mensen wordt gelezen, maar door iedereen. Welk boek ik ook schrijf, ik eindig altijd met hoop. Alles liever dan een roman van 250 pagina’s met een droog, plotloos verhaal, waarin elke zin prachtig is gebeeldhouwd, maar waar de auteur vergeten is een verhaal te vertellen.”
Opvallend is dat de boeken vooral in Nederland goed verkopen. Dat komt onder andere doordat de Ierse Lucinda Riley in het Verenigd Koninkrijk last had van een reputatieprobleem. In 2000 publiceerde ze een thriller over het Britse Koningshuis, Seeing Double. Dat boek verscheen ongelukkigerwijs net na het overlijden van prinses Diana, waardoor Riley veel kritiek over zich heen kreeg. Met veel moeite bouwde ze daarna haar reputatie als schrijfster weer op. In Nederland had ze daar geen last van, en verschenen de boeken bovendien sneller achter elkaar.
Het boek gaat de komende maanden naar verwachting nog veel vaker over de toonbank. De zevende editie van de reeks werd in Nederland ruim 300.000 keer verkocht.
Vrijheid van meningsuiting is een ruim begrip. De vuile was ophangen in je tuin heeft geen betekenis, maar pal voor een parlementsgebouw… En zo zijn er meer niet-tekstuele uitingen, symbolic conduct genoemd, die vallen onder Artikel 7 van Grondwet. Het dragen van een keffiyeh – Palestijnse sjaal – bij protesten tegen de Israëlische bezetting in Gaza valt eronder. En dan kun je die uit soliditeit met de Palestijnen deels over je gezicht trekken.
Maar is dat straks nog toegestaan?
„Ik zie het wel zitten, om hier straks met zeventig aangehouden demonstranten in de rechtszaal discussie over te voeren”, zegt advocaat Willem Jebbink, die al jaren betogers bijstaat. „Is een keffiyeh deels over het gezicht getrokken niet een van de traditionele draagwijzen? En tot waar mag ’ie dan over het gezicht? De mond? De neus?” Jebbink kan zich er met andere woorden, geen enkele voorstelling van maken hoe je zo’n symbolic conduct strafbaar kunt stellen. „Zonde van de rechtbankcapaciteit.”
Maar zo’n verbod is wel wat de Tweede Kamer wil. Die stemde maandag in met een motie van Joost Eerdmans (JA21) en Chris Stoffer (SGP) om gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties niet meer toe te laten. De motie kreeg steun van ChristenUnie, FVD, CDA en de coalitiepartijen PVV, VVD en BBB. Coalitiepartner NSC stemde niet mee.
Vrijheid van meningsuiting
Het verbod zou een uitbreiding zijn van het in 2019 ingevoerde, zogeheten ‘boerkaverbod’, dat gezichtsbedekking in overheidsgebouwen, het openbaar vervoer, het onderwijs en de zorg verbiedt. Een wetsuitbreiding is volgens de motie nodig omdat demonstranten „steeds vaker onherkenbaar zijn, waardoor wetsovertredende demonstranten nauwelijks vervolgd kunnen worden”. Eerder deze week noemde Eerdmans in deze krant als reden de uit de hand gelopen studentenprotesten rondom Gaza. Zo waren er op de Universiteit van Amsterdam gemaskerde personen onder de betogers die vernielingen aanrichtten.
Het kabinet zal nu kijken naar de uitvoerbaarheid van de motie en daar zijn vraagtekens bij te plaatsen. De afgelopen jaren zijn vijfmaal eerder verschillende wetsvoorstellen ingediend die een algemeen verbod op gezichtsbedekkende kleding beoogden en die zijn, op die van 2019 na, allen gestrand. Doel is telkens bescherming van de maatschappelijke orde, maar de Raad van State adviseerde dikwijls dat van „dringende maatschappelijke behoefte” geen sprake is en een verbod in strijd is met de vrijheid van meningsuiting.
Gemeentelijke voorwaarden
Of zo’n verbod bij demonstraties nu wel uitvoerbaar is? Hansko Broeksteeg, hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit, ziet niet direct de meerwaarde van de wetswijziging. Het gaat hier om Artikel 9 van de Grondwet, waarin het recht tot betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Dat betekent dat een demonstratie ‘vreedzaam’ moet verlopen en dat burgemeesters anders ter voorkoming van wanordelijkheden zelf voorschriften aan een aangemelde betoging kunnen opleggen, zoals een verbod op gezichtsbedekking. „Dat is geregeld via de Wet openbare manifestaties.”
De gemeente Den Haag hanteert in haar voorwaarden al standaard dat demonstranten geen gezichtsbedekkende kleding mogen dragen en ook de gemeente Amsterdam stelt de bepaling geregeld als voorschrift bij een aangemelde demonstratie. Het staat al zó vaak als beperkende voorwaarde genoemd, zegt advocaat Jebbink, dat hij zich afvraagt of burgemeesters de aanvraag van een demonstratie nog wel echt beoordelen. Al ziet hij in de praktijk ook dat overtreding van het verbod nooit wordt bestraft. „Het OM vervolgt alleen als een demonstrant daarnaast ook iets laakbaars heeft gedaan, zoals stenen gooien. En dan worden ze er tijdens een betoging door de politie sowieso wel uitgepikt, met of zonder gezichtsbedekking.”
Tegelijkertijd kan Rian de Jong – „al vind ik het geen goed idee” – wel begrijpen waar het idee voor het verbod vandaan komt. Als hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit onderzoekt ze openbare ordehandhaving. Ze heeft het karakter van demonstraties de afgelopen jaren zien veranderen. In heel Europa worden betogingen regelmatiger „gekaapt” door onherkenbare, gemaskerde activisten die niet uit zijn op vreedzaam betogen maar op geweld. Ze zag ze opduiken bij demonstraties tegen transporten van kernafval in Duitsland, bij antiglobaliseringsbetogingen rondom de G7- en G8-toppen, bij tegendemonstraties tegen Kick Out Zwarte Piet en ook bij de studentenprotesten. „Deze activisten mengen zich onder de vredelievende demonstranten en veranderen het karakter van de betoging.”
Politie houdt betogers in de gaten
Nog zo’n ontwikkeling die ze ziet: steeds minder demonstraties worden vooraf aangemeld bij een gemeente. Dat speelt vooral bij de langdurige betogingen, zoals die van studenten en van Extinction Rebellion. Met als gevolg dat er vaak geen contact meer is tussen organisatoren en gemeente, zoals over tijd en locatie, en burgemeesters vooraf geen beperkende bepalingen kunnen opleggen. De politie houdt de betogingen daarom meer in de gaten, om de identiteit van betogers vast te leggen. Door namen te noteren, foto- en filmopnames te maken „en betogers worden soms thuis opgezocht.”
Voor de overheid, zegt De Jong, is het handig om mensen te identificeren via camerabeelden, of ze te verbieden gezichtsbedekking te dragen, zeker als er raddraaiers tussen zitten. Maar vanuit de vreedzame demonstranten is de reactie juist omgekeerd: „die gaan méér gezichtsbedekking dragen”. Want ze willen niet opgezocht worden door de politie. Er zijn volgens De Jong ook tal van andere legitieme redenen voor anoniem protest. „Als je tegen een regime demonstreert kan het zijn dat het regime je ook hier in de gaten houden. Of je wilt anoniem demonstreren omdat je werkgever niet zo blij is met je standpunt.”
De Jong heeft de indruk dat door de nieuwe vormen van actievoeren op dit moment „de balans even zoek is”. Zowel bij de demonstrant, wiens betoging soms wordt ‘gekaapt’, als bij de overheid, niet wetend hoe te reageren. Maar een verbod op gezichtsbedekkende kleding zal daar vermoedelijk weinig aan veranderen. „Om de echte raddraaiers te pakken heb je zo’n verbod niet nodig. Je benadeelt er vooral de vreedzame demonstranten mee.”
Lees ook
Gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties moet verboden worden, vindt Tweede Kamer
Het snel escalerende conflict tussen Israël en Hezbollah en de maar voortdurende Gaza-oorlog leidden op de eerste dag van de jaarlijkse VN-vergadering van regeringsleiders tot verwoede pogingen het conflict in te dammen. Het leidde ook tot emotionele uithalen en diplomatieke bezweringsformules.
Secretaris-generaal António Gutterres veroordeelde de aanval van Hamas op Israël van 7 oktober vorig jaar. „Niets rechtvaardigt de weerzinwekkende terreur.” Hij kreeg pas een stevig applaus toen hij eraan toevoegde dat niets de collectieve bestraffing van het Palestijnse volk kan rechtvaardigen.
De Amerikaanse president Joe Biden riep in zijn afscheidstoespraak tot de Algemene Vergadering nogmaals op tot een staakt-het-vuren. „Ze hebben niet om deze oorlog gevraagd”, zei hij over de inwoners van Gaza. Hij spoorde Israël en Hamas aan om nu eindelijk het Amerikaanse voorstel voor een staakt-het-vuren in combinatie met de vrijlating van de gijzelaars te omarmen.
Biden veroordeelde de recente aanvallen van Israël op Hezbollah niet. En volgens minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) hoefde hij dat ook niet te doen, zei hij in een kort gesprek met Nederlandse journalisten.
Op de vraag of het terecht is dat Israël nu ingrijpt zei Veldkamp: „Het is natuurlijk wel zo dat er al tienduizenden mensen in Israël sinds oktober vorig jaar geëvacueerd zijn uit het noorden en dat Hezbolllah meer dan 8.500 raketten op Israël heeft afgeschoten.” Veldkamp begrijpt dat de Israëlische regering daarom onder druk staat om iets te doen.
„Ik ben buitengewoon bezorgd over de situatie. Er wordt nog steeds hard getrokken aan een diplomatieke oplossing. Dat zou moeten gebeuren op basis van Veiligheidsraadresolutie 1701: dat betekent dat Hezbollah zich moet terugtrekken naar het noorden, tot achter de rivier Litani. Dat is nog niet gelukt, maar dat zou heel erg bijdragen aan de-escalatie.”
Lees ook
Hezbollah misrekende zich tegenover Israël en hapt nu naar adem
‘Diplomatie is enige hoop’
Diplomatie is de enige hoop, zei Veldkamp, al is het resultaat van diplomatieke inspanningen vaak niet meteen zichtbaar.
Achter de schermen werd op Manhattan druk uitgeoefend op de nieuwe Iraanse president Masoud Pezeshkian om een regionaal conflict te voorkomen. Iran steunt zowel Hezbollah als Hamas en de vrees is dat Iran de steun aan zijn bondgenoten zal opvoeren, met een regionale oorlog tot gevolg.
Hoeveel effect die gesprekken nu hebben is niet te zeggen. Niet erg bemoedigend was het verslag van een Europese politicus. Nadat deze Pezeshkian erop had gewezen dat Iran een destabiliserende invloed heeft op het Midden-Oosten door terroristische groeperingen als Hamas en Hezbollah te ondersteunen, antwoordde de Iraniër, naar verluidt, dat niet Iran, maar Israël het Midden-Oosten destabiliseert.
Biden was opvallend mild over Iran. Mogelijk wilde hij het gesprek met Iran niet nodeloos belasten. De hoop is dat Perzsheskian, ondanks de crisis, een iets gematigder toon zal aanslaan dan zijn voorgangers.
De Europese Unie heeft intussen moeite met één mond te spreken. EU-buitenlandchef Josep Borrell, was fel in zijn veroordeling van het geweld, maar zijn uitspraken worden niet in alle Europese hoofdsteden gedeeld.
„De situatie is extreem gevaarlijk en zorgwekkend”, zei Borrell maandagavond in New York. „Als dit geen oorlogssituatie is, weet ik niet hoe je het anders moet noemen.”
Het hoge aantal slachtoffers bij de Israëlische luchtaanval wees er volgens Borrell op dat Israël geen rekening had gehouden met de burgerbevolking. Daardoor betaalden burgers een „onacceptabele prijs”.
Macron steunt Libanese volk
De Franse president Emmanuel Macron doet alles om te laten zien dat hij kritisch is op de Israëlische agressie tegen Hezbollah-strijders op Libanees grondgebied en dat hij het Libanese volk steunt. Na de Israëlische pieper-aanval vorige week publiceerde hij een videoboodschap aan „Libanezen, mijn waarde vrienden”, waarin hij zijn medeleven deelt met burgerslachtoffers.
Macron sprak ook met leiders in de regio. Hij zou de Israëlische premier Netanyahu hebben beschuldigd van het uitlokken van een oorlog. „Het is uw verantwoordelijkheid om escalatie te voorkomen. […] Dit is het moment om leiderschap te tonen”, citeert de Franse radiozender RFI uit Israëlische media. Netanyahu zou Macron hebben toegebeten dat hij juist druk zou moeten zetten op Hezbollah.
Joe Biden bood in zijn afscheidstoespraak een sprankje hoop voor een wereld die verlamd naar schijnbaar onoplosbare conflicten staart. Zijn decennialange ervaring had hem geleerd, zei Biden, dat dingen wél beter kunnen worden, dat er ook een toekomst is na oorlog. Hij verwees daarbij onder andere naar de verzoening tussen Vietnam en de VS.
Pannen, eieren, scheermesjes, diverse groenten, instant noedels en afwasmiddel. Ondernemer Ismail Ramo verkoopt vanuit zijn marktkraam Alkosh, genaamd naar het Armeense stadje waarvandaan hij in 1998 met zijn vrouw vluchtte, een groot assortiment aan basale benodigdheden aan de mensen die verblijven in aanmeldcentrum Ter Apelervenen. „We staan hier al twintig jaar”, zegt hij. „Achttien jaar”, corrigeert zijn vrouw hem vanachter de kraam.
Het aanmeldcentrum van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) ligt langs de provinciale weg, op loopafstand van het dorpje Ter Apel. „Het is niet drukker dan normaal”, zegt Ramo, verwijzend naar het hoogoplopende conflict tussen het COA en de gemeente Westerwolde over het aantal asielzoekers dat hier verblijft. Soms komen er een paar bussen, dan lijkt het druk, zegt hij. Zeker als de zon schijnt en de mensen hier op het grasveld zitten. „Maar die mensen gaan ook weer weg. Het is allemaal politiek.”
Zijn ervaring strookt niet met de werkelijkheid zoals het COA, het dorpje Ter Apel en de gemeente Westerwolde die ervaren. Vorig weekend was het aanmeldcentrum zo vol dat het COA zich gedwongen zag mensen in portakabins, een soort containers met ramen, te laten slapen. Dat ging in tegen afspraken die gemaakt waren met de gemeente.
„Die portakabins zijn er niet voor bedoeld om mensen in te laten verblijven”, zegt de woordvoerder van de gemeente Westerwolde. „Ten eerste is er geen vergunning om mensen daar te laten overnachten, maar het is vooral ook gevaarlijk.” Er hangen losse draden, bedden staan voor nooduitgangen, brandblussers en rookmelders ontbreken, zegt hij. „De brandweer heeft gezegd dat er niet overnacht kan worden, net als de inspectie van Justitie en Veiligheid. De burgemeester heeft daarom vorig weekend weer aangegeven dat er geen mensen mogen verblijven.”
Het COA stelde daarop burgemeester Jaap Velema (D66) voor een keuze: of de mensen voor wie geen plek is slapen in een portakabin, of ze slapen in het gras. Burgemeester Velema nam contact op met de minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber (PVV). Dat leidde niet tot een oplossing.
„Al dan niet bewust wordt er vanuit het ministerie vervolgens niks geregeld”, zegt de woordvoerder van Westerwolde. „Ze geeft geen aanwijzingen, wijst geen hotels aan waar mensen opgevangen kunnen worden. Volgens internationale wetgeving is het haar verantwoordelijkheid, met als uitvoerend orgaan het COA, om die mensen op te vangen. Wij zijn verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid.”
In de portakabins werd uiteindelijk toch geslapen. „Een schoffering van het lokale bestuur”, noemde Velema het. En dus werd er, opnieuw, een last onder dwangsom uitgeschreven.
Broekzak-vestzak
Achter de poort die het dorp Ter Apel scheidt van het gelijknamige aanmeldcentrum zit ook het COA met de handen in het haar. „Natuurlijk is het een lastige keuze”, zegt de woordvoerder van het COA. „Laat je kwetsbare mensen in het gras slapen? Nee. Wij hebben uit humanitaire overwegingen gekozen om ze toch in de portakabins te laten slapen.” Liever doet het COA dat niet en sinds dat weekend is het ook niet meer voorgekomen, zegt hij, omdat ze de instroom aankonden.
Die containers staan er nog, maar met een andere reden. Om mensen droog een kop thee aan te kunnen bieden terwijl ze wachten op hun afspraak met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of tot ze een kamer wordt toegewezen.
De problematiek is niet van gisteren. De grens van tweeduizend mensen die van de gemeente in Ter Apel mogen verblijven werd zo structureel overschreden dat de burgemeester al vaker naar de rechter stapte. „De dwangsommen die worden opgelegd werken niet”, aldus het COA. Er zijn gemeenten nodig die Ter Apel willen verlichten, maar het slechte imago van het aanmeldcentrum maakt die gemeenten huiverig. „En het hele idee dat verschillende overheidsorganen tegenover elkaar staan, waarbij het geld van de een naar de ander moet, is een broekzak-vestzaksituatie.”
Lees ook
Minister Faber wil snel een asielcrisis uitroepen zonder goedkeuring van de Tweede Kamer. Hoe werkt dat?
Op drie minuten rijden van de aanmeldlocatie woont gemeenteraadslid Herma Hemmen. Langs de provinciale weg, de N366, wandelen mensen, alleen, in groepjes, met kinderwagens of rollators. Ze helpen elkaar een sigaret aansteken. Tillen boodschappentassen van de lokale supermarkt en tasjes van de Action.
Het dorp zelf, met zijn middeleeuwse klooster, is het grootste van de Groningse gemeente Westerwolde. Het telt bijna tienduizend inwoners, die hier veelal zijn opgegroeid. Zo ook Hemmen. Vanuit de serre wijst ze naar de boerderij naast haar huis. „Dat is de boerderij van mijn ouders, daar ben ik opgegroeid. Het huis waar ik woon is gebouwd door mijn opa. Ik ga hier nooit meer weg. Maar juist daarom doet het zoveel zeer om alleen maar op negatieve manier over mijn dorp te horen.”
De omgang met Ter Apel door de minister die verantwoordelijk is voor Asiel en Migratie noemt ze „te bizar voor woorden”. Ter Apel is een speelbal van de politiek, zegt ze. „We hebben al zóveel last op onze schouders en dan deze situatie laten ontstaan om over onze rug een asielcrisis uit te kunnen roepen. We hebben nu oplossingen nodig.”
Spreidingswet
Om de situatie in Ter Apel te verlichten is onder het kabinet-Rutte IV de spreidingswet aangenomen, bedoeld om asielzoekers te verspreiden over alle gemeenten. De coalitie wil die wet intrekken. 96 procent van de gemeenten is daarop tegen, tenminste totdat de asielinstroom flink is verlaagd.
Hemmen, die bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 op nummer 17 van de kandidatenlijst van de BBB stond, is anders dan haar partij voorstander van de spreidingswet. Hoewel ze daar ook kanttekeningen bij heeft. „Gelijk met de spreidingswet zouden we ook weer moeten gaan werken met procesbeschikbaarheidslocaties.” In deze PBL’s werden tijdens een pilot asielzoekers met een ‘kansarme’ aanvraag in een vorm van detentie achter hekken geplaatst. Sinds maart dit jaar zijn de PBL’s niet meer in gebruik, nadat de rechter dit een vorm van ‘vrijheidsbeperking’ noemde.
Ze zegt dat „met name jonge mannen” niet komen opdagen op hun afspraken met de IND. „Daar zitten dan nul consequenties aan. Dat daar maatregelen tegen genomen worden, daar sta ik achter. Want het is juist deze groep die zorgt voor overlast.” Hemmen hoopt dat PBL’s, met betere voorwaarden, overlast zullen voorkomen, waardoor ook andere gemeenten meer open staan voor opvang.
Sommige gemeenten hebben geen overtuiging nodig. Zutphen schoot deze week te hulp. In de Hanzehal, 133 kilometer verderop, zijn honderd noodopvangplekken beschikbaar gesteld.
„Daar zijn we natuurlijk blij mee, maar het is een ramp voor de vluchtelingen”, zegt Hemmen. „Ze worden hier ’s avonds opgehaald, daarnaartoe gebracht en ’s ochtends weer opgehaald om beschikbaar te zijn voor hun proces. Dag in, dag uit. Terwijl ze al moe zijn, worden ze ook steeds moedelozer.”
Noodopvang
Ondertussen gaan de sportactiviteiten in de Hanzehal gewoon door. De planning is iets strakker, vertelt een volleyballer die snel het veld op moet. „Normaal gesproken kunnen we een beetje uitlopen, maar nu staat stipt om tien uur ’s avonds het zaalvoetbalteam op het veld. Dan moeten we misschien vijf minuutjes eerder stoppen, maar dat is niet erg.”
Het besluit om te hulp te schieten werd vorige week dinsdag genomen, tijdens een collegevergadering. „De situatie in Ter Apel” kwam ter sprake, vertelt de woordvoerder van Zutphen. Het kan niet waar zijn dat mensen buiten moeten slapen, was de conclusie. „Er werd besloten dat als het COA ons zou bellen, we te hulp zouden schieten.”
Het verzoek van het COA kwam op vrijdag, in het weekend werd „met man en macht” gewerkt om een van de drie sportzalen van de Hanzehal in gereedheid te brengen. „Er staan nu bedden, lockers en er is douchegelegenheid. Nu is het afwachten of het nodig is.” Maar deze oplossing is van korte duur, het gaat om een ‘overflowlocatie’, die er maximaal een week zal zijn.
Vooralsnog is de noodopvang nog niet nodig geweest . Maar op het parkeerterrein, met uitzicht op voetbalvereniging Zvv AZC, staat een portakabin klaar waar asielzoekers zich kunnen opfrissen.
Ook de woordvoerder van Westerwolde is blij dat Zutphen, net als het Groningse Pekela en Stadskanaal, bijspringt. „Maar het blijft een bizarre situatie. Het hoort niet dat burgemeesters dit onderling moeten oplossen. Ongeacht de plannen van het kabinet om instroom te beperken hebben we nu een situatie waar ze verantwoordelijkheid voor moeten nemen.”