N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Mutterkur In een dorp in de Zuid-Duitse Alpen kunnen oververmoeide moeders en mantelzorgers op kosten van de verzekering tot rust komen – al komt dat neer op hard werken: wandelen, aerobics, mindfulness en pottenbakken. „Beweging reinigt de geest.”
‘Kroontjes op, medailles naar voren, bekkenbodem aanspannen!” Niemand heeft een kroontje op of een medaille om, maar een groepje vrouwen in leggings en op wandelschoenen doet alsof. Ze strekken hun schouders, rechten hun ruggen, trekken buik en billen in. Bewegingstherapeut Alexandra Übelhör, in regenpak, instrueert: „Armen lang houden. Vooruit!”
Het groepje zet zich in beweging over een grindpad, zwaaiend met Nordic walking-stokken, de bergen tegemoet. De toppen van de Alpen rond het Zuid-Duitse Oberstdorf zijn wit besneeuwd. In het dal miezert het, maar dat is geen reden om niet naar buiten gaan. „Door beweging komen gelukshormonen vrij”, zegt de energieke Übelhör, een blonde dertiger. „We gaan iedere dag naar buiten, bij elk weer. Het gaat erom om iedere dag weer de innere Schweinehund te overwinnen.” De innere Schweinehund is het Duitse luie monster dat in iedereen schuilt en liever op de bank wil liggen.
De vrouwen zijn in Oberstdorf voor een drieweekse kuur. Op doktersvoorschrift en na een maandenlange wachttijd kunnen vrouwen die opgebrand zijn door zorgtaken – met name moeders maar ook mantelzorgers – op kosten van de zorgverzekeraar drie weken op adem komen. Maar hier bijkomen betekent niet een week in de zon op het balkon, maar een strak dagelijks regime vanaf half acht ’s ochtends. Het is bijkomen met Duitse discipline.
Het gaat erom iedere dag weer de ‘innere Schweinehund’ te overwinnen
Alexandra Übelhör Bewegingstherapeut
De wandeling door het dal loopt door een wei met geiten en koeien, langs een beekje en een dorpskerk met een Beierse uikoepel. De jongste vrouw is begin dertig, de oudste in de zeventig, waardoor niet iedereen hetzelfde tempo houdt. Op instructie van Übelhör maken de voorsten steeds een lus om de achtersten op te halen „zodat niemand zich verloren voelt”.
Achterop loopt Ulrike Orlishausen, 73, met een groen jasje en groene oogschaduw. Ze is voor de vierde keer hier in Oberstdorf op kuur, in 2006 was ze er voor het eerst. Orlishausen en haar man hebben, naast hun biologische kinderen, vier pleegkinderen uit één gezin, waarvan er drie geestelijk gehandicapt zijn. Twee ervan wonen ook nu, op volwassen leeftijd, nog bij hen, de zorg is een dagtaak. „Maar ze helpen ons ook in de tuin hoor”, zegt Orlishausen blijmoedig. Toch is ze eens in de vier jaar – zo vaak wordt de kuur door de verzekering vergoed – erg toe aan drie weken voor zichzelf. Ze wijst op een soort ondiep zwembadje met een reling, aan de rand van Oberstdorf. „Een heel belangrijk onderdeel is voor mij het Kneipp-baden”, zegt Orlishausen: door een ijskoud voetbad waden om de bloedsomloop te bevorderen, legt ze uit.
‘Kuurschaduw’
De kliniek in Oberstdorf, ‘Klinik Hohes Licht’, wordt sinds ruim 25 jaar geleid door Elke Hüttenrauch. De overtuiging waarmee Hüttenrauch de instelling runt lijkt in die jaren geen greintje te zijn afgenomen. In tegendeel: „Toen ik in 1997 begon was het eerder uitzondering dan regel dat vrouwen naast het moederschap ook werkten. De eisen die aan vrouwen worden gesteld zijn immens toegenomen”, zegt Hüttenrauch bij een rondleiding door het gebouw. „En vergeleken met de jaren vijftig, toen de Mutterkur opkwam, al helemaal. Destijds ging het erom dat een kind gezond groot werd. Nu is het de taak van de moeder dat het kind behalve gezond ook nog gelukkig moet zijn als het volwassen is, en sociaal en financieel geslaagd”, briest Hüttenrauch, die zichtbaar meeleeft met de moeders die ze onder haar hoede heeft en hun stress. „En wie krijgt de schuld als het kind later ergens last van heeft?”
De kuur voor zorgende vrouwen kwam in Duitsland op in de jaren vijftig. Nu zijn er in heel Duitsland 73 klinieken waar in de afgelopen tien jaar ruim 1,1 miljoen vrouwen en ook mannen met zorgtaken een aantal weken verbleven.
De hedendaagse kuur in Duitsland vloeit voort uit de populariteit van het kuren in de achttiende eeuw. De verschillende Duitse vorstendommetjes wilden allemaal een eigen mondain kuuroord hebben, waar de elites elkaar in de zomermaanden konden ontmoeten. „Tussen april en september werd als het ware gezondheid getankt voor de wintermaanden”, zegt historica Christina Vanja. Medisch gezien berustte dat idee op de nog antieke opvatting van gezondheid van de vier lichaamssappen die in balans moesten zijn, aldus Vanja. Warme baden en zee- of berglucht zouden dat evenwicht herstellen, of voor ernstig zieken tenminste de symptomen verzachten. Behalve baden en wandelen kon je op ‘Kur’ ook dansen, gokken en een ‘Kurschatten’ (‘kuurschaduw’) opdoen: een affaire.
Lees ook: Op reis? Pff, liever thuis met een permanént vakantiegevoel
In de negentiende eeuw werd langzamerhand vastgesteld dat in warmwaterbronnen niet zo heel veel bijzonders zit dat ziekte zou kunnen genezen. Het kuren werd niettemin gedemocratiseerd en ook toegankelijk gemaakt voor bijvoorbeeld werknemers en leerkrachten. En nog altijd is een verblijf in de natuur onder medisch toezicht onderdeel van de Duitse gezondheidszorg. Voor burn-out-klachten, zoals de vrouwen hier in Oberstdorf, maar ook voor mensen met rugproblemen of een hoge bloeddruk. De kuur wordt in veel gevallen gezien als een preventieve maatregel, die erger moet voorkomen. In de jaren negentig werd de drempel voor een kuurverblijf op kosten van de verzekering wel fors verhoogd; van 900.000 preventieve kuren per jaar slonk het aantal naar 13.000 tijdens de pandemie. In 2021 is de regeling weer versoepeld; de branchevereniging rekent met 200.000 patiënten in 2025.
Verboden vrucht
Arts en psychotherapeute Simone Frohwein begeleidt alle zestig vrouwen die iedere drie weken in Oberstdorf aankomen. De vrouwen hebben iedere week een gesprekje met Frohwein. Frohwein: „De mensen in het dorp zeggen hier wel eens: ‘waarom hebben die vrouwen een gratis vakantie nodig? Ze lopen hier toch lachend door de straten?’ Ja,” zegt Frohwein „de vrouwen die hier komen functioneren nog. Maar het water staat ze tot aan de lippen”.
De stress van veel vrouwen, zegt Frohwein, zit hem vaak in onzichtbare taken. „Bij mantelzorg denkt iedereen meteen aan een badlift”, aldus Frohwein droogjes, „maar als je kinderen hebt, en een baan, en ook nog ouder wordende ouders voor wie je de zorg moet organiseren, dan gaat het niet alleen om fysieke uitputting maar ook om het gevoel uiteindelijk voor alles verantwoordelijk te zijn. Een enorme last.”
Marlene (68) zorgde veertien jaar lang voor haar man, die verlamd was, en haar moeder, die dement was; beiden overleden een aantal maanden geleden. „Ik wist niet meer wat ik met mezelf aan moest, na hun overlijden”, zegt Marlene. „Toen stelde mijn arts de kuur voor.”
Juliane (54) werkt 25 uur in de week. Ze heeft twee kinderen; de jongste van de twee heeft downsyndroom en is in de puberteit – „een uitdaging”, zegt ze. Daarnaast organiseert ze de zorg voor haar ouders en schoonouders. „Hier lukt het me eindelijk om een beetje afstand te nemen en te bedenken hoe het verder moet, hoe ik beter mijn energie kan verdelen tussen werk, kinderen en ouders.” Als je moe bent, zegt arts Frohwein, kun je geen grenzen meer stellen.
In de kliniek in Oberstdorf wordt alles uit handen genomen. De artsen stellen een programma samen voor de drie weken. Op een dag staat bijvoorbeeld Nordic walking op het programma, maar ook nog aerobics, mindfulness, een massage en een uurtje pottenbakken. Tussendoor drie gezonde maaltijden. Als één van de vrouwen tussen de etenstijden door met een leeg bordje naar de pantry loopt, zegt een andere vrouw op de gang: „Meegebracht eten mag niet!” „Maar het was maar een appel!”, verweert zich de ander.
Na een aerobics-uur met hitjes uit de jaren nul zegt docente Hanna Strauss, terwijl ze in wit leren slippers stapt: „Het gaat er hier ook om dat de vrouwen een ander lichaamsgevoel krijgen. Dat ze zich sterker en gesterkt voelen”. „Beweging reinigt de geest”, vult arts Frohwein aan. Voor het aerobics-zaaltje stapt een vrouw in ooievaarspas door het koude Kneipp-bad – te snel er doorheen is ook weer niet goed voor de bloedsomloop.
Hier lukt het me eindelijk om een beetje afstand te nemen
Julianne moeder en mantelzorger
Irina (midden veertig) vindt de wandelingen het fijnste onderdeel van de kuur. Zij heeft uit financiële nood twee banen en voedt in haar eentje twee dochters op die beiden turnen op hoog niveau, waardoor ze haar dochters bijna iedere dag naar training moet brengen. Haar stress ontwikkelde zich in loop van tijd tot een angststoornis, waardoor ze niet meer auto durfde te rijden en bijna niet meer naar buiten durfde.
„De therapieën die ik thuis heb geprobeerd leverden weinig op. Hier durf ik weer vrij naar buiten en de berg op”, zegt Irina tevreden. Ze voelt zich beter dan in jaren, ook omdat ze het gevoel heeft er niet alleen voor te staan. „’s Avonds ga ik in de sauna om goed te kunnen slapen. Daar kom ik dan alle andere moeders tegen met slaapproblemen.”