N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Joyce Roodnat Als in een futuristische koortsdroom gaat Joyce Roodnat in het Kröller-Müller Museum op zoek naar de glazen hoed van Marinetti. Die vindt ze niet, maar ze vindt er wel hemel en hoogbouw die elkaar kruisen op een schilderij van Benedetta Cappa.
Ik zoek al heel lang naar een hoed van glas. Ooit (Wanneer? Ik weet het niet meer) las ik dat Filippo Tommaso Marinetti, voorman van de futuristen, zo’n hoed voor ogen had, en sindsdien wil ik die zien. In het Kröller-Müller Museum opent de tentoonstelling Het futurisme & Europa. De esthetiek van een nieuwe wereld en ruik ik mijn kans. Zeg nou zelf, de ‘esthetiek van een nieuwe wereld’, daar hoort die glazen herenhoed bij. Hij is, met gerede kans op bloed en scherven, de perfecte accessoire bij Marinetti’s futurisme-manifest uit 1909 met krankzinnige passages als: „De Dood, getemd, passeerde mij bij iedere bocht en reikte mij vol gratie haar poot, en zo nu en dan strekte zij zich op de grond uit met het geluid van knarsende kaken, mij vanuit elke modderpoel fluweelzachte, liefkozende blikken toewerpend.”
De hoed is er niet, zelfs niet in de zaal met futuristische modeontwerpen als de opgetogen geometrische jurk van Sonia Delaunay uit 1913. Heb ik de hoed dan zelf verzonnen? Nou nee, op een herenhoed van glas kom je alleen als je Marinetti bent. (Of Stephen Jones, de radicale Britse hoedencreateur. Hij deed een gooi, maar zijn ‘glas’ was van plastic).
Ik geef niet op, maar voor nu zet ik die hoed van me af en zwelg in deze expositie. Dat openingsakkoord alleen al: dwars door de rode sculptuur waarmee Giacomo Balla de stompen uitbeeldt van ‘de vuist van Boccioni’, zie je de obese gipsen reus (1912) die Umberto Boccioni met die vuisten schiep. Die reus is trouwens een stiekeme dandy want alle spierballenrollerij en provocatie ten spijt, de futuristen hielden van elegantie. Zo verklaart de sierlijke Licht-Ruimte-Modulator (1922), een tollende installatie die lichtflitsen sproeit, de liefde aan het elektrische licht dat de ware futurist boven daglicht verkoos. En daar is het onweerstaanbare, driehoekige Campari Soda-flesje. Het is in 1932 ontworpen door de futurist Fortunato Depero, een toonbeeld van Italiaans design dat nog altijd figureert in bars en op terrasjes.
En de vrouwen? Wat dacht je? Marinetti lanceerde ‘minachting voor de vrouw’ als officieel uitgangspunt van het futurisme. Vrouwen, hem niet gezien.
Maar van wie is dat meeslepende schilderij? Dromerig laat het hemel en hoogbouw elkaar kruisen in een harmonie van zachte kleuren. Het heet De grote X en is geschilderd door Benedetta Cappa. Vrouw. Getrouwd met Marinetti. Haar man orakelde: „Een kunstwerk dat geen agressief karakter heeft kan nooit een meesterwerk zijn”, maar dat lapte ze aan haar laars. Op internet zie ik hoe ze in glooiende blauwen de moderne tijd uitbeeldde, met titels als Synthese van radio communicatie (een van haar vijf muurschilderingen voor het hoofdpostkantoor in Palermo, 1933-34). Welk Nederlands museum durft een solo-expositie van Benedetta Cappa aan? Dat moet lukken.
En Marinetti? Die overvleugelde haar. Maar hij gaf ook toe: „Benedetta [is] mijn gelijke niet mijn leerlinge.”