N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tributebands Ze zijn publiekslievelingen op festivals en podia. Nostalgie is een drijfveer, maar ook geld. „Tributebands trekken altijd publiek.” Al komen die bezoekers meestal niet om „ook maar enigszins muzikaal te worden opgevoed”.
Er is in Nederland een festival met een affiche vol grote namen waar Pinkpop en Lowlands bij verbleken. De line-up van het Hoge Bomen Festival in Den Bosch ziet er zo uit: Stevie Wonder, Nirvana, Metallica, Tina Turner, R.E.M., The Police, Muse, AC/DC en Anouk. Allemaal live. Allemaal niet echt, maar wel bijna.
Op het Eindhovense festival Tributeland luisterden vorig jaar vijfduizend bezoekers naar The Tree Gees, Imitallica en Rondje Doe Maar en sinds enkele jaren programmeren ook de reguliere festivals en gerenommeerde poppodia tributebands. Op Paaspop stonden eerder deze maand imitaties van ABBA, Linkin Park, Queen en The Doors tussen ruim tweehonderd originele bands, op Zwarte Cross is het tributepodium al jaren een populaire plek. Dit weekend is de Ziggo Dome zelfs drie avonden uitverkocht met tributes aan Elvis Presley, David Bowie, U2 en Earth Wind & Fire – de winnaars van het populaire SBS6-programma The Tribute – Battle of the Bands.
Vijftien jaar geleden schaamden muzikanten zich nog voor kopieerwerk, en het publiek ook een beetje. Wat is er gebeurd met het taboe op imitatie in de popcultuur die traditioneel draait om identiteit en authenticiteit? Tributes voorzien in een hang naar het verleden en ze zijn goed voor de portemonnee van de bezoeker, het podium en de muzikant.
„We trekken met name mensen die niet de behoefte hebben om nog maar enigszins muzikaal te worden opgevoed.” Ruud Bruins, directeur van het Hoge Bomen Festival, maakt zich weinig illusies over de beweegredenen van zijn bezoekers. „Het zijn bijna allemaal veertigplussers die komen voor het feest der herkenning. Ze hoeven zich niet meer zo nodig te profileren in jeugdcultuur of te graven naar nieuwe bands. Ze zoeken het in de gezelligheid en nemen hun kinderen mee.”
Tributebands lijken tegenwoordig af en toe wel beter dan het origineel
Ruud Bruins programmeur
Bruins programmeert voor de Bossche uitgaansgelegenheid P79 en zag zo’n vijftien jaar geleden dat hij de tent niet meer vol kreeg met originele bandjes. „We hadden ooit Kensington staan voor veertien bezoekers. Een maand later braken ze door en was iedereen fan. Wij zijn een ongesubsidieerd podium, dus de som was snel gemaakt. Met tributebands staat het zo vol. Er is tegenwoordig bovendien enorm veel kwaliteit op dat vlak, ze lijken af en toe wel beter dan het origineel.”
Ook voor programmeur Arie Verstegen is het allereerst „een manier om je boekhouding op orde te krijgen”. Op zijn podium De Boerderij in Zoetermeer zingt Jeroen van Koningsbrugge dit weekend Pearl Jam en er staat volgende week een tributeband van The Moody Blues. Vorige week kon je James Brown herbeleven. „Ik ben programmeur geworden om nieuwe bandjes met eigen repertoire een kans te geven. Die ruimte kan ik bieden door op andere avonden tributebands te programmeren, want daar is altijd publiek voor. Ze worden ook steeds beter.”
Verstegen: „Zelf hoef ik er niet per se tussen te staan, het zijn vooral reünies van vriendengroepen. De band laat ze herinneringen herbeleven, dan hebben ze elkaar zo veel te vertellen dat de muziek achtergrondbehang wordt.”
‘Donder op, man’
Zanger en gitarist Jelle Paulusma moest over een flinke drempel stappen toen hij gevraagd werd als Neil Young. Het verzoek kwam van zijn oud-bandgenoot van het succesvolle Daryll-Ann (1988-2003), Diederik Nomden die ook in Beatles-tributeband The Analogues speelt. Met Her Majesty wilden ze een ode aan Crosby, Stills, Nash & Young brengen. „Ik dacht gelijk: nee, dat doe ik niet. Ik had een natuurlijke afkeer van het letterlijk naspelen. Dat was taboe.” Maar na een invalbeurt op Zwarte Cross volgden succesvolle theatertours. De eerste keer dat iemand na afloop zei dat hij Neil Young zo goed nadeed, was Jelle Paulusma beledigd. „Ik dacht: donder op man, ik doe niemand na. Maar ik ben milder geworden. Het land vergrijst, de zestigplussers hebben behoefte aan nostalgie. Ikzelf ook.” Nu is Her Majesty een belangrijk deel van zijn werk.
„Tijdens de hoogtijdagen van Daryll-Ann werkte ik deeltijd bij DHL. Nu kan ik rondkomen van muziek. Ik kan drie, vier keer per week spelen, dat is met je eigen bandje nauwelijks mogelijk. Ik moet mezelf wel dwingen om eigen werk te blijven maken, want er is een kans dat je lui wordt.”
Er is inmiddels een enorme popcatalogus, een soort songboek dat mensen willen horen, de volwassenwording van pop
Georgina Gregory muziekwetenschapper
Erfgoedrock, zo noemt Georgina Gregory het nieuwe genre dat is ontstaan. Ze is mediawetenschapper aan de University of Lancashire en schreef al in 2012 het boek Send in the Clones over de opkomst van tributebands. „Er is inmiddels een enorme popcatalogus, een soort songboek dat mensen willen horen, de volwassenwording van pop. Dat zal nog verder toenemen, want hoe ouder mensen worden, des te meer verleden hebben ze.”
Toch is het niet alleen een kwestie van demografie, zegt Gregory. „Popmuziek is een vernieuwend medium, beïnvloed door modernisme, dat nieuwe technieken en mogelijkheden omarmt. Maar al sinds de jaren zeventig zie je bij elke recessie een opleving van oude muziek. Dat gebeurt ook nu. Podia hebben hogere energiekosten, hogere drankprijzen. Mensen gaan minder uit en kiezen conservatief. Ze wegen af: probeer ik een nieuw bandje dat mogelijk niet goed is, of ga ik naar een Oasis-tribute? De keerzijde is dat het weinig ruimte laat voor nieuwe bands. Zij worden weggedrukt door nostalgie.”
Ook Roger Rutten, organisator van Tributeland in Eindhoven en directeur van Tirr, een groot agentschap voor tributebands, wijst op de economie. „Als je als stelletje naar U2 in de Arena gaat, is dat 250 euro. Dan moet je nog in Amsterdam komen voor 50 euro, misschien blijf je overnachten. Je kunt ook op 10 kilometer afstand van thuis naar een tributefestival met tien verschillende bands voor 25 euro.”
Ander voorbeeld: Roger Waters stond begin deze maand voor ongeveer 90 euro per kaartje in de Ziggo Dome. Het Nederlandse Infloyd speelt volgende maand in De Boerderij, dan krijg je (een interpretatie van) Pink Floyd erbij voor 28 euro.
Kijk naar The Dubliners, daar zit geen origineel bandlid meer in, maar dat maakt fans weinig uit
Thijs van der Krogt programmeur
Rutten zag jarenlang dat tributes vooral een fenomeen van buiten de Randstad waren. „Vijf jaar geleden stonden we vooral in de Achterhoek, Brabant, Limburg en Zeeland.” In 2018 kon hij zijn festival Tributeland in Eindhoven opeens uitverkopen, vijfduizend kaartjes. „Dat is ook het moment waarop het steeds meer op televisie kwam. Landelijke podia lieten het taboe varen, die boeken ze nu ook.”
Tien jaar geleden programmeerde het Utrechtse Tivoli nooit tributebands”, zegt programmeur Thijs van der Krogt. In het nieuwe grote gebouw wel. „Ik ben popprogrammeur, dus voor het populaire genre. Er is enorme vraag naar tributes en we hebben ruimte in de agenda. Het publiek is door de jaren ook minder kritisch geworden over wat echt is. Kijk naar The Dubliners, daar zit geen origineel bandlid meer in, maar dat maakt fans weinig uit.”
Zwammstein, Vannstein
Het aanbod is divers: het gaat niet alleen om bands waarvan het origineel gestopt is. De Duitse band Rammstein die nog volop tourt, heeft alleen al in Nederland kopieën in de vorm van Zwammstein, Vannstein en Mein Herz Band, die allemaal ook de spectaculaire vuurshow van hun voorbeeld beloven. Rutten krijgt Ed Sheeran-tributes aangeboden en heeft Tributefinger en De Dijk Tribute („Doe je ogen dicht en je hoort Huub”) op de site staan. Het vaak geroemde Nederlandse Musest maakt er een sport van om nieuw materiaal van Muse zich zo snel mogelijk eigen te maken.
Een van de grootste tributebands van Nederland is A-Fever. De ode aan ABBA werkt met een crew van vijftien mensen en een poule van ongeveer veertig roulerende muzikanten. Dus er zijn ook meerdere Agnetha’s, Frida’s, Benny’s en Björns. „Zo zijn we het hele jaar boekbaar in verschillende samenstellingen, ook als er zieken zijn, of vakanties”, zegt Veerle Oosterbosch die de band tien jaar geleden begon met haar man na een roadtrip door Zweden met ABBA op repeat. „We benaderen de uitstraling van het origineel. Maar geen pruiken of goedkope feestkostuums. Het staat niet letterlijk in het contract, maar onze Agnetha’s weten dat ze geen werk meer hebben als ze hun haren bruin verven.”
Al te opzichtige schmink en verkleedpartijen worden vaak als not done gezien. Zanger Jelle Paulusma: „Je gaat dus niet een schaatspakje aantrekken en met een plaksnor Freddie Mercury nadoen. Het liefst geef je ook de muziek een beetje een eigen draai.”
Toch is het publiek wel zeer gespitst op de uitstraling. Onderzoeker Georgina Gregory: „Er wordt vaak gezegd dat de erfgoedpop de nieuwe klassieke muziek is, maar het grote verschil is dat popmuziek om identiteit draait. Een tributeband met een witte Jimi Hendrix wordt lang niet altijd geaccepteerd, terwijl we Beethoven niet hoeven zien om een uitvoering te waarderen. Dat is natuurlijk ook omdat er een verschil is tussen de uitvoerende en de componist. Toch zou het best kunnen dat die uiterlijke overeenkomst over honderd jaar veel minder belangrijk is dan nu.”
Gregory verwacht dat de volwassenwording van popmuziek door zal gaan en het erfgoed dus ook steeds meer als canon wordt gezien. „Er zullen ook tributebands van jungle en drum and bass komen als de liefhebbers oud genoeg zijn. En bands zullen vaker hun eigen opvolgers gaan opleiden, door tributes onder hun hoede te nemen. Dat is wat Kiss al een beetje lijkt te doen, zij gaven een aantal tributebands hun zegen.”
Het publiek verjongt bovendien. Rutten merkt dat de gemiddelde leeftijd van „52 naar 42 jaar” is gegaan bij zijn acts. Soms komen er jongeren die de muziek van TikTok kennen. Verstegen ziet vooral bij The Doors en The Beatles opvallend veel twintigers.
Programmeur Van der Krogt wijst op een nieuw soort tribute-avonden in TivoliVredenburg, de fanparty. „Er is een dj die van één artiest de muziek draait, bijvoorbeeld Harry Styles of Taylor Swift. Vijftien jaar geleden was het ondenkbaar dat we zoiets zouden programmeren. Maar nu komen er 1.500 jongeren, vooral meiden van 14 tot 20 jaar, gekleed in de stijl van hun idool. Zij beleven dezelfde leuke avond als ouderen bij een tributeband.”