N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Irrigatie Gezuiverd rioolwater moet Zuid-Franse wijnbouwers die geen toegang hebben tot zoet water een uitweg bieden. „We zien de planten doodgaan.”
Alsof een hond bij iedere wijnstok een plasje heeft gedaan op de droge, zanderige grond. Zo zien de wijnranken van de Experimentele Eenheid van Pech Rouge nabij het Zuid-Franse Gruissan er eind april uit. De planten zijn nog in aangroei, hun trossen nog niet groter dan één volgroeide druif. De felgroene blaadjes en de rode klaprozen tussen de ranken steken af tegen de vaalbruine grond. De lucht voelt ziltig door de Middellandse Zee, twee kilometer verderop. Af en toe hoor je het geschreeuw van overvliegende meeuwen.
De donkere kringen op de droge aarde komen niet van een hond met territoriumdrang. Het vocht komt uit zwarte, rubberen slangen die als slingers tussen de planten hangen. Door minuscule gaten komt op gezette tijden water naar buiten. Half april werd het bewateringssysteem voor het eerst aangezet.
De rubberen slangen moeten de druiven redden, vertelt Frédéric Vrinat, directeur van het wijnmakerscollectief Cave de Gruissan, waarbij 47 wijnbouwers uit de omgeving zijn aangesloten. „Tot vorig jaar bewaterden we nooit”, zegt Vrinat in zijn wijnkelder in het centrum van Gruissan – er hangt een zurige geur. Door de aanhoudende droogte en hitte moet hij wel: „Voor ons betekent klimaatverandering vooral dat we geen water meer hebben.”
Amper is het voorjaar begonnen of een groot deel van Europa is al uitgedroogd
Het wordt steeds droger, zegt Vrinat. „Al twintig, vijfentwintig jaar is hier een regentekort: er valt minder regen dan de planten consumeren.” Tot voor kort was dat voor wijnbouwers niet zo’n probleem: wijnranken hebben weinig vocht nodig. Sterker nog: jarenlang werd de regio gezien als dé plek voor wijnbouw wegens de vele zonuren en de beperkte regenval, zo staat op de site van het wijncollectief. „Maar nu zien we de planten geel worden. We zien knoppen die niet meer uitkomen, planten die doodgaan.”
De wijnbouwers voelen het in de portemonnee. Zo zag Vrinat de laatste jaren 4 tot 5 procent van de voor droogte gevoelige Syrah-druiven van het collectief afsterven. „Eerder lag dat percentage tussen de 0,5 en máximaal 1 procent per jaar.”
Er is dus water nodig. Maar dat is er niet, in Gruissan. Of tenminste: geen zoet water. Het pastelkleurige stadje ligt pal aan de Middellandse Zee, maar heeft geen rivieren, geen meren, geen grondwater in de buurt. Dus gingen Vrinat en zijn collega’s op zoek naar andere opties, en kwamen uit in het riool.
Sinds 2009 werken onder meer de -Cave de Gruissan, de overkoepelende gemeente Grand Narbonne en het Franse Instituut voor Agronomisch Onderzoek INRAE aan het project Irri-Alt’Eau, waarbij rioolwater uit Narbonne, ten noorden van Gruissan, wordt hergebruikt. Het water van strandgangers en omwonenden die in de wijk Narbonne Plage douchen, plassen en poepen, wordt opgevangen en gezuiverd. Waar dit behandelde water tot voor kort de zee inging, wordt nu een deel afgevangen voor de bewatering van de wijnranken.
Bij de zuiveringsinstallatie een paar kilometer verderop wordt het rioolwater in verschillende stappen behandeld. In de eerste opvangbak lijkt het water donkerzwart en dik – er stijgt een indringende geur van urine, poep en chemicaliën uit op. Een machine met ijzeren tanden haalt er stukken wc-papier, stof en plastic uit.
Lees ook: Allemaal aan de pinot uit de polder: Nederwijn heeft geen slecht imago meer
Nadat het water in andere machines is ontzand en ontvet, worden chemicaliën toegevoegd om gevaarlijke stoffen te elimineren. Hierna gaat het grootste deel de zee in; het deel dat wordt afgevangen voor de wijnranken krijgt een extra behandeling om bepaalde bacteriën te doden. Daarna is het ‘schoon genoeg’ voor gebruik in de landbouw. Het water is na die laatste fase volledig helder en lijkt op drinkwater, laat een technicus zien door een put open te trekken; er glipt een salamandertje weg. „Maar als je er te veel van drinkt, zul je last van je maag krijgen.”
Na jaren van onderzoek, experimenten en bureaucratische hobbels wordt sinds vorige zomer 30 hectare wijnranken bij Gruissan bewaterd met het verschoonde rioolwater – waarvan 15 hectare toebehoort aan de Cave de Gruissan. Doel is uiteindelijk ruim 80 hectare te bewateren met het afvalwater van 27.500 mensen.
Druppelen
De wijnranken worden met druppelirrigatie bewaterd, vertelt INRAE-onderzoeker Nicolas Saurin tussen de wijnstokken. „We brengen het water naar de voet van de plant, bij de wortels”, zegt hij, wijzend op de rubberen buizen waar af en toe een druppeltje uitglijdt. „Zo kun je heel precies irrigeren. We voeden niet de hele bodem, maar alleen de planten.” Dit is de zuinigste manier van irrigatie, zegt Saurin. Maar het systeem is gevoelig voor technische mankementen. „Als er iets mis gaat waardoor een plant niet wordt gevoed, kan die niet met zijn wortels op zoek naar water iets verderop, zoals dat wel kan als het geregend heeft en de hele bodem is verzadigd.”
In het begin werd in de wijnwereld wat lacherig gedaan over het project, vertelt wijnbouwer Vrinat. „Destijds voelde men de noodzaak niet. Natuurlijk voorspellen wetenschappers al decennia dat we watertekorten zullen krijgen, maar het werd nog niet als een probleem ervaren.” Ook voor Vrinat waren zorgen over het klimaat niet de hoofdreden om mee te doen: „Het idee was vooral onze opbrengsten veilig te stellen. Onze rendementen fluctueerden enorm per seizoen en irrigatie is een van de manieren om de opbrengsten stabieler te maken.”
Maar sinds een paar jaar ziet Vrinat een kentering bij de leden van de Cave de Gruissan. „Nu staan ze te springen om ook gebruik te kunnen maken van deze techniek. Het is nu wachten tot het administratieve pad is afgelopen, waarna de methode breder kan worden uitgerold.” Onderzoeker Saurin ziet ook elders steeds meer vraag naar dit soort moderne irrigatiemethoden voor de wijnbouw. „Het begint nu echt van de grond te komen.”
Lees ook: Door klimaatverandering stijgt het alcoholpercentage in wijn
Ook buiten de wijnbouw neemt de interesse toe voor de inzet van hergebruikt water, vertelt Saurin. „Een groot voordeel van het gebruik daarvan, is dat je niet inteert op watervoorraden zoals rivieren en grondwater.” Mensen en bedrijven die van dit water gebruik maken, hoeven zich bovendien niet te houden aan de waterrestricties die ieder jaar eerder en op grotere schaal worden ingevoerd in het uitdrogende Frankrijk.
En het hergebruikte, behandelde water kan op talloze manieren ingezet worden. „Zo’n driekwart van de huidige projecten in Frankrijk zijn gericht op de landbouw, omdat daar het meeste water wordt gebruikt” (57 procent volgens cijfers van het ministerie van Ecologische Transitie). „Maar er zijn ook projecten waarbij het gezuiverde water wordt gebruikt voor het schoonmaken van steden en voor industrieel gebruik.” Zo worden in de zuidelijke steden Antibes en Cannes sinds dit jaar de wegen schoongespoten met gerecycled water.
Frankrijk loopt achter
Dit alles gebeurt met goedkeurende blikken vanuit Parijs, waar president Emmanuel Macron onlangs bekendmaakte dat Frankrijk meer gaat investeren in het hergebruik van water. Hij doet dit in navolging van buurlanden Spanje en Italië, waar beduidend meer water wordt hergebruikt – respectievelijk 15 en 8 procent tegenover minder dan 1 procent in Frankrijk. Dit verschil komt vooral door het gebrek aan gevoel voor urgentie, dat in het nog warmere en drogere Italië en Spanje eerder doordrong. Ook zou de sterke lobby van de Franse drinkwaterbedrijven hebben meegespeeld.
Macron wil nu het tij keren en het percentage hergebruikt water voor 2030 van 1 naar 10 procent brengen, maakte hij eind maart bekend bij de presentatie van zijn ‘Waterplan’. „We willen 300 miljoen kubieke meter, drie olympische zwembaden per gemeente of 3.500 flessen water per Fransman per jaar hergebruiken”, aldus de president.
In Gruissan is men blij dat het systeem na jarenlange voorbereidingen eindelijk in gebruik is, zij het voor een bescheiden deel van de talloze hectares aan wijngaarden in de heuvelachtige omgeving. Het was net op tijd. „In principe is de irrigatie bedoeld voor de zomer, maar omdat het de afgelopen herfst én winter nauwelijks heeft geregend, zijn we dit jaar extra vroeg in het seizoen begonnen”, zegt Saurin.
De druppels gefilterd rioolwater zijn dus broodnodig. Veel verschil met de wijnstokken die níet zijn bewaterd, zijn los van de ‘plasjes’ rond de voet van de wijnstokken eind april nog niet te zien. Dat is maar goed ook, legt Saurin uit. „Als het zichtbaar wordt dat een wijnstok last heeft van de droogte, als bladeren geel worden of afvallen, is het al te laat. Dan is het afbraakproces al gaande.”