Breed inzetbare rouwdouwer

Woord Nu in Amsterdam de gedachte opkomt de hulp in te roepen van een ‘marktmarinier’, ziet een parallel met de Rotterdam.

Er is geen grotere afstand dan tussen 020 en 010, maar toch lijkt Amsterdam te bewegen in de richting van de eeuwige rivaal. In Amsterdam is namelijk de roep gesignaleerd om het aanstellen van een marktmarinier, iemand met genoeg macht om knopen door te hakken in de conflicten tussen stad en kooplieden en tussen marktlui onderling. Zo’n marinier is een variant op de Rotterdamse uitvinding van de stadsmariniers, die twintig jaar geleden aangesteld werden om de onveiligheid te bestrijden in bepaalde wijken en van wie de toenmalige burgemeester in zijn vertrouwde Ollie B. Bommelstijl zei dat „ze door muren heen moeten kunnen breken”. Vandaar natuurlijk ook de martiale naam marinier, want zijn dat niet geharde jongens die geen zee te hoog gaat? Bovendien heeft Rotterdam iets met mariniers: de heldhaftige verdediging van de Maasbruggen in mei 1940 door een klein groepje mariniers, dat eigenlijk op inscheping naar Indië wachtte, de Van Ghentkazerne waar het corps gelegerd is en het Mariniersmuseum aan de Wijnhaven.

Elite-eenheid

Oorspronkelijk waren mariniers niet van die rouwdouwers die door roeien en ruiten gaan; het waren zeelieden. En dat zijn de huidige mariniers nu net niet. De mariniers vormen een elite-eenheid van de Koninklijke Marine, ze zijn geen matrozen, maar de infanteristen van de vloot.

Het woord ‘marinier’ komt uit het Frans, waar een marinier een matroos is, een zeeman en ook een onderofficiersrang kan aanduiden. Het Frans heeft het woord niet van zichzelf, maar uit het Latijn, waar mare ‘zee’ betekent. In de titel van het beroemde werk van Hugo de Groot Mare Liberum ‘de vrije zee’, komen we het begrip tegen. Van mare komt ook het Franse marin ‘van de zee’, dat we terugvinden in de keukenterm marineren. Nu vooral bedoeld om vlees of vis in azijn en kruiden in te leggen, maar vroeger in zout zeewater of pekel.

De Franse marinier of maronier kon in de loop der geschiedenis breed ingezet worden. Het woord kan slaan op een schipper, op een loods die een schip veilig naar een haven weet te leiden, een matroos of een zeeman in het algemeen en zelfs op een piraat. Toen de term in de Middeleeuwen vanuit Frankrijk geëxporteerd werd, was de betekenis die van zeeman of matroos. Zodoende zien we in het Middelengels van de 14e eeuw de mariner verschijnen, iemand die behulpzaam is bij het navigeren van een schip, of dat zelfstandig doet, de schipper.

Onverschrokkenheid

Was het de associatie met de onverschrokkenheid van deze types die Johan de Witt en Michiel de Ruyter er toe bracht deze naam te kiezen toen zij kort voor het rampjaar 1672 besloten een keurkorps op te richten dat de vaderlandse belangen overal ter wereld gewapenderhand zou kunnen behartigen? Fransen noch Britten zijn ons gevolgd in deze ontwikkeling. In hun talen is een marinier nog altijd een zeeman en geen zeesoldaat. Maar de Amerikanen richtten een eeuw na Nederland, in 1775, tijdens hun onafhankelijkheidsoorlog met de Britten eveneens een Marine Corps op dat diende als landingstroepen voor de marine. Het huidige US Marine Corps dateert van 1789.