Hoe Siouxsie’s klank van de jaren ‘80 doorklinkt in de muziek van nu

Siouxsie Sioux in 1978 als zanger van de postpunkgroep Siouxsie & the Banshees.


Foto Gus Stewart/ Redferns

Interview

Siouxsie & de jaren tachtig Donderdag treedt zangeres Siouxsie op in Paradiso, Amsterdam. Hoewel de jaren tachtig nog altijd populair zijn in de muziek, leek Siouxsie enigszins vergeten – maar niet door superster The Weeknd. Wat maakt de jaren tachtig zo geliefd als bron voor muzikale ideeën?

Het concert dat Siouxsie donderdag 4 mei geeft in Paradiso, Amsterdam, was binnen tien minuten uitverkocht. Het publiek dat deze avond samenkomt, zal warme herinneringen hebben aan Siouxsie Sioux, haar gevarieerde carrière, haar mysterieuze uiterlijk en stem. En aan de dansstijl van ‘dubbeltjes zoeken op de dansvloer’ die begin jaren tachtig mede door de liedjes van Siouxsie and the Banshees populair werd: met snel zwaaiende armen, gebogen knieën, de ogen strak naar beneden gericht. Siouxsie’s stijl was opzwepend maar ook dreigend.

Begin jaren tachtig bleek Siouxsie and the Banshees een verrassende overlever van de Britse punkgolf. The Sex Pistols, The Jam en The Ruts waren opgeheven, maar Siouxsie (in 1957 geboren als Susan Ballion, in Zuid-Londen) en haar bandleden exploreerden hun mogelijkheden. Na de muzikale chaos in de jaren zeventig ontwikkelde de groep begin jaren tachtig een nieuw geluid. Voortaan maakten ze gesoigneerde postpunk: met roffelende junglebeats van drummer Budgie en melodieuze wendingen. De zweverige patronen van gitarist John McGeoch legden een dromerig patina over nummers als ‘Spellbound’ (1981) en ‘Christine’ (1980). Ook de zangstijl van Siouxsie was veranderd. In plaats van schrille punkkreten liet ze haar stem nu kaatsen tussen sensueel en ijzig.

En in plaats van getekende swastika’s en fetishkleding, zoals in de punktijd, koos ze nu monochroom zwarte gewaden, een wit geschminkt gezicht met zwarte lijnen en zwart geverfd haar dat zich in wilde pieken tegen de zwaartekracht verzette. Haar stijl, die uitgroeide tot mode, had ze gemeen met Robert Smith en Nick Cave. Gezamenlijk werden ze ‘Gothics’ genoemd, of kraaien of vleermuizen.

Zo openden Siouxsie and the Banshees het decennium met nieuw elan. John McGeochs gitaarstijl zou een voorbeeld worden voor de gitaristen van U2, The Smiths en Radiohead. En nog steeds hoor je zijn aanpak, in de post-punk van het hedendaagse Fontaines D.C., bijvoorbeeld, door het gebruik van de ‘flanger’ (een effect dat korte echo geeft). De weelderig zingende Jeff Buckley noemde ooit Siouxsie als inspiratie voor zijn stijl.

Toch werd de nalatenschap van Siouxsie and the Banshees uiteindelijk overvleugeld door andere muzikale uitingen. In de jaren tachtig ontstonden tenslotte ook grunge, house en hiphop. Bovendien was dit het decennium van de elektronische en digitale vernieuwing: synthesizers, drumcomputers en digitale opnametechniek werden geïntroduceerd en gretig omarmd door Britse jonge muzikanten van Yazoo, New Order, Duran Duran, Human League, Depeche Mode. Zij werden wereldsterren. En sommige zijn het nog altijd: Depeche Mode speelt deze maand twee keer in de Ziggo Dome in Amsterdam.

https://www.youtube.com/watch?v=TjvvK-Rj0WI

De klank van ‘the 80s’

In 2020 verscheen ‘Blinding Lights’ van de Canadese muzikant The Weeknd. Het zowel koeltjes als opgewonden klinkende ‘Blinding Lights’ is inmiddels uitgegroeid tot de populairste single aller tijden – het nummer werd 3,5 miljard keer gestreamed op Spotify en stond negentig weken in de Amerikaanse hitparade.

Opvallend aan ‘Blinding Lights’ is dat je meteen hoort waar The Weeknd naar verwijst. Het nummer lonkt naar het verleden, het wil de sfeer van een voorbij decennium oproepen, om precies te zijn dat van de jaren tachtig.

Maar waar zit hem dat in? Waarom hoor je meteen dat bepaalde liedjes naar juist dat decennium verwijzen oftewel: welke ingrediënten zorgen ook nu nog voor een jaren 80-associatie?

Allert Aalders, geluidstechnicus en geluidsontwerper voor synthesizerfabrikanten, heeft antwoorden op die vragen. Om te beginnen brengt hij de associatie terug tot één ingrediënt: de klank. De herkenbaarheid draait niet om een speciale stijl of stroming, zegt hij, maar om het specifieke geluid van de instrumenten. En dan vooral die van de synthesizers en drumcomputers, met namen als Roland 303 en 808, Prophet-5, Yamaha DX7, Casio RZ-1.

Het geluid van de jaren ‘80: Roland 303, Roland 808, Prophet-5, Yamaha DX7, Casio RZ-1

De reden dat we hun klank associëren met de jaren tachtig is simpelweg omdat deze klanken vóór die tijd nog niet bestonden, zegt Aalders. „Ze waren het resultaat van technische innovaties in die jaren. Ze bestonden al eerder, in universiteiten en laboratoria, maar werden voor het eerst betaalbaarder en toegankelijker.”

https://www.youtube.com/watch?v=4NRXx6U8ABQ

De klank van de synthesizers waarmee ‘Blinding Lights’ begint is verwant aan het schrille deuntje dat je tegemoet spettert na het intro van wereldhit ‘Take On Me’ (1985) van de Noorse synthpopband a-ha – een deuntje dat werd voortgebracht door de destijds net op de markt verschenen Prophet-5-synthesizer. Ook het ‘droge’ afgepaste drumgeluid in ‘Blinding Lights’ is nagenoeg hetzelfde als bij a-ha, in hun geval afkomstig van de toen net nieuwe LinnDrum.

Over die LinnDrumcomputer, zegt Aalders: „Het was de bedoeling dat deze zou klinken als een ‘echte’ drummer. Daarom was de klank van snare, bas en toms gesampled van akoestische drums.” Daarmee onderscheidde LinnDrum zich van andere drumcomputers, want die gebruikten elektronisch gegenereerde snare- en basdrumgeluiden. „Maar het grappige was dat het resultaat helemaal niet klonk als een échte drummer, het was duidelijk een nabootsing. Juist dat onecht-echte maakt het nog steeds aantrekkelijk.”

The Weeknd en zijn producer Max Martin vertrouwden overigens niet blindelings op het verleden, zegt Aalders. ‘Blinding Lights’ combineert de klank van toen met de techniek van nu. Ze gebruikten niet de originele Linn of Prophet, maar een hedendaagse nabootsing, een ‘plugin’. „Hun versie combineert het typerende deel van het oude geluid met eigentijdse elementen. Om het aantrekkelijk te maken voor de luisteraar van nu.”

https://www.youtube.com/watch?v=djV11Xbc914

De technologische vernieuwing van de jaren tachtig had een verstrekkende invloed. Niet alleen doordat apparaten de plaats van muzikanten konden innemen, maar ook door hun klankkleur: bepaalde liedjes en stromingen zijn voor altijd verbonden met specifieke elektronische instrumenten uit die tijd. Zo is het geluid van de Roland 808-drumcomputer bekend van zowel Marvin Gaye’s ‘Sexual Healing’ als ‘In the Air Tonight’ van Phil Collins. De knallende basdrum van de Roland 909-drumcomputer was kenmerkend voor techno uit Detroit, de Roland 303 bassynthesizer gaf house zijn knorgeluid.

Volgens Aalders waren de jaren tachtig het decennium van de laatste grote muziektechnologische ontwikkelingen, op elektronisch en digitaal gebied. Daarna is er niet veel bijgekomen, afgezien van de ‘democratisering’ van digitale apparatuur, en de steeds handzamer modellen. Nu kun je muziek maken en opnemen op een laptop thuis in plaats van in een peperdure studio. „Maar dat zijn vooral praktische veranderingen”, zegt Aalders.

Dat de jaren tachtig nog altijd niet voorbij zijn blijkt uit de single ‘True Love’ die de populaire Franse zangeres Christine and the Queens vorige week uitbracht. Haar minimalistische lied leunt op precies één herhaalde toon: een hoog helder ‘plopje’ dat lijkt voortgebracht door de Casio-drumcomputer uit 1986.

https://www.youtube.com/watch?v=amR6-neQBPE

Siouxsie samples

Na het uiteenvallen van haar band in 1996, trok Siouxsie zich tijdelijk terug in Frankrijk. Ze maakte enige tijd later het solo-album Mantaray (2007) dat ondanks een aantal mooie, bezwerende nummers nauwelijks aandacht kreeg. In 2013 gaf Siouxsie in Londen een eenmalig optreden, waar ze gekleed in een sneeuwwitte bodysuit uitbundig zong en danste, aldus de recensies.

Maar deze eeuw volgde een ander soort erkenning. In het eerste decennium werden al samples van haar liedjes gebruikt in creaties van experimentele muzikanten als Santogold en The Beta Band.

En in 2011 verscheen het debuut-album van de destijds onbekende Canadees Abel Makkonen Tesfaye, met de naam ‘House of Balloons’. De titelsong combineerde r&b met new wave, en was opgebouwd rond ‘Happy House’, van Siouxsie and the Banshees, dat bijna in zijn geheel te horen was. Zo maakte de jonge Tesfaye, alias The Weeknd, zijn entree in de muziekwereld. Hij werd al snel bekend om zijn eclectische smaak: van zwoele tracks in r&b-stijl tot zware nummers met duistere synthesizerpatronen. Dankzij singles als ‘Can’t Feel My Face’ en ‘Starboy’ zou hij uitgroeien tot superster.

The Weeknd is zijn voorbeelden niet vergeten. Tien jaar na zijn debuut, bij een veelbekeken optreden in de pauze van de Amerikaanse Super Bowl, speelde hij onder andere ‘House of Balloons’, als eerbetoon aan een dierbare ijskoningin.