N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Mijn dochter (11) en haar vriendin werden bijna van hun vrijmarktkleedje gejaagd. Door een volwassen kerel, die de avond ervoor zijn territorium toegeëigend dacht te hebben met stoepkrijt. Rond tienen wilde hij het betwiste grondgebied binnenvallen waar de dames al verbleven sinds zonsopkomst.
De charme van de vrijmarkt is juist dat het een van de laatste buurtevenementen is zonder vergunning. Geen akoestisch onderzoeksrapport, geen stikstoftoets, geen multidisciplinaire risicoanalyse. We snakken naar die vrijheid. De NOS opende Koningsdag met beelden uit 1992, toen de koninklijke familie onbekommerd door de menigte stapte, zonder dranghekken.
We snakken naar kleinschalige evenementen in dorpen, maar de vrijwilligers haken af omdat er absurd veel papierwerk voor nodig is. De BoerBurgerBeweging voelt die wrevel goed aan. In De Gelderlander pleit Rik Loeters, de lokale BBB-voorman, ervoor om zulke evenementen vrij te stellen van stikstoftoetsen van tientallen pagina’s. „Iedereen weet dat de meeste evenementen nul komma nul, nul, nul effect hebben op de natuur.”
Hij heeft volkomen gelijk. Weg met de hoepels en dranghekken. Maar dit werkt alleen als iedereen zich weet te gedragen naar ongeschreven beleefdheidsnormen, en niet zijn egoïsme uittekent in krijt. Al die ‘bezet’-vakken zijn zelfportretten van mensen met een bord voor de kop.
Die zinloze stikstoftoetsen danken we mede aan al die boeren die jarenlang jankten dat zij als enigen de klos waren. En het verkeer dan? De industrie, scheepvaart, de bouw? Met een aandeel van 46 procent is de landbouw domweg de grootste veroorzaker van het stikstofprobleem, maar de boer krijgt zijn zin. Ongelijke monniken, toch gelijke kappen. We zien de stikstofemissierapportage van uw buurtbarbecue met belangstelling tegemoet.
Wie ongedwongenheid wil, moet kunnen inschikken. Als de uitbaters van megastallen zich verantwoordelijk zouden gedragen en hun business drastisch zouden verkleinen, dan was er voor geen enkel evenement in de wijde omgeving nog een stikstoftoets nodig. Als elke kleedjesverkoper zich schikt naar het billijke principe dat wie voor dag en dauw opstaat simpelweg de beste stek heeft, dan kan de vrijmarkt heerlijk kneuterig en gemoedelijk blijven.
Uiteraard kende mijn dochter de relevante APV-artikelen uit haar hoofd, als afweergeschut tegen de ploert, die afdroop.
Maar te oordelen aan de temperatuurstijgingen in de samenleving, kan het zomaar zijn dat we over dertig jaar nostalgisch terugkijken naar beelden van de kleedjesmarkt nu. Tjonge, dat kón toen nog gewoon. Toen bakende de gemeente de vakken nog niet zelf strak af. Toen hoefde je ze nog niet te reserveren. Toen kon je je rommeltjes nog onbekommerd verpatsen zonder er een dikke risicoanalyse bij aan te leveren.
Toen stonden er tussen de kleedjes nog geen dranghekken.