Nee, het is niet de meest subtiele campagne, waarmee Natuurmonumenten aandacht vraagt voor onze waterkwaliteit. „De natuur is ziek”, waarschuwt de organisatie op campagnefoto’s. In elke provincie is er een verdroogde of vervuilde plas, beek of sloot gecast voor een helse fotoshoot. Om de apocalyps te accentueren fotoshopte het campagneteam daar gifgele bordjes in. „Pesticiden.” „Meststoffen.” „Verdroogd.”
De campagne voldoet aan alle randvoorwaarden voor een snelle circulatie door het medialandschap. Beelden reizen sneller dan woorden, sentimenten sneller dan feiten, onheil sneller dan meevallers.
De hulpmotoren van de ophef startten zonder hapering op. Prompt waren er twitteraars die zo’n gifpoel herkenden, en hun camera trokken voor de tegenaanval. De Onderlaatse Laak bij Vorden dor en verdroogd? Kijk hoe groen die nu is, na al die regen.
Film de boeg van de Titanic en stel onomstotelijk vast dat we juist stijgen. Fotografeer je thermometer op Koningsdag – kouder dan met nieuwjaar! – en doorprik de opwarmingshoax.
Extra ongelukkig was dat dit Gelderse natuurgebied inderdaad juist voorzichtig opkrabbelde. Natuurmonumenten moet zich nu in allerlei onhandige bochten wringen: „Voor onze campagnes gebruiken we beelden die in één oogopslag iets duidelijk maken. Dit beeld van de Onderlaatse Laak laat duidelijk verdroging zien. Dat vermesting en pesticidegebruik op deze specifieke plek minder spelen, betekent niet dat het daar helemaal niet voorkomt.”
Dat krijg je ervan, als je zo inzet op schokkende beeldcampagnes. Uiteindelijk sta je eindeloos te bekvechten over onhandige details. Het onderliggend probleem blijft levensgroot aanwezig, maar wie ziet het nog? Wat een illustratie moest zijn, werd een obstakel voor het ruimere zicht.
Het is ook lastig. De complete waterproblematiek of een totaal ecosysteem past niet op één foto. Hoe ziek iemand is, leg je niet vast met één portretfoto. Maar hiermee heeft Natuurmonumenten zich verstapt. Die gele bordjes waren onnodig. Het is hysterie om te doen alsof onze natuur één grote gifpoel is, vooral veroorzaakt door boeren.
Nuchter, feitelijk en standvastig blijven, dat is de les hieruit. In dit soort discussies overtuig je alleen als je alsnog kiest voor de trage omweg van woorden, feiten en het relatief goede nieuws in alle nuance. Dan maar een kleiner bereik. Dan maar een tragere verspreiding. Dan maar rondstruinend, langs zijpaadjes en omwegen toch gestaag doordringen tot de plekken die er toe doen.
Nu maakt Natuurmonumenten zichzelf verdacht. Is die hele watercrisis niet je reinste trucage, manipulatie, bedrog? Ja, stel je voor. Straks gaan we de waterkwaliteit verbeteren, de biodiversiteit vergroten, het ecosysteem herstellen, en dan… blijkt dat allemaal voor níéts te zijn! Bovendien, wat heb je aan al die natuur? Je kunt er alleen maar sloompjes in rondstruinen.
Christiaan Weijts schrijft elke vrijdag op deze plek een column.
Meer ervaren coaches hadden Robin van Persie (41) al gewaarschuwd. Dat je er als hoofdtrainer „dag en nacht” mee bezig bent. „Ik zit nu wel op dat punt”, zegt de coach van sc Heerenveen, zondagmiddag in het Abe Lenstra Stadion, na een 2-1 zege op FC Groningen.
Toen hij onlangs op zijn vrije dag in de tuin bezig was, dacht hij plots aan middenvelder Simon Olsson. Over waar die in een wedstrijd ‘hoger’ kon staan en waar in het veld hij in de duels moest komen. Twee dagen voor de wedstrijd tegen FC Groningen, zat Van Persie nog tot ’s avonds laat op de club met zijn technische staf, de opbouwpatronen en verdediging te analyseren. „Zo ben je er constant mee bezig.”
Vrijwel continu staat hij voor zijn dug-out, zondag in de ‘Derby van het Noorden’. In zijn coaching, oogt Van Persie rustig. Als de keeper van FC Groningen even verzorgd wordt, roept hij zijn spelers meteen bij zich. Hij neemt eerst Olsson apart en vervolgens aanvoerder Luuk Brouwers, voor enkele tactische aanwijzingen zoals de wijze van druk zetten.
Hij is actief langs de lijn, wijst veel. Zoals naar verdediger Oliver Braude, dat hij sneller de dieptepass moet geven. Heel even laat hij zijn schouders zakken als een van zijn middenvelders onnodig de bal verliest in een opbouw. En steekt na twintig minuten een duim omhoog naar doelman Mickey van der Hart, als die met een goede pass aan de basis staat van een nieuwe aanval.
Van Persie juicht zoals hij deed als hij scoorde – klassiek, met beide armen in de lucht. sc Heerenveen speelt in fases heerlijk aanvallend, met snelle, directe aanvallen. De mooiste is een steekpass van spelmaker Ilias Sebaoui op Brouwers, wiens inzet knap wordt gered door doelman Etienne Vaessen.
Grote nederlaag bij AZ
De ontlading is groot, zondag halverwege de middag in een opwindende derby. Na een snelle achterstand, wint sc Heerenveen door een schitterende volley van Jacob Trenskow (1-1) en een slimme wegdraai-actie van spits Ion Nicolaescu (2-1). Vreemd genoeg wordt Heerenveen onrustig in de slotfase, wanneer FC Groningen met negen man speelt na twee rode kaarten. Maar in het meest dominante optreden onder Van Persie sinds zijn start afgelopen zomer, komt de zege niet in gevaar.
Zo heeft Van Persie zijn eerste minicrisis in Friesland bezworen. Na de 9-1 nederlaag bij AZ vorig weekend, gevolgd door 2-0 verlies bij FC Twente dinsdag, stond er extra druk op het duel. Van Persie werkt aan een aanvallende speelwijze, met een verzorgde opbouw en veel druk naar voren. Maar in die laatste twee duels, werd hun opbouw steeds vastgezet, wat tot veel problemen leidde. En achterin werd veel ruimte weggegeven, waardoor grote kansen ontstonden.
Misschien opvallender dan de grote uitslag, was de ontspannen benadering van Van Persie na AZ-uit. „Juist in momenten als deze moet je sterk zijn en trots zijn op elkaar”, zei hij. „Dit is een hobbel, meer niet.” Hij zei volledig achter zijn speelwijze te blijven staan. „Wij gaan gewoon verder met de manier van werken en spelen, daarin gaan we ons verbeteren.”
Ongeacht of je wint of verliest, neem dat de volgende dag niet mee
Die aanpak leidde tot stevige kritiek. Willem van Hanegem sprak in zijn column in het AD over „veredeld jeugdvoetbal” en „een kleuterklas”. Dat sc Heerenveen zo werd weggespeeld „is naïef en daar hoef je dan ook niet trots op te zijn”. Analisten vonden dat Van Persie meer defensieve controle moest inbouwen. En de vraag was of sc Heerenveen wel de spelers heeft om het offensieve combinatievoetbal dat Van Persie voor ogen heeft, uit te voeren.
Daarover bestaat ook twijfel bij de mannen die nooit ver weg zijn als er iets speelt rond de club: oud-coach Foppe de Haan en oud-voorzitter Riemer van der Velde. Voor het seizoen, spraken zij met Van Persie, zondag staan ze kort voor het duel voor een interview bij sportzender ESPN.
Volgens De Haan „zitten er wel wat nuanceverschillen” in hoe zij tegen de speelwijze aankijken. „We hebben tegen hem gezegd: wat je wil is fantastisch, maar de vraag is of dat met deze spelers kan.”
Van der Velde vult aan: „Als je [oud-motorcoureur] Wil Hartog op een Solex zet, wint hij de TT van Assen ook niet. Je moet het goede materiaal hebben, daar kunnen we over discussiëren.”
Nauwelijks lange ballen
Het beste antwoord dat Heerenveen kan geven, is het sterke optreden tegen FC Groningen. Duidelijk wordt dat Van Persie aan een ploeg bouwt die vrijwel iedere situatie met verzorgd voetbal probeert op te lossen – waar onder zijn voorganger Kees van Wonderen behoudender werd gespeeld.
Captain Brouwers merkt op dat hun doelman bijna geen bal lang heeft gegeven tegen FC Groningen – ze proberen bijna altijd te combineren. Maar soms „overdrijven” ze het met korte, risicovolle combinaties, mede daarom ging het mis tegen AZ. Zondag probeerden ze daarom vaker een „stationnetje verder te zoeken”.
Eerder in de week zei Van Persie dat het erom gaat dat zijn spelers beter leren „herkennen waar de ruimte ligt” in de opbouw. De opties zijn: combineren door de as, via de flanken, over de as door de lucht of een diagonale bal. „Dat is ook gelijk het moeilijkste van voetbal, maar dat maakt het juist heel leuk”, zei hij dinsdag na de nederlaag bij FC Twente.
Het zijn de eerste ervaringen van een beginnende proftrainer. Wat opviel na de twee nederlagen, was de zelfverzekerde houding van Van Persie in zijn media-optredens, over zijn aanpak en speelwijze. Kende hij afgelopen week geen twijfel? „Nul”, zegt hij zondag. „Echt nul twijfel.”
Als een team in een lastige fase zit, is het zaak om de „moraal en spirit omhoog te krijgen”, zegt Van Persie. Dat heeft hij bij Manchester United geleerd van coach Alex Ferguson, zegt hij. „Ongeacht of je wint of verliest, neem dat de volgende dag niet mee. Want dan begint alweer het proces richting de eerstvolgende wedstrijd. Dat hebben de jongens fantastisch gedaan. Ze hebben echt karakter getoond.”
Na de nederlagen deed Van Persie niks anders, zegt Brouwers. „Vanaf het begin heeft hij ook bijna geëist dat er, of we nu winnen of verliezen, eenzelfde sfeer hangt op de club. Dat we op dezelfde manier met elkaar omgaan, even positief zijn. Hij straalt dat uit, dat slaat over op de groep.”
Over zijn ploeg zegt Van Persie: „Ik vind ze bijzonder. Ik geloof echt in ze. Ik sta voor ze als het minder gaat.”
Vijf minuten na het eindsignaal, bedankt de harde kern de spelers – en vice versa. Dan klinkt opeens massaal ‘Oh Robin van Persie’, gezang uit zijn tijd als speler bij Manchester United. Van Persie draait zich om, en bedankt de fans.
In de Duitse deelstaat Brandenburg lijkt de sociaaldemocratische partij SPD de radicaal-rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) net voor te blijven. Dat blijkt uit de exitpolls nadat mensen zondag in de Oost-Duitse deelstaat naar de stembus zijn gegaan voor het regionale parlement.
Volgens Duitse media heeft de SPD, de partij van de Duitse bondskanselier Olaf Scholz, 31,5 procent van de stemmen behaald. AfD won volgens de laatste exitpolls net iets meer dan 29 procent van de kiezers voor zich. Door het eerdere succes van de radicaal-rechtse partij in andere deelstaten vreesde SPD voor verlies in Brandenburg.
Het is nog niet te bepalen welke de derde partij wordt in Brandenburg: zowel de CDU, de partij van oud-bondskanselier Angela Merkel, als de links-populistische nieuwkomer BSW heeft volgens de polls 12 procent van de stemmen gekregen. De BSW (Bündnis Sahra Wagenknecht) won in de deelstaten Thüringen en Saksen ook al veel stemmen.
Of De Groenen de kiesdrempel van 5 procent halen, is ook nog onzeker. Die partij zit daar volgens de exitpolls van zondagavond namelijk net iets onder. Die Linke, de partij waarvan BSW is afgesplitst, lukt dat vermoedelijk niet meer: die heeft iets meer dan 3 procent van de stemmen gekregen in Brandenburg.
Lees ook
Kanselier Scholz staat er slecht voor; de verkiezingen in Brandenburg kunnen zijn politieke lot bepalen
De opkomst dit jaar in de deelstaat die Berlijn omkranst was hoog: 74 procent van de inwoners van Brandenburg ging naar de stembus, ten opzichte van zo’n 61 procent in 2019.
Anti-migratie
De SPD is vanouds sterk in Brandenburg, maar de partij vreesde deze verkiezingen ingehaald te worden door AfD. Het succes voor de SPD moet een kleine opluchting zijn voor Scholz, wiens leiderschap de laatste tijd ook veel kritiek krijgt van zowel partijgenoten als van kiezers.
De regering-Scholz kwam vorige maand met een opvallende anti-migratiemaatregel, een belangrijk thema van AfD, om paspoortcontroles uit te voeren aan de Duitse buitengrenzen. Mogelijk was het de wens van SPD om met die recente ’tijdelijke’ actie invloed uit te oefenen op AfD-stemmers in Brandenburg.
Lees ook
Kiezers extreme partijen in Oost-Duitsland ‘verheerlijken een DDR die nooit bestond’
AfD werd begin deze maand voor het eerst in de partijgeschiedenis de grootste in een deelstaat, in Thüringen, en de tweede partij in Saksen. Scholz riep na die deelstaatverkiezingen nog op geen regering te vormen met „rechts-extremisten”. Veel andere partijen weigeren een samenwerking met AfD, wat een nationale regering met de partij vermoedelijk uitsluit.
„Wij zijn de partij van de toekomst”, zei AfD-kandidaat Hans-Christoph Berndt zondag na de exitpolls in Brandenburg. De partij hoopt de SPD nog in te halen. „De CDU en de SPD zijn partijen uit het verleden.” SPD-politicus Dietmar Woidke reageerde na de eerste uitslagen: „Zoals vaak het geval is in de geschiedenis, zijn het de sociaaldemocraten die extremisten tegenhouden op weg naar de macht.”
Even, heel even, was daar de herinnering aan die eerdere pijnlijke nederlaag dit seizoen. „Het is geen vier seconden hè”, verwees Demi Vollering naar het minieme verschil waarmee ze half augustus bovenop Alpe d’Huez de Tourzege moest laten aan de Poolse Kasia Niewiadoma. Nu was ze bij het WK tijdrijden in Zürich na een spannende strijd zestien seconden langzamer dan de Australische specialist Grace Brown. Geen wereldkampioen, maar zilver. Natuurlijk was dat ook „even pijnlijk”, zei Vollering bij de NOS. „Maar ik ben heel blij met de tweede plek. Het is mijn eerste medaille op een tijdritkampioenschap.”
Vollering die blij is met een tweede plaats? Eigenlijk kan het niet. De 27-jarige kopvrouw van de Nederlandse topploeg SD Worx geldt als een van de sterkste renners van het peloton, zou de eerste vrouw kunnen worden die meer dan een miljoen euro per jaar verdient. Maar waar ze vorig jaar veel en van alles won, lukte het dit seizoen vaak niet. Goed, ze won de Ronde van Spanje en de kleinere rondes van Baskenland, Burgos en Zwitserland. Maar er was geen enkele keer winst in de voorjaarsklassiekers, geen medaille op de Olympische Spelen en vooral: ze won als huizenhoog favoriet niet de Tour de France Femmes.
Dreun in de Tour
Hoe zou Vollering reageren op de dreun in de Tour, waarin ze niet alleen luttele tellen tekort kwam voor de eindzege, maar ook nog eens in de steek werd gelaten door haar eigen ploeggenoten na een val in de vijfde etappe? Foto’s en filmpjes op sociale media wezen in de aanloop naar de WK in Zwitserland op mentale veerkracht. Lol in fietsen, het straalde er van af. In de tijdrit over 29,9 kilometer spraken de benen. Op olympisch kampioen Brown na reed ze iedereen aan gort. En direct na het zilver was de blik alweer gericht op de wegwedstrijd van aanstaande zaterdag. „Wie weet dat het dan een keertje lukt, die eerste plek.”
De manier waarop Vollering de WK-tijdrit reed, maakt haar volgende week op de weg topfavoriet. Alleen nummer drie, uittredend wereldkampioen Chloe Dygert uit de VS, bleef net binnen de minuut van de winnaar. Drievoudig wereldkampioen Ellen van Dijk werd op 1.47 minuut achtste. En Vollerings verlies op Brown? Na tien kilometer lag ze op een klim zes tellen achter de 32-jarige Australische, die na afloop bevestigde dat ze na dit seizoen stopt.
In de afdaling veranderde dat in een voorsprong van negen tellen. Maar in de laatste vlakke kilometers naar de finish, bleek de pure tijdrijder Brown toch beter. Vollering kon er mee leven. „We weten allemaal dat Grace een verschrikkelijk goede tijdrijdster is. Dat zijn de stukken waar zij het echt kan pakken. Maar ik denk niet dat ik iets heb laten liggen.”
Gezonde jaloezie
De nummer vijf van de olympische tijdrit kon het verlies makkelijk verklaren. Waar Brown het hele jaar toewerkte naar de tijdritten op de Spelen en het WK, heeft Vollering meerdere doelen in eendagskoersen en de Tour de France. „Zo heb je het hele jaar veel wegwedstrijden waar ik op mijn allerbest wil zijn.” Met „een soort gezonde jaloezie” had ze op het podium gezien hoe Brown de regenboogtrui aantrok. „Jaloezie is niet iets negatiefs. Het is meer iets waar ik heel graag naar toe wil werken.” Dan zal ze meer uren moeten maken op de tijdritfiets, om haar aerodynamische houding te perfectioneren.
Bij de mannen gaf de Belg Remco Evenepoel nog maar eens een demonstratie van de perfecte houding op zijn gouden tijdritfiets. Ondanks een kettingprobleem bij de start, waardoor hij vlak voor vertrek van fiets moest wisselen, prolongeerde de olympisch kampioen op tijdrit en weg zijn wereldtitel. „Evenepoel is gemaakt om op een tijdritfiets te zitten”, zei oud-wereldkampioen Tom Dumoulin in een voorbeschouwing bij Wielerflits. „Hij kan zijn hoofd heel mooi tussen zijn schouders leggen. Hij is niet heel groot en dat combineert hij met een heel hoog vermogen.” De Italiaanse tijdritspecialist Filippo Ganna kwam zes tellen tekort en eindigde net als vorig jaar als tweede, voor zijn landgenoot Eduardo Affini.