N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oekraïense leger beschuldigd Juist voor Amnesty, die regeringen geregeld oproept tot transparantie, is het verzwijgen van kritiek op het eigen handelen uiterst pijnlijk.
De reputatie van Amnesty International staat op het spel, bevestigt Ruud Bosgraaf, woordvoerder van Amnesty Nederland. „Betrouwbaarheid en geloofwaardigheid, dat is ons kapitaal. Op die punten lopen we nu schade op, zeker als de fouten niet worden hersteld. Wij willen maximale openheid.”
De Nederlandse tak van de wereldwijde mensenrechtenorganisatie neemt afstand van het internationale bestuur in Londen. In een dinsdag gepubliceerd persbericht spreekt Amnesty Nederland grote bezorgdheid uit over het verzwijgen van kritiek op Amnesty. „Om te zorgen dat het geschonden vertrouwen in het werk van Amnesty kan worden hersteld, is onmiddellijke opheldering van alle nog openstaande vragen nodig.” Met circa 260.000 leden is Amnesty Nederland een van de grootste afdelingen.
Lees ook:‘Je kunt niet zomaar zeggen dat een Oekraïense tank te dicht bij een school staat’
De reden voor de huidige onvrede over de leiding in Londen is een onthulling in The New York Times van 28 april. Daaruit blijkt dat het bestuur een kritisch onderzoek over een omstreden publicatie van Amnesty geheim wilde houden. Voor een organisatie die regeringen oproept tot transparantie en bestuurlijke integriteit is de kwestie extra pijnlijk.
De zaak begon met een uitgebreid persbericht van 4 augustus 2022. In vijf pagina’s claimde Amnesty dat het Oekraïense leger de eigen burgers onnodig in gevaar brengt door scholen en ziekenhuizen te gebruiken als militaire bases, en door aanvallen op het Russische leger te lanceren vanuit locaties waar veel burgers wonen. Civiele gebouwen worden daardoor militaire doelen.
Daarmee schendt Oekraïne volgens Amnesty het internationaal oorlogsrecht, want alle partijen in een gewapend conflict dienen zich maximaal in te spannen om militaire doelen te scheiden van dichtbevolkte gebieden. Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty sinds april 2021, was stellig: „We hebben een patroon vastgelegd waarbij het Oekraïense leger burgers in gevaar brengt en het oorlogsrecht schendt als ze opereren in bevolkte gebieden.”
Lees ook: Waarom gebruikte Amnesty AI-beelden, en geen échte foto’s van de protesten?
Verbazing en woede
Internationaal, en vooral in Oekraïne, werd met verbazing en woede gereageerd op het persbericht. Niet omdat Oekraïne kritisch werd bejegend. Als Oekraïense militairen zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden moeten ze worden vervolgd, net als Russische militairen. Wel omdat de beschuldiging onvoldoende was onderbouwd. Er was geen onderliggend onderzoek, alleen het persbericht. De Oekraïense afdeling van Amnesty was niet geraadpleegd, het wederhoor bij de Oekraïense regering was zeer beperkt. President Zelensky zei dat Amnesty „de verantwoordelijkheid probeert te verschuiven van agressor naar slachtoffer”.
Drie dagen na het persbericht liet Amnesty weten de „onrust en boosheid die ons persbericht heeft veroorzaakt zeer te betreuren”. Tegelijk, zei het bericht, „staan wij volledig achter onze bevindingen”. Een week later kondigde Amnesty een onderzoek door onafhankelijke experts aan.
Amnesty Nederland vroeg sindsdien meerdere keren aan het bestuur in Londen om dit onderzoek te delen met de nationale afdelingen. Dat gebeurde niet; net als de rest van de wereld konden Amnesty-leden het rapport pas lezen toen The New York Times het vorige week openbaar maakte. Het rapport was op 2 februari 2023 al gereed. Waarom kwam Amnesty er zelf niet mee naar buiten? Een woordvoerder van Amnesty in Londen zegt dat het „de bedoeling was om alle bevindingen te delen zodra het complete interne leerproces voltooid was”. En staat Amnesty nog steeds achter het persbericht? Het antwoord is ontwijkend: „We werken er aan om de lessen uit het rapport van de experts in onze toekomstige werkwijze te integreren.”
Lees ook over de reacties in Oekraïne op Amnesty’s beschuldigingen
Het onderzoek van vijf experts op het gebied van humanitair oorlogsrecht laat weinig heel van Amnesty’s beschuldigingen. In negentien pagina’s maken ze duidelijk dat het persbericht van Amnesty in diverse opzichten tekortschiet. De werkwijze is onduidelijk, de juridische termen zijn vaag, de formuleringen zijn te stellig. De (onbedoelde) suggestie dat het Oekraïense leger verantwoordelijk is voor burgerdoden in Oekraïne komt voort uit slordig taalgebruik.
Naast het juridische onderzoek heeft Amnesty ook intern onderzoek gedaan naar de eigen werkwijze en communicatie. Volgens de woordvoerder in Londen is dit tweede onderzoek bijna klaar en zal het dan worden gepubliceerd.
Lees ook dit opiniestuk over Rusland en Oekraïne
De Oekraïne-kwestie is de tweede zaak in korte tijd waarmee Amnesty het Kremlin in de kaart speelt. In februari 2021 ontnam Amnesty oppositiepoliticus Aleksej Navalny de status van gewetensgevangene omdat hij ooit geweld zou hebben gepropageerd. In mei 2021 werd dat besluit teruggedraaid, met excuses aan Navalny. Anders dan in die zaak zijn er bij het persbericht over het Oekraïense leger geen aanwijzingen dat Russische propaganda een rol heeft gespeeld. Een ander verschil is dat de Navalny-fout snel werd hersteld, terwijl de Oekraïne-misser is verhuld en daardoor groter wordt.
Lees ook dit artikel over schending van het oorlogsrecht in Oekraïne