Wanneer begint het langverwachte Oekraïense tegenoffensief?

Reportage

Oorlog in Oekraïne Al lange tijd is sprake van een tegenoffensief dat Oekraïne in de lente zou beginnen. Militaire experts in Kyiv verwachten het op zijn vroegst in de loop van mei. „De Oekraïense krijgsmacht is er nog niet klaar voor.”

Een Oekraïense militair rust zondag uit in een schuilkelder bij Bachmoet, waar al sinds vorige zomer hevig om wordt gevochten. Oekraïne blijft Bachmoet verdedigen, onder meer om zo veel mogelijk Russische militairen uit te schakelen zodat een tegenoffensief straks meer kans maakt, zeggen militaire experts in Kyiv.
Een Oekraïense militair rust zondag uit in een schuilkelder bij Bachmoet, waar al sinds vorige zomer hevig om wordt gevochten. Oekraïne blijft Bachmoet verdedigen, onder meer om zo veel mogelijk Russische militairen uit te schakelen zodat een tegenoffensief straks meer kans maakt, zeggen militaire experts in Kyiv.

Foto Anatolii Stepanov/AFP

Het testen van de Russische verdediging is al begonnen, meent militair expert Jevhen Dyky. Vorige week was er een kleine Oekraïense aanval aan het zuidelijke front bij Orichiv, vertelt hij in een koffiebar in Kyiv. Die was niet bedoeld om door te breken, legt hij uit, maar om te onderzoeken hoe de Russen zouden reageren; waar ze sterke en zwakke punten hebben.

Ook de berichten van dit weekeinde dat in de provincie Cherson Oekraïense troepen de overzijde van de rivier de Dnipro hebben bereikt, duiden op zo’n testaanval, vermoedt Dyky. Videobeelden geverifieerd door militaire analisten van het Institute for the Study of War (ISW) bevestigen die Oekraiënse legeraanval, aldus de Amerikaanse denktank.

Dyky verwacht de komende weken meer testaanvallen langs de frontlinie. „Op basis daarvan zal het opperbevel met een definitief plan komen voor het tegenoffensief.”

Zowel bij westerse bondgenoten als in eigen land brandt de vraag wanneer dat langverwachte Oekraïense tegenoffensief begint. Op zijn vroegst in de tweede helft van mei, zegt Dyky. Niet eerder dan volgende maand, zeggen ook de gepensioneerde luitenant-generaal Ihor Romanenko en oud-militair Oleh Zjdanov, elders in Kyiv. De Oekraïense krijgsmacht is er nog niet klaar voor, zeggen beiden. En, benadrukken Dyky en Zjdanov, vergeet het weer niet: de grond is nog te zacht voor de zware westerse tanks.

Het probleem voor de Oekraïense krijgsmacht ligt niet bij de militairen, menen de drie. Zo’n zestigduizend van hen worden er momenteel getraind in het Westen volgens NAVO-richtlijnen. Wat Oekraïne vooralsnog tegenhoudt, is het gebrek aan munitie en westerse gevechtsvoertuigen als tanks. Ook heeft het geen moderne gevechtsvliegtuigen.

Hoofdpijndossier

„Een leger heeft altijd te weinig munitie”, schertst Romanenko (70) in het Kyivse appartement van zijn moeder. Hij diende twintig jaar in de Sovjetkrijgsmacht en even lang in de Oekraïense krijgsmacht na de onafhankelijkheid in 1991. Zijn laatste functie was plaatsvervangend chef van de Generale staf van de Oekraïense strijdkrachten. „We hebben veel minder munitie dan de Russen. Dus moeten we daar efficiënt mee omspringen.”

„Munitie is in deze oorlog een hoofdpijndossier”, verzucht Zjdanov. „Ik hoop dat de generale staf steeds een beetje opzij heeft gelegd en zo reserves heeft opgebouwd voor het offensief.” Reserve-kolonel Zjdanov (57) zat voor 2000 bij de Oekraïense krijgsmacht, waar hij medewerker was van de generale staf.

De krijgsmacht wacht totdat ze in ieder geval beschikt over meer munitie en tanks en de weersomstandigheden verbeteren

Hij wijst erop dat het Westen beseft hoe nodig leveranties van extra munitie zijn voor Oekraïne. Deze maand kondigden de Verenigde Staten een hulppakket aan van meer dan 2,6 miljard dollar (2,4 miljard euro), vooral bedoeld voor munitie. EU-buitenlandchef Josep Borrell meldde vorige week dat meer dan 600 miljoen euro aan munitie en raketten is geleverd aan Oekraïne.


Lees ook: Uitgeputte militairen en oprakende munitie: uitgelekte documenten bieden een somber beeld voor Oekraïne

Uit de onlangs gelekte Amerikaanse documenten over de situatie in Oekraïne bleek dat de zwakke punten van dat land liggen bij munitietekorten en de luchtafweer. Afgelopen vrijdag kwam er tijdens het Ramstein-overleg, een defensietop van bondgenoten van Oekraïne, niet het door Kyiv gehoopte groene licht voor de levering van F-16’s aan Oekraïne.

Een tegenoffensief zonder luchtsteun zorgt voor meer Oekraïense verliezen, meent Zjdanov in een café buiten Kyiv. De westerse weigering stuit bij hem op onbegrip. „Westerse politici geven ons technologie, tanks, artillerie en gepantserde voertuigen. Het geld daarvoor komt van de belastingbetalers in die landen. Maar zonder luchtdekking kan die steun op het slagveld eenvoudig worden vernietigd.”

Een tegenoffensief zonder luchtsteun is mogelijk, denkt Dyky (49). „Maar als Russische gevechtsvliegtuigen ons van bovenaf raken, hebben we een probleem.” Vanaf het begin van de oorlog zijn de Russen er niet in geslaagd om een luchtoverwicht te bemachtigen, vooral vanwege de Oekraïense luchtafweer. Uit het Ramstein-overleg kwam naar voren dat de bondgenoten blijven inzetten op munitie en luchtafweer.

Moderne westerse tanks

Oekraïne krijgt wel eerder dan verwacht de beschikking over 31 Amerikaanse Abrams-tanks. Die arriveren over enkele weken in Duitsland voor trainingen. Sinds februari druppelen moderne westerse tanks als de Leopard-2 Oekraïne binnen. Maar het beloofde aantal tanks heeft Oekraïne nog niet ontvangen. Dus wacht de krijgsmacht met het tegenoffensief totdat ze in ieder geval beschikt over meer munitie en tanks en de weersomstandigheden verbeteren.

Tot dan probeert Oekraïne tijd te winnen, zodat de militairen voor het tegenoffensief kunnen trainen. Mede daarom houdt Kyiv vast aan de strijd om Bachmoet in Oost-Oekraïne. Die duurt sinds de zomer en eiste al duizenden levens, aan Russische en Oekraïense kant. „Onze taak daar is om de Russische opmars te stoppen en zo veel mogelijk Russen uit te schakelen”, stelt Romanenko.


Lees ook: Oekraïne blijft Bachmoet stug verdedigen ‘om Russen uit te putten’

Puur ter verdediging worden Oekraïense soldaten met „minimale training” naar Bachmoet gestuurd, zegt Zjdanov. „Daar krijgen ze te horen: hier is je positie, daar is de vijand, houd ze tegen.”

In uitzonderlijke gevallen ontbrak een gedegen voorbereiding, erkent Dyky. „Net gemobiliseerde soldaten kregen een training van drie tot vijf dagen, waarna ze naar het front werden gestuurd. Dat kun je geen training noemen.” Dat was in januari en februari. Oekraïne kon niet anders, aldus Dyky. „We hadden met spoed mensen nodig om de verliezen aan te vullen.” Maar zulke korte trainingen komen nu niet meer voor, zegt hij, als gevolg van de publiciteit erover en de ophef die toen ontstond.

Dyky staat in contact met militairen aan het front. Zelf vocht hij in 2014 in het Ajdarbataljon in Oost-Oekraïne, in de Donbas, tijdens de eerste Oekraïens-Russische oorlog. Hij is medisch afgekeurd voor het leger. Zijn kameraden van toen vechten nu onder andere in Bachmoet of Voehledar. Sommigen hebben de oorlog niet overleefd. Naar aanleiding van zijn eigen oorlogservaringen schreef Dyky het boek Hybride oorlog van de Russische Federatie in Oekraïne: ervaring voor de Baltische staten.

Moreel onder soldaten

De verliezen bij Bachmoet breken niet het moreel onder de soldaten, hoort hij van hen. „Ze voelen van binnen dat het hun taak is om tijd te winnen, zodat er een leger ontstaat dat de oorlog wint.”

Bij het tegenoffensief zullen ze met hun opgebouwde ervaring van pas komen. Zjdanov: „Degenen die nu aan het front staan, vormen straks het tweede echelon en ondersteunen de oprukkende troepen.”


Maar waar vindt dat tegenoffensief plaats? De drie experts zien de meeste kansen in het afsnijden en vervolgens bevrijden van het geannexeerde schiereiland de Krim van Rusland. „Oost-Oekraïne is meer verstedelijkt. Dat worden zware gevechten”, zegt Dyky, sprekend uit eigen ervaring aangezien hij daar in 2014 vocht. Het meest voor de hand liggende scenario is volgens hen dat Oekraïne tot aan de Zee van Azov doortrekt en Melitopol en Berdjansk bevrijdt. Naar verwachting hebben de Russen daar wel een legereenheid klaar staan ter verdediging. Een andere optie om de Krim af te sluiten is om vanuit het noorden zuidwaarts door te stoten naar Marioepol.

Dit zijn de opties op papier, maar straks wacht de praktijk. Oekraïne wist vorig jaar via een tegenoffensief Cherson en de omgeving rond Charkiv te bevrijden, maar het komende tegenoffensief wordt een ander verhaal, waarmee Oekraïne geen ervaring heeft, zegt Dyky. „We hebben nooit eerder in de geschiedenis zo’n grootschalige operatie uitgevoerd, waarbij we met tankcolonnes door een verdedigingslinie breken en dieper moeten trekken. Dus het wordt een heel moeilijke taak.”

Heeft de publicatie van de gelekte Amerikaanse documenten invloed op het tegenoffensief? Er stond niet alleen informatie in over munitietekorten en gebrekkige luchtverdediging, maar over het aantal beschikbare brigades (negen), die hebben getraind en zijn uitgerust met westers materieel. De drie Oekraïense militaire experts tonen zich niet onder de indruk van de lekken. Ze plaatsen vraagtekens bij de echtheid van de documenten en merken op dat er niks instaat over de aanvalsplannen. Ze verwachten daarom dat Oekraïne zijn tegenoffensief niet zal aanpassen.

Westerse inschattingen

Sowieso hechten ze niet te veel waarde aan westerse inschattingen. Die klopten in het verleden niet altijd. Westerse analisten hadden immers niet verwacht dat Oekraïne zo lang zou standhouden, lachen ze besmuikt. „Ze hebben de neiging de capaciteiten van Rusland sterk te overschatten en die van Oekraïne te onderschatten”, aldus Dyky op verwijtende toon. „Ze kijken te veel door een Russische bril.”

Met slimheid verraste Oekraïne vorig jaar zijn bondgenoten en Rusland. En dat was het niet alleen. De kracht van het Oekraïense leger, vinden de drie experts, komt voort uit de sterke motivatie, de wil om te winnen en Oekraïne te bevrijden. En nu, met de westerse steun, heeft het leger de kans om dat te doen, vinden ze.

En wat als de Russische krijgsmacht het tegenoffensief afslaat? De gepensioneerde luitenant-generaal Romanenko denkt niet dat het lever dan de moed zal opgeven. „Dan richten we ons op onze verdediging en bereiden we ons voor op een nieuw tegenoffensief, met meer troepen en meer wapens.”

Dyky moet nog zien of een tweede tegenoffensief mogelijk is. Dan moet het Westen wel meewerken, en dat verwacht hij niet. „In dat geval zal het Westen de oorlog willen bevriezen, vrees ik. Daar zullen de Russen mee instemmen. Zodat ze een nieuwe mobilisatieronde kunnen afkondigen en hun defensie-industrie kunnen opbouwen. Waarna ze Oekraïne opnieuw zullen aanvallen.”