N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De mooiste kant van een vlindervleugel is de bovenzijde. Als het dier stilzit vouwt het zijn vleugels naar achteren; de bovenkant is dan onzichtbaar. Het is daarom opvallend dat Jheronimus Bosch juist een vlinder in rust schilderde, en toch het fraai getekende bovenvlak toont. Het gaat om de soort ‘Aglais urticae’ (kleine vos), die door Bosch met opzet is gemanipuleerd en prominent en relatief groot wordt uitgebeeld in het midden van zijn meesterwerk De tuin der lusten (ca. 1498), te zien in museum Prado in Madrid.
Bij nadere beschouwing lijken de kleuren en vormen van de vlinder verdacht veel te op de gevel van een versterkt gebouw, compleet met poort, raampjes en horizontale lijnen die verdiepingen aanduiden. Die observatie maakt deel uit van een nieuwe interpretatie van het schilderij. Tijdens het internationale Boschcongres op 11-13 mei in het Jheronimus Bosch Art Center in Den Bosch, zal Manuel Berdoy, zoöloog aan Oxford University, vondsten presenteren die hij samen met zijn vader, de Franse fotograaf Pierre Berdoy, in De tuin der lusten heeft gedaan.
Volgens vader en zoon Berdoy voorzag Bosch zijn schilderij bewust van bevreemdende elementen, die fungeren als ankerpunten om de toenmalige beschouwer te leiden op een visuele route door het geschilderde landschap. Zo is er ook een natuurgetrouw uitgebeelde rivierparelmossel waaruit de ledematen van twee mensen steken, of een uil waarvan de aanwezigheid wordt benadrukt door een opzettelijke perspectivische onjuistheid in de weergave van zijn fantasievogelhuisje.
Hoofs conversatiestuk
Jheronimus Bosch’ bijna twee meter hoge drieluik wordt, met zijn vele naakte figuren en erotische connotaties, al langer ook wel begrepen als een hoofs conversatiestuk. In lijn daarmee opperen Manuel en Pierre Berdoy nu een interpretatie in de zin van een particuliere geheugenreis. Afzonderlijke beeldelementen zouden verwijzen naar wederwaardigheden over de adellijke huizen van Bourgondië en Castilië, die omstreeks 1500 door twee huwelijken aan elkaar verbonden waren. De waarschijnlijke opdrachtgever voor het schilderij, graaf Engelbrecht II van Nassau, heer van Breda (1451-1504), was hierbij nauw betrokken.
Kleine scènes in het dichtbevolkte schilderij zouden dan steeds, door enkele figuren en attributen, verbeeldingen zijn van episoden uit de roerige geschiedenis van die vorstenhuizen. Goede verstaanders, zoals de graven van Nassau zelf, konden gemakkelijk verwijzingen herkennen naar bijvoorbeeld de dood van de Bourgondische hertog Karel de Stoute die in 1477 sneuvelde bij Nancy. Hij zou als lijk zijn afgebeeld, liggend op ooghoogte op de middenas van het middenpaneel. Een verwijzing naar het huwelijk van Philips de Schone en Johanna van Castilië is nauwelijks verhuld weergegeven in de scheppingsscène op het linkerpaneel, en de veronderstelde moord op diezelfde Philips door zijn zwager Ferdinand onderaan het rechterpaneel.
Onduidelijke naaktheid
De ongerijmde vlinder vlak bij de overleden Karel de Stoute, is niet alleen een „visuele wegwijzer” die de aandacht trekt naar diens dood. Volgens de Berdoys zou het gebouw dat lijkt te zijn verwerkt in de vleugel kunnen verwijzen naar onder meer de gevangenis waar graaf Engelbrecht na de Slag bij Nancy werd opgesloten. Waarom al die hoogadellijke personen naakt rondlopen blijft onduidelijk.