N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Dna blijft me betoveren. Deze week bestelde ik bijvoorbeeld bijna achteloos een stukje dna, een genetisch ‘plakkertje’ waarmee ik mijn bacteriën in kaart breng. Ik typ de vier letters van het dna domweg in het formulier. Vier letters die staan voor vier moleculen. GAGTATTGCTCAAGAGTGC. Ik stuur het naar een bedrijf en die maakt er één molecuul van. Eén strengetje met aan elkaar vastgeplakt een guanine, een adenine, weer een guanine, een thymidine etcetera.
Wij zien in die letters geen patroon maar het is de programmeertaal van al het leven. Er zitten woorden in verstopt, zinsconstructies, kanttekeningen, herhalingen, palindromen. Je kunt er ‘dialect’ in herkennen; bacteriën klinken net anders dan gisten of virussen of chimpansees. En er is een volle gereedschapskist waarmee je eindeloos kunt knutselen. Zet ik een stukje dna in het genoom met GGTCTC, dan herkent een schaartje dit en zet precies één letter verderop een knip waardoor je het op een ander stukje dna kan plakken. Chemische pracht van de natuur in duet met de brille van de mens. Je kunt alles maken wat je kunt bedenken.
Stel, je vraagt je af waarom het ene coronavirus vooral in vleermuizen gedijt en niet zo lekker deelt in menselijke cellen. Ligt dat aan dat ene stukje erfelijk materiaal? En wanneer je dat stukje vervangt door een ander stukje, kan het dan nu beter gekweekte menselijke longcellen besmetten?
Twee weken geleden verscheen een wetenschappelijk artikel online waarin werd gesuggereerd dat de lasnaden van het in elkaar knutselen van het coronavirus nog te zien zouden zijn in het virusgenoom. De las-metafoor neem ik even over van collega-columnist Maarten Keulemans die in de Volkskrant gehakt maakte van de suggestie dat dit zou wijzen op een timmermansoog in plaats van toeval.
Het probleem is dat er naar mijn smaak net iets teveel genetische toevalligheden zijn. Het coronavirus dat een pandemie met meer dan zes miljoen doden veroorzaakte, heeft bijvoorbeeld een wel heel apart ‘dialect’, en voor coronavirussen een zeer zeldzame knipplek die essentieel was voor echte besmettelijkheid in mensen.
Het zijn niet alleen die toevalligheden die ervoor zorgen dat ik hier ’s nachts soms van wakker lig. Want het is ook irritant toevallig dat de onderzoekers in Wuhan de experimenten om die handige knipplekken te introduceren in 2018 gewoon hebben voorgesteld in een onderzoeksaanvraag. Ze beschrijven daarin precies het type genetisch ingenieurswerk waaruit het coronavirus zou kunnen zijn ontstaan. Daarnaast stelde ze voor om levende, poepende, bijtende en piesende vleermuizen van het type dat vol met coronavirussen zit naar de miljoenenstad Wuhan te transporteren, ze in speciaal daarvoor gepatenteerde vleermuishokjes te houden, te vaccineren en te bestuderen. Ik weet niet welke onderzoeksaanpak precies riskanter was. Ik weet wel dat nog geen twee jaar later op een paar kilometer afstand van het lab de pandemie begon met een coronavirus met een curieus genoom. Toeval.
Ik wil dat u dit weet, want ik ben er zeer door verontrust. Ik wil dat u weet dat soortgelijk onderzoek met zeer gevaarlijke influenzavirussen werd (of wordt?) uitgevoerd in het ErasmusMC. En ik wil ook dat u weet dat virussen ware ontsnappingskunstenaars zijn. De afgelopen eeuw waren er ongelukken in labs of vaccinproductie-faciliteiten waardoor mensen ziek werden en een eerder uitgestorven influenzavirus weer een epidemie wist te veroorzaken.
Veruit de meeste wetenschappers zijn integere mensen die hun nieuwsgierigheid volgen en iets goeds willen doen voor de wereld. De meesten zullen, ook zonder regelgeving, geen onaanvaardbare risico’s nemen. Maar er hoeft er maar één te zijn die de grenzen wel opzoekt en de gevolgen zijn niet te overzien. Ook een piepklein risico op een pandemie is een onaanvaardbaar risico.
De gereedschapskist blijft zich uitbreiden met nieuwe techniek, zoals bijvoorbeeld CRISPR-Cas om het dna van gewassen, dieren en ook het eigen erfelijk materiaal naar eigen inzicht aan te passen. Wederom betoverend genetisch vernuft. Tegelijkertijd laten de riskante virologische experimenten zien dat het systeem van wetenschappelijke zelftoetsing en controle tekort schiet. Het is hoog tijd om in te grijpen.
Rosanne Hertzberger is microbioloog.