Mentaal gesloopt door Deense tiener

Tennis Botic van de Zandschulp speelde in München opnieuw in de finale tegen Holger Rune. Hij verloor weer, op dramatische wijze.

Botic van de Zandschulp in de finale van München, waarin hij net als vorig jaar verloor van de Deen Holger Rune.
Botic van de Zandschulp in de finale van München, waarin hij net als vorig jaar verloor van de Deen Holger Rune.

Foto Christof Stache/AFP

Botic van de Zandschulp lijkt geklopt als Holger Rune de bal in de eerste game van de partij vlak achter het net legt. Maar schijn bedriegt. De 27-jarige Nederlander trekt een sprintje, glijdt precies op het juiste moment en weet zijn 19-jarige tegenstander met een dropshot te verrassen. Een gebald vuistje. Graveltennis in optima forma. Meer dan een punt in een verloren openingsgame levert het Van de Zandschulp niet op in de finale van het ATP-toernooi van München.

Zo’n tweeënhalf uur later krijgt Van de Zandschulp zijn eerste matchpoint. Maar zo koel en rustig als hij aan het begin van de partij was, zo nerveus is de beste Nederlandse tennisser nu. Verkrampt als Van de Zandschulp is slaat hij de bal uit. Shoken heet dat in tennisjargon. Daarna krijgt Van de Zandschulp nog drie keer de mogelijkheid de wedstrijd te beslissen. Keer op keer lukt het hem niet.

Na twee uur en 51 minuten maakt Rune het op zíjn eerste matchpoint wel af. De mentaal sterkste van de twee schrijft het toernooi op zijn naam. Want dat Van de Zandschulp in de eindstrijd 108 van de in totaal 209 punten wint is niet doorslaggevend. Dat Rune op de beslissende punten wel weet toe te slaan is het verschil tussen de Deense nummer 7 van de wereld en de Nederlandse nummer 29.

Het contrast tussen Van de Zandschulp en Rune is na afloop enorm. De Nederlander smijt uit woede een leeg flesje op de grond. Een verzoek van NRC om hem nog even te spreken blijft onbeantwoord. Zijn frustratie is nóg groter dan een jaar geleden. Destijds moest hij in de finale van München eveneens tegen Rune halverwege de eerste set opgeven met ademhalingsproblemen. Fysiek ongemak. Tijdens zijn tweede ATP-finale in zijn loopbaan ging Van de Zandschulp vooral mentaal ten onder. Dat doet nog meer pijn. Want precies daar zit het zwakke punt van de tennisser, die het op gravel iedere wereldtopper lastig kan maken.

Introvert

Van de Zandschulp bewees de afgelopen week in het zuiden van Duitsland opnieuw dat hij op zijn favoriete ondergrond tot de besten behoort. Dat bleek met name in de halve finale, waarin hij knap in twee sets afrekende met de Amerikaan Taylor Fritz. De introverte Van de Zandschulp kon steeds terugvallen op zijn sterke service, zijn harde forehand waarmee hij zijn opponent naar achteren dwong en zijn snelheid om dropshots te pareren. Daardoor bleef het relatief rustig in zijn hoofd. Hij was ‘in zijn kracht’. Al schildert de buitenwereld hem daardoor wel eens af als dodelijk saai.

Hoe anders was zijn mentale gesteldheid 24 uur later toen Van de Zandschulp na de winst van Robin Haase in 2012 Kitzbühel de eerste Nederlander kon worden die een graveltoernooi won. Het moest een nieuw hoogtepunt worden van de laatbloeier, die tijdens de US Open van 2021 met een plaats in de kwartfinales zijn grote doorbraak beleefde. Dat was op het hardcourt van New York. Nu mocht hij aantreden op gravel. De ondergrond waarop hij bij tennisvereniging Spitsbergen in Veenendaal opgroeide en waarop hij het tennis tot in de finesses leerde. Alleen koste het hem jarenlang moeite de juiste mindset te vinden om gravelgevechten in zijn voordeel te beslissen.

Van de Zandschulp zette de afgelopen jaren in mentaal opzicht wel zoveel stappen dat hij doordrong tot de beste dertig van de wereld. Maar nog niet tot de absolute top. De verloren finale tegen het enfant terrible Rune was daarvoor illustratief. Davis-Cupcaptain Paul Haarhuis keek als machteloze steun- en toeverlaat vanaf de tribune toe hoe Van de Zandschulp de belangrijkste partij uit zijn handen liet glippen door. Gek gemaakt door een tiener, die blessures aan de schouder en de enkel veinsde en na afloop riep dat het publiek „a perfect final” had gezien. Van de Zandschulp dacht daar anders over.

De toeschouwers kregen een gravelgevecht voorgeschoteld tussen twee totaal verschillende karakters, die qua spelstijl wel op elkaar lijken. Allebei kunnen ze de bal zo hard slaan dat ze zelfs op het langzame gravel op ieder moment een winner kunnen produceren. Daarnaast is de verdediging van de Nederlander (1.91 meter) en de Deen (1.88 meter) zeer sterk. Met een combinatie van een korte sprint en de juiste techniek om te glijden is hun voetenwerk van grote klasse. Ze bewegen niet alleen van links naar rechts, maar ook van achteren naar voren.

Van de Zandschulp was in de finale in vrijwel ieder opzicht de sterkste, maar werd in mentaal opzicht gesloopt. Hij verloor weer vooral van zichzelf. Rune won met zijn onsportieve gedrag niet de populariteitsprijs, maar wel het toernooi van München.