N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Luchtvaart De Europese Commissie heeft fouten gemaakt bij de beoordeling van Duitse staatssteun aan Lufthansa. Dat stelt het Europees Gerecht. Een klap voor de Commissie, een overwinning voor Ryanair.
De Europese Commissie had nooit mogen goedkeuren dat de Duitse overheid in 2020 voor 6 miljard euro aan coronasteun gaf aan luchtvaartmaatschappij Lufthansa en haar dochterbedrijven.
Dat volgt uit een uitspraak die het Europees Gerecht, de op een na hoogste rechtbank van de Europese Unie, dinsdag heeft gepubliceerd.
Volgens de Europese rechters heeft de Commissie beoordelingsfouten gemaakt bij het toestaan van deze staatssteun. Het Gerecht heeft de goedkeuring van het coronapakket nietig verklaard. Lufthansa heeft de steun inmiddels terugbetaald.
De uitspraak van het Gerecht is een overwinning voor de eisers, de Ierse budgetmaatschappij Ryanair en de Duitse concurrent Condor. Ryanair voert al enkele jaren rechtszaken tegen de in zijn ogen onterechte miljardensteun aan luchtvaartmaatschappijen.
Volgens een woordvoerder van het Gerecht heeft Ryanair nog dertig zaken aangespannen bij het Gerecht, ook over andere thema’s dan vermeend ongeoorloofde coronasteun. Eerder bepaalde de Europese rechters onder meer dat de Commissie beter moest onderbouwen waarom Nederland miljarden zou mogen geven aan KLM en waarom holdingmaatschappij Air France-KLM twee keer steun kreeg, van Nederland én Frankrijk. Er loopt nog een zaak over de herkapitalisatie van Air France-KLM.
Geraakt door Covid-19
Net als veel andere luchtvaartmaatschappijen die in 2020 ernstig werden geraakt door Covid-19, kreeg Lufthansa forse financiële steun van de overheid. De groep – waartoe niet alleen de Duitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa behoort maar ook Brussels Airlines, Austrian Airlines, Swiss Air en Edelweiss Air – kreeg de 6 miljard euro steun in drie delen. De Duitse overheid kocht voor 300 miljoen euro aandelen in de maatschappij, en de staat nam twee ‘stille deelnemingen’, van 4,7 miljard en 1 miljard euro.
Voor dergelijke steun was goedkeuring vereist van de Europese Commissie. Die moest beoordelen of de financiële hulp niet ten koste zou gaan van de vrije Europese markt en eerlijke concurrentie. Het Gerecht stelt nu dat de Commissie daarbij verschillende beoordelingsfouten heeft gemaakt. Zo oordeelde de Commissie ten onrechte dat Lufthansa niet in staat was ‘noodgeld’ op de financiële markten te vinden. Bovendien heeft de Commissie niet geëist dat Duitsland en Lufthansa afspraken zouden maken om de steun zo snel mogelijk af te lossen, bijvoorbeeld door rentes mettertijd te laten oplopen.
Ook miskende de Commissie dat Lufthansa aanmerkelijke marktmacht heeft op Frankfurt en andere (Duitse) luchthavens. Is dat het geval en bedraagt de staatsteun zoals hier meer dan 250 miljoen euro, dan zijn aanvullende maatregelen vereist om die macht te beteugelen.
Lufthansa moest op enkele luchthavens wel start- en landingsrechten (slots) afstaan, maar die mochten alleen aan nieuwkomers op die vliegvelden worden overgedaan. Dat was ongunstig voor Ryanair en Condor, die al op bescheiden schaal vlogen op de betrokken luchthavens.
De Europese Commissie kan in beroep gaan tegen het vonnis van het Gerecht. Aangezien Lufthansa nu geen steun meer krijgt, zal de uitspraak vermoedelijk geen directe financiële gevolgen hebben voor de Duitse groep.