N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Necrologie
Harry Belafonte (1927-2023) Zanger
Hij begon met zingen om acteerlessen te betalen. Maar Harry Belafonte groeide uit tot een populair zanger, vooral bekend van ‘The Banana Boat Song’ (,,Day-O!”), en activist voor de burgerrechtenbeweging.
Eén nummer bleef zijn leven lang aan hem verbonden: het lied van de Jamaicaanse dokwerkers die in de nachtdienst bezig zijn bananen van een vrachtschip te laden. Het heette ‘The Banana Boat Song’, maar is veel bekender geworden als ‘Day-O’ – naar de echoënde samenzang van de havenarbeiders die smachtten naar het eind van hun zware dienst. Het lied dateerde al uit het begin van de twintigste eeuw, maar werd pas een wereldsucces toen Harry Belafonte het in 1956 op de plaat zette. Hij was lang niet de eerste die het zong, maar hij maakte het licht en luchtig, waardoor het een veel groter publiek aantrok. En het betekende het begin van een rijke carrière als zanger, acteur en activist.
Harry Belafonte is dinsdag, thuis in New York, overleden. Hij was 96 jaar oud en tot op hoge leeftijd actief.
Zijn ouders waren Jamaicaanse immigranten in New York. Zijn vader werkte als kok en zijn moeder als huishoudster, maar ze waren ook vaak werkloos. „Als kind droomde ik niet van een carrière, maar van eten”, zei hij eens. Ondanks hun armoede slaagden ze er toch in hun zoon naar de universiteit te sturen.
Bijverdienste
Zelf wilde Belafonte toneelspeler worden. Maar om de acteerlessen te kunnen betalen, ging hij als zanger optreden in diverse clubs. En daarmee boekte hij al snel succes, dankzij zijn soepele zangstem en zijn gedistingeerde voorkomen. Eind jaren veertig trad hij al op bij het jazz-orkest van saxofonist Charlie Parker. En in 1949 bemachtigde hij zijn eerste platencontract.
Allengs verruilde Harry Belafonte halverwege de jaren vijftig de jazz voor de folkmuziek – en vooral voor de calypso naar Jamaicaans model. Zijn album ‘Calypso’ uit 1956, waarop hij ook ‘The Banana Boat Song’ zong, staat te boek als de eerste langspeelplaat waarvan binnen een jaar een miljoen exemplaren werden verkocht. Latere hits waren het zonovergoten nummer ‘Island in the sun’ en de comedysong ‘There’s a hole in my bucket’. Als hem werd voorgehouden dat hij daarmee voor een commerciële koers had gekozen, antwoordde hij dat er toch altijd engagement in zijn liedjes school: „Ik had veel meer geld kunnen verdienen als ik leuk was blijven glimlachen, oppervlakkige liefdesliedjes had gezongen en aardig was gebleven voor een blank publiek. Maar ik zeg gewoon wat ik vind en ik kan de beste dokter betalen.”
Activist
Een van zijn eerste filmrollen speelde Belafonte in 1954, in de musicalfilm Carmen Jones. Een paar jaar later werd hij gevraagd om Porgy te spelen in de verfilming van de musical-opera Porgy and Bess. Maar die rol stond bol van de racistische stereotypen, vond hij. Na zijn weigering ging de rol naar Sydney Poitier, met wie hij goed bevriend was.
Daarna verscheen Harry Belafonte nog wel in allerlei andere films. Een van de laatste was BlacKkKlansman van Spike Lee. Harry Belafonte speelde een activist voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Dat was hij in het echte leven zelf ook. Hij voerde campagne voor diverse democratische presidentskandidaten en tegen de meeste republikeinen. ‘Ik noem mezelf humanist,’ zei hij.