N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Beeldende kunst
Tentoonstelling Kunstenaar Jenny Holzer zoekt met agressieve kunst over seksualiteit, machtsmisbruik en onderdrukking een breed publiek. Haar opruiende teksten zetten aan tot nadenken.
„Het meest exquise genot is dominantie”, „Angst is het elegantste wapen”, „Jouw handen zijn nooit vuil”, „Breek het bekken, zodat ze goed ligt”. De Amerikaanse kunstenaar Jenny Holzer (1950, Gallipolis, Ohio) is beroemd geworden met haar korte, polariserende uitspraken en aforismen, door haar Truisms (clichés) genoemd.
Andere slogans zijn meer filosofisch of reflexief van aard, zoals: „Protect me from what I want” en „Abuse Of Power Comes As No Surprise”. Het knappe van deze teksten is dat ze, hoe kort ze ook zijn, geen eenduidige betekenis hebben. Holzer verspreidt haar slogans in de stad, bijvoorbeeld op billboards en op grote led-displays. Ook drukt ze boodschappen af op posters en graveert ze teksten op marmeren banken en plaquettes, in een klassieke typografie.
In museum K21 in Düsseldorf bedekken posters (43 x 43 cm) in fosforescerende kleuren de wanden van de tentoonstellingszalen, als een grootschalig mozaïek. De sobere, dwingende inrichting van de expositie wekt, met de formeel aandoende banken en plaquettes, de indruk van een stalinistisch mausoleum. Holzers werk is keihard.
Holzer begon haar artistieke loopbaan in de schilderkunst, beïnvloed door abstracte schilders als Mark Rothko en Morris Louis. Ze maakte grote monochrome schilderingen voor specifieke locaties. Een andere belangrijke bron van inspiratie waren de conceptuele tekstwerken van Joseph Kosuth. Toen Holzer van 1977 tot 1979 de post-graduate-opleiding van het Whitney Museum in New York volgde, begon ze met het verspreiden van haar Truisms in Manhattan. Haar activiteit als wildplakker werd opgemerkt door de galerie van Barbara Gladstone nadat Andy Warhol rondvertelde dat dit het werk was van een geniale kunstenaar. Het was het begin van een internationale carrière.
‘Opruiende essay’s’
Na de Truisms, ongeveer driehonderd in totaal, volgden de Inflammatory Essays (‘Opruiende Essays’, 1979 – 1982), die nu op de tentoonstelling in Düsseldorf de muren bedekken. Deze ‘essays’, een soort verzamelingen van strenge bevelen, radicale voorstellen en duistere voorspellingen, afgedrukt in off-set op gekleurd papier, volgen steeds hetzelfde strenge typografische patroon, van precies honderd woorden en twintig regels. De teksten gaan over consumptiegedrag, genderrelaties, activisme, machtsmisbruik, in verschillende talen. Ze zijn ontleend aan filosofen van Plato tot Marx, aan dichters en politici, of zijn afkomstig van vrijgegeven documenten van staatsveiligheidsdiensten. Ze verwoorden tegenstrijdige perspectieven, die Holzer presenteert als een soort waarheden zonder daarbij zelf partij te kiezen.
Het werk van Holzer is actueel en lijkt soms zelf profetisch te zijn. Denk aan thema’s als seksueel en politiek geweld, machtsmisbruik, onderdrukking, identiteitspolitiek, onrechtvaardigheid en uitbuiting en ook de verlamming en vervreemding waar dit alles toe kan leiden. Haar werk leidt tot heftige debatten in de kunstwereld en daarbuiten. Holzer doet er daarbij alles aan om een zo breed mogelijk publiek te bereiken, zonder ooit te behagen.
Versnellen en vertragen
De led-werken doen zich in het museum voor als elektronische, kinetische sculpturen, liggend op de vloer en leunend tegen wanden. De elektronische teksten lijken een eigen leven te leiden, rollen in lichtende letters voorbij, ze versnellen, vertragen, pauzeren, als sprekende robots. Ze vestigen de aandacht op de manipulatie door nieuwsmedia en reclame en gaan over oorlog en geweld maar evengoed over liefde en tederheid. Ze gaan niet over specifieke gebeurtenissen en zijn in die zin niet tijdsgebonden, maar de teksten, sommige al vijftig jaar oud, zijn nog altijd even sterk. „Rejoice! Our times are intolerable. Take courage, for the worst is a harbinger of the best”.
Het meest extreme werk in Düsseldorf is de serie Lustmord (1993-95), met teksten die zijn ontstaan tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië, gegraveerd in marmeren plaquettes. Ze gaan over verkrachting en dood en zijn geschreven vanuit de verschillende perspectieven van dader, slachtoffer en waarnemer.
Taal als kunst
Holzer behoort tot een generatie van vrouwelijke kunstenaars, onder wie Mary Kelly, Barbara Kruger en Louise Lawler, die vanaf de jaren tachtig taal inzetten als kunstvorm. Zij richtten zich op daarbij op nieuwe artistieke productievormen, zoals fototekstcollages en videowerken. Ze maken heel verschillend werk, maar hebben met elkaar gemeen dat ze maatschappijkritiek leveren door middel van de verbeelding (en verwoording) van tegenstrijdige perspectieven. En dan vooral op het vlak van seksuele en politieke identiteit. „Waarheid wordt gecreëerd door tegenspraak”, luidt een van Holzers Truisms. Taal is voor deze kunstenaars tegelijk doel en wapen: ze maken ermee zichtbaar hoe politieke en culturele instituties het publiek manipuleren. Hun werk toont aan dat taal, of het nu de taal is van revolutionairen of van overheidsambtenaren, van politici of van dichters, nooit iets neutraals of iets passiefs is, maar juist de plek is waar conflicten worden uitgevochten.
Het werk van Holzer is op zijn sterkst buiten het museum, in de openbare ruimte, waar het nu ook in Düsseldorf op allerlei plekken is te zien. Toch is ook de tentoonstelling als totaal-installatie geslaagd. Holzer deelt rake klappen uit. Op een krachtige manier vraagt ze aandacht voor de grote problemen van onze tijd, met uitspraken die tot nadenken stemmen.