Kunstcollectie van de Tweede Kamer is ‘voer voor discussie’

Reportage

Kunstcollectie parlement Sinds 2005 is Hasna Bajraktarevic beheerder van de kunstcollectie van de Tweede Kamer. Deze maand opent in de entreeruimte een presentatie. „Als toeschouwer vraag je je af: waarom is dit beeld hier?”

Hanae Wilke, ‘Captain of Space, Admiral of the Abyss V’, 2013. Foto Olivier Middendorp
Hanae Wilke, ‘Captain of Space, Admiral of the Abyss V’, 2013.

Foto Olivier Middendorp


Iets klopt hier niet. Drie figuren, bovenmenselijk groot, ze zien er doorweekt en verslagen uit. De hoofden te groot, de armen te lang, door de doorweekte blouses zie je het kippenvel. En dan die blikken: hier is iets gebeurd, maar wat? En zijn ze daders, of juist slachtoffers?

„Dit is het meest gehate kunstwerk van de Tweede Kamer”, zegt Hasna Bajraktarevic (1976, Rotterdam), beheerder van de kunstcollectie van de Tweede Kamer. De drie stroken fotopapier, van achter belicht door tl-buizen, hangen in een van de „artiesteningangen” voor Kamerleden, de looproute naar commissiedebatten in het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer. Als je langs The Uninvited uit 2004 van Sylvie Zijlmans (1964) loopt, wapperen de figuren een beetje. Eng, vinden medewerkers die ’s avonds laat langs de werken naar buiten lopen.

Zoiets hang je dus niet zo gauw op naast de plenaire zaal waar journalisten en Kamerleden elkaar treffen, zegt Bajraktarevic. „Stel, je hebt als Kamerlid een gevoelig interview: dan wil je niet voor deze figuren staan.”

Bajraktarevic werd in 2005 als kunstbeheerder van de Tweede Kamer aangesteld, als eerste ooit. Ze zorgt voor het onderhoud, de aankopen en regelt de bruiklenen en cureert tentoonstellingen. Daarvoor wás er ook niet echt een kunstcollectie, vertelt ze. Ongeveer twintig jaar geleden kreeg de Tweede Kamer „in één klap” zo’n duizend kunstwerken van de heringerichte Collectie Nederland, die er tot die tijd ook verantwoordelijk voor was. De werken waren tot dat moment in bruikleen, en het beheer van die kunstwerken een „bijzaakje”, maar toen werd een echte beheerder wel nodig. Bajraktarevic adviseert de vijf Kamerleden die de Kunstcommissie vormen: Salima Belhaj (D66), Lucille Werner (CDA), Caroline van der Plas (BBB), Pim van Strien (VVD) en Olaf Ephraim (Groep van Haga). Zij besluiten over de aankoop van nieuwe werken, schrijven opdrachten voor nieuw werk uit en denken mee over de kunstinrichting.

Hasna Bajraktarevic: „De kunst in de Kamer hoort tot de verbeelding te spreken.” Foto Olivier Middendorp

Ondergronds depot

De collectie bevat nu zo’n 1.500 werken. „Helaas niet een heel rijke collectie”, zegt Bajraktarevic. „Zo’n 10 procent kun je hoogwaardig noemen.” In het ondergrondse depot naast de parkeergarage van de tijdelijke Tweede Kamer huist onder andere een breed uiteenlopende verzameling geschenken van hoogwaardigheidsbekleders aan de Kamervoorzitters. Marmeren tafels, bronzen beelden, een glazen modelboot uit Thailand. Maar ook: schilderijen en litho’s die tussen 1965 en 1987 gemaakt zijn, vanuit de Beeldende Kunstenaars Regeling: de BKR, een inkomen in ruil voor kunstwerken. Sommige bijzonder, anderen klaar voor een afstootprocedure.

Om de parlementaire kunstgeschiedenis ook met het publiek te delen, opent 11 mei een tentoonstelling, Dit is de Kamer. Werken uit de kunstcollectie, voorzittersportretten en relatiegeschenken van hoogwaardigheidsbekleders, worden dan in de entreehal van de Tweede Kamer gepresenteerd. Normaal gesproken is er in de publieke ruimte wel wat te zien, maar het meeste hangt achter de beveiligingspoortjes. Of in kantoortjes: Kamerleden kunnen bij de kunstbeheerder terecht om iets te lenen voor op hun werkkamer. Wat precies, dat kan ze niet zeggen. Bajraktarevic is ambtenaar, en dat betekent: over politici en hun kunstkeuze geen uitspraken.

De kunst in de Kamer „hoort tot de verbeelding te spreken”, zegt Bajraktarevic. „Als toeschouwer vraag je je af: waarom is dit beeld hier?” Ook de politici die er rondwandelen zullen „iets mooi vinden of niet”, en daarover hun ideeën uitwisselen.

In de publieke ontvangsthal, waar bezoekers en schoolklassen de Tweede Kamer binnenkomen, staan tien bronzen bustes vast opgesteld. Belangrijke figuren uit de parlementaire geschiedenis: Thorbecke, Pim Fortuyn, Joop den Uyl. Ze zijn hier niet neergezet als een historische vertelling, maar als een compositie van textuur, formaat en kleur. Zo belandt Abraham Kuyper naast de enige twee vrouwen uit de reeks: Suze Groeneweg en Marga Klompé.

Handdoekjes

Sinds 2012 koopt de Kamer zelf kunstwerken aan. Eén per jaar, ongeveer. Dat zijn altijd kunstenaars die in Nederland wonen, „want dit is het huis van de Nederlandse volksvertegenwoordiging”. En het zijn vaak werken van jonge, beginnende kunstenaars. Zo is in 2013 een afstudeerwerk aangekocht van Hanae Wilke (1985); een golvende reling waar drie kleurige latex doeken aan hangen. Het is een herkenningspunt in de Kamer geworden, vertelt Bajraktarevic. Ik zie je bij de „handdoekjes”, dat idee.

De Kunstcommissie vond het onlangs tijd worden voor een uitgebreider aankoopbeleid. De collectie moet een duidelijkere identiteit krijgen, zo is het idee. Democratie, gelijkheid, individualiteit: de werken moeten iets te maken hebben met „thema’s die in de samenleving leven”, zegt Bajraktarevic, die nu aan het nieuwe collectiebeleid werkt.

Discussie over ‘Aarde’

Kritiek op de kunst hoort erbij en komt met vlagen. Voor de plenaire zaal in de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer kwam kunstenaar Jos de Putter twee jaar geleden met vijf panelen in aardetinten, met hompen van klei uit verschillende provincies. Breng het Nederlandse landschap de Kamer in, had de Kamer hem gevraagd. En zo geschiedde, inclusief takjes en blaadjes die in dat proces op het doek terecht zijn gekomen. Met wat consternatie tot gevolg: waarom vormen aardkloten het decor van de volksvertegenwoordiging? „Moddergooien”, was de eerste associatie van politiek journalist Frits Wester (RTL).


Lees ook: Tweede Kamer krijgt kunstwerk van kluiten aarde en klei

„Die discussie kan ik mij wel voorstellen”, zegt Bajraktarevic. Ze staat naast een van de doeken, en wijst op een takje. Dat was eerst nog lichtbruin, maar is na twee jaar bijna zwart. Het werk leeft. Ze was erbij toen het werk opgehangen werd. „Ik was zo flabbergasted van hoe mooi het is.” Maar als mensen het van veraf zien, denken ze weleens: „Nou, dit is ook niet het allermooiste werk dat ze hadden kunnen bedenken.” Het kunstwerk van Rudi van de Wint (1942-2006), een reeks rood-paarse panelen van zeven meter hoog, in de vorige plenaire zaal oogstte aanvankelijk ook niet louter lof. „Dat is het mooie aan kunst: het is altijd voer voor discussie.”

Dit is de Kamer, vanaf 11/5, Statenpassage Tweede Kamer, Den Haag. Info: tweedekamer.nl