Tegen zoveel onverschilligheid is het leven weerloos

Filosofie | Essay Dat het blijkbaar zo moeilijk is het leven te waarderen is tragisch, meent .


Foto NASA/NOAA/GOES Project

Op 22 maart 2016 werd Sebastien Bellin getroffen door de bomaanslag op vliegveld Zaventem. Hevig bloedend lag de voormalige Belgische basketbal-ster op de vloer, en dacht dat hij ging sterven. Maar hij overleefde het, en in een interview met weekblad Humo noemt hij die aanslag, achteraf bezien, „een cadeau”, en wenst hij het iedereen toe om ooit in het leven de dood „tot op een millimeter” te naderen. Want, zo legt hij uit, dan pas ontdek je waarlijk de waarde van het leven.

Iets vergelijkbaars overkwam Volkskrant-journalist Fokke Obbema, die in 2017 bijna overleed aan een hartstilstand en zich toen pas in ernst ging interesseren voor ‘de zin van het leven’. Toevallig gebeurde dat op 1 april, de dag waarop elk jaar de Maand van de Filosofie begint – met dit jaar als thema ‘weerloos en waardevol’. En dat blijkt dus rechtstreeks van toepassing op het leven zelf. Hoe waardevol het ook is – verlies het leven en je verliest alles –, gewoonlijk rekenen we erop zonder ernaar om te kijken, en tegen die onverschilligheid is het leven weerloos.

Dat het blijkbaar zo moeilijk is het leven te waarderen is tragisch. Niet alleen omdat het voor jezelf jammer is het leven zomaar voorbij te laten trekken, maar het is ook niet los te zien van de brute wijze waarop de moderne mens de afgelopen decennia en zelfs eeuwen met het gehele leven op aarde is omgesprongen. Als ware het iets zonder intrinsieke waarde of betekenis, maar slechts een brok brandstof voor de menselijke machinerie. Met als resultaat dat wij ons inmiddels bevinden in de voorstadia van een wereldwijde ecologische catastrofe. Zo herhaalt de ‘bijna-dood’ ervaring zich nu op een mondiaal niveau, waardoor de waarde van de weerloze aarde zich eindelijk aan ons opdringt.

Als gevolg beginnen steeds meer mensen en organisaties te roepen dat het zo niet verder kan, en dat wij ons dringend op een andere, meer zorgzame manier moeten gaan verhouden tot de aarde. Maar wat vergt het om een dergelijke fundamentele en omvattende culturele transformatie te bewerkstelligen?

Het lijkt mij in elk geval zinnig om eerst of ten minste óók te begrijpen waarom het ons zoveel moeite kost het leven te waarderen, en om dit als een probleem te erkennen. Zoals een alcoholverslaafde, om de verslaving te overwinnen, eerst moet erkennen dat hij of zij een alcoholprobleem heeft.

En het is inderdaad niet overdreven om te stellen dat wij de afgelopen paar eeuwen verslaafd zijn geweest aan bedwelmende voorstellingen van het leven op aarde, waardoor we daar verder niet echt bij stil hoefden te staan. Wat het allemaal betekent lieten we ons vertellen door verschillende autoriteiten, die elkaar evenwel vonden in de overtuiging dat dit aardse leven er eigenlijk niet toe doet. Deze verhalen hebben een soort bubbel van onverschilligheid gecreëerd, waarin wij relatief probleemloos over de oppervlakte van de aarde stuiteren, en ernaar kijken als door het raam van een voertuig. Een bubbel, die pas door bijvoorbeeld een bomaanslag of hartstilstand uiteen spat.

Poel des verderfs

De eerste autoriteit is, of was, de kerk. Volgens de christelijke leer – katholiek of protestants – was het aardse leven slechts een voorportaal tot het eeuwige echte leven na de dood. Dit leven was een poel des verderfs, bron van wellust en hebzucht, dat we vooral de rug moesten toedraaien om de blik en ons hart resoluut te richten op het goddelijke.

De tweede autoriteit leek ons hiervan te bevrijden: met de rationalistische wetenschap zakte de blik neer van het hogere hiernamaals naar het aardse hier-nu-maals. Maar nog altijd geldt ons dagelijkse leven als een schijnwerkelijkheid, als een illusie. Want wat jij en ik en ieder persoon ziet en ervaart, is louter subjectief en tijdelijk, en dus nietsbetekenend vergeleken met de eeuwige echte werkelijkheid, die zich ergens diep verscholen in de stoffelijke wereld zou bevinden. En omdat de wetenschap meent hard op weg te zijn naar de complete ontcijfering van deze werkelijkheid, met volledige controle tot gevolg, hoeven wij daar maar geduldig op te wachten.

Ondertussen geeft de derde autoriteit ons zoveel te doen dat we ook nauwelijks tijd of energie overhouden om ons met dit leven uiteen te zetten: dat is de politiek. Niet specifiek een politieke partij of ideologie, maar het basale politieke idee dat de wereld bestaat uit een lappendeken van naties, ieder met zijn eigen volkslied en eigen vlag.

Ieder mens wordt binnen zo’n natie geboren en behoort daar vervolgens toe. Binnen drie dagen na de geboorte moet je worden aangemeld en krijg je een levenslang nummer opgeplakt (althans in Nederland). Vanaf dat moment ben je onderworpen aan een heel stelsel van wetten en regels, en ligt er een hele serie rollen voor je klaar om op het juiste moment als een soort kostuum aan te trekken. De verplichte schoolgang wordt expliciet omschreven als ‘leren functioneren in de maatschappij’, en dat is waar de rest van ons leven min of meer op neerkomt. Functioneren als radertjes binnen een systeem, of je dat nou leuk vindt of niet.


Lees ook dit interview met de nieuwe Denker des Vaderlands

Depressie, volksziekte nr. 1

En steeds meer mensen vinden dat niet leuk en draaien zich helemaal vast of dol of kapot. Depressie is inmiddels volksziekte nummer 1, en als het niet onszelf betreft dan kennen we wel anderen die langdurig thuis zitten vanwege ‘burn-out’. Uit alleen al die term blijkt hoezeer wij worden gezien en gebruikt als brandstof voor de economische machinerie – en wie het niet meer aan kan, lijdt volgens het grote handboek van de psychiatrie, de DSM, aan een ‘aanpassingsstoornis’. Dan kom je als patiënt of cliënt in de handen van de gezondheidsmachinerie, met als doel om jou weer zo gauw mogelijk aan de draai te krijgen.

Dus ook onder deze autoriteit is het leven niet iets om echt bij stil te staan, en leren we niet om dit te waarderen als van intrinsieke waarde en betekenis. In plaats daarvan wordt het leven van ons ontvreemd en omgetoverd tot een ordinaire tredmolen. Waarvoor wij dan ruimschoots worden gecompenseerd met regelmatige vakanties (om weer even ‘de batterij op te laden’) en alle andere vormen van goedkoop en gemakkelijk genot via de consumptie-industrie. In toenemende mate transformeren hele steden tot een commercieel pretpark, waarvoor de aarde nog verder wordt leeggezogen, vervuild en vernietigd.

Ecologische crisis

Ondanks de hoop van velen, bleek de financiële crisis van 2008 toch niet voldoende om deze algehele bubbel te doen springen. De coronacrisis leek opnieuw een uitgelezen gelegenheid voor een fundamentele ‘reset’, maar twee jaar nadien is dat nog slechts een vage herinnering. Zal dan de steeds acuter wordende ecologische crisis daar eindelijk in slagen? Zoals gezegd roepen steeds meer mensen en organisaties dat het zo niet verder kan. Maar dan moeten we bovenal leren te zorgen voor het leven als iets van intrinsieke waarde en betekenis, en daartoe zullen we het moeten bevrijden uit die versluierende en verstikkende verhalen.

De christelijke godsdienst speelt (althans in ons werelddeel) geen rol van betekenis meer, maar des te dringender moet worden erkend dat ook wetenschap en politiek fungeren als religieuze voorstellingen die ons het zicht ontnemen op wat er werkelijk toe doet. Natuurlijk hebben wetenschap en politiek enorm veel gebracht om te koesteren, dus dit is allerminst een pleidooi om ze af te schaffen; maar het zijn toch menselijke bedenksels, in de afgelopen paar honderd jaar in Europa ontwikkeld en aan de wereld toegevoegd.

Wat hier op aarde gaande is, en al miljarden jaren gaande is, is een diep wonderbaarlijk mysterie dat ons begrip grandioos te boven gaat. Alles dat op aarde leeft en doet komt hieruit voort en geeft hieraan gestalte. Hierin vinden wij gemeenschappelijke grond en een gemeenschappelijke waarde, wat alle mens-bedachte, cultureel bepaalde waarden bij verre overstijgt. De vereiste fundamentele hervorming vergt bovenal dat we dit erkennen, en tot in onze vezels gaan ervaren. Dan is er nog hoop op een goede toekomst.