N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Corruptieproces Richard de Mos, voorman van lokale partij Hart voor Den Haag, is blij, maar niet écht verrast door zijn vrijspraak. „Ik heb altijd gezegd dat ik onschuldig ben.”
Geen corruptie, geen criminele organisatie, geen stemfraude, geen meineed, geen schending van de ambtseed, geen mensensmokkel. Van het strafdossier van 15.000 pagina’s tegen ex-wethouder Richard de Mos uit Den Haag en zeven medeverdachten blijft niets over, na het vonnis van de rechtbank Rotterdam.
De verrassing was compleet, vrijdagochtend. Zelfs bij de vijftig in groengeel gestoken aanhangers van De Mos op de publieke tribune. Natuurlijk hadden ze geloof gehouden in de voorman van hun lokale partij Hart voor Den Haag, maar dat het Openbaar Ministerie (OM) zo in het stof zou bijten, hadden weinigen durven voorspellen. Goed, één van de verdachten, horecaman Atilla Akyol, kreeg vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. Hij had een verboden vuurwapen in bezit. Maar dat was goed beschouwd niet meer dan bijvangst van het corruptieonderzoek.
Nadat rechter Jacco Janssen het vonnis had uitgesproken, omarmde De Mos huilend zijn medeverdachte, partijgenoot Rachid Guernaoui. Beiden traden in 2019 terug als wethouder nadat de Rijksrecherche huiszoeking gedaan had in het stadhuis en de woningen van beiden. De zaak draaide om de financiering met honderdduizend euro van de verkiezingscampagne in 2018 van Hart voor Den Haag door vijf Haagse zakenmensen. Ook zij zijn vrijgesproken van alle verdenkingen.
De rechtbank vindt dat met partijdonaties niets mis hoeft te zijn. Immers: lokale partijen krijgen anders dan landelijke partijen geen overheidssubsidies. Daar staat tegenover dat voor lokale partijen geen regels bestaan voor transparantie over giften en giften niet gemaximeerd zijn. De rechtbank concludeert dat het ontbreken van overheidsregels voor de financiering voor lokale partijen niet moet „worden opgelost met het strafrecht”.
Politiek gekleurd
Al tijdens het proces had de advocaat van Richard de Mos, Peter Plasman, gepleit voor volledige vrijspraak. Bewijs voor de verdenkingen van onder meer omkoping en deelname aan een criminele organisatie bevatte het strafdossier volgens hem niet. Volgens Plasman was het proces „sterk politiek gekleurd”. Dat laatste onderschrijft de rechtbank niet.
Het OM krijgt harde verwijten. Eén daarvan is de „rechttoe rechtaan-visie” (lees: tunnelvisie) waarin getapte gesprekken, mails en appjes louter „door een corruptiebril zijn bezien”. De rechtbank ziet in plaats daarvan „legale partijdonaties aan een startende lokale politieke partij. Voorzichtigheid was geboden geweest bij het OM, volgens de rechtbank, omdat dit „juridisch onontgonnen en ook wel hobbelig terrein” is.
Nu zorgen dat we snel in het stadsbestuur terugkomen. Want dáár horen wij
De rechtbank zegt naar de feiten te hebben gekeken met een staatsrechtelijke, zelfs „voorzichtig politieke” bril. Vanuit dat perspectief kan de rechtbank geen kwade bedoeling ontdekken van de gevers en ontvangers van de partijdonaties. Daar komt bij dat de rechtbank de donaties aan de partij niet als giften kwalificeert aan de wethouders De Mos en Guernaoui: „Met de beste wil van de wereld kan niet worden vastgesteld dat, en zo ja, in hoeverre, de positie van De Mos en zijn collega één op één door de partijdonaties is verbeterd.”
Het vrijspreken van De Mos en medeverdachten van omkoping leidde volgens de rechtbank automatisch tot de conclusie dat ze ook moesten worden vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie.
Mokerslag
De uitkomst van het grootste corruptieproces van de afgelopen jaren moet als een mokerslag aankomen bij het OM, dat enkele weken geleden tegen Richard de Mos 22 maanden onvoorwaardelijke cel, vier jaar ontzegging uit het recht om een bestuurlijk ambt te mogen bekleden en een boete van 8.500 euro vroeg. Het gesternte voor het OM stond tot vrijdag goed. Sinds 1990 had het geen enkel corruptieproces tegen politici in de rechtszaal verloren. In Rotterdam komt voorlopig een einde aan deze succesreeks. Richard de Mos, glunderend: „En voor ons begint hier het succes.”
De Mos was „blij, maar niet verrast”, zei hij na afloop. „Ik heb altijd gezegd dat ik onschuldig ben. Gelukkig is die drie-en-een-half jaar hel achter de rug. Nu gaan we zorgen dat we snel in het stadsbestuur terugkomen. Want dáár horen wij.” Ook Guernaoui hoopt dat „de nachtmerrie” voorbij is. „De aantijgingen van het OM bleken vals. We hebben niets verkeerd gedaan, geen regels overtreden.”
Burgemeester Jan van Zanen van Den Haag spreekt over een „heldere uitspraak die klip en klaar” is. Van Zanen: „Goed dat er een uitspraak is voor alle betrokkenen, ik ben in het bijzonder blij voor Richard en Rachid.”
De Mos wil snel weer wethouder worden. „Partijen hebben ons op oneigenlijke gronden uitgesloten, naar nu blijkt. Zij moeten gewoon zorgen dat er in het college twee stoeltjes gereserveerd worden voor Hart voor Den Haag.”
In een reactie zegt het OM: „We gaan het vonnis bestuderen.” Daarna „nemen we een besluit over een eventueel hoger beroep”. De woordvoerder wil toegeven dat sprake is van „teleurstelling” bij het parket. „Dat zal niemand verbazen.”
De gevolgen
De gevolgen van het vonnis – als het in een eventueel hoger beroep in stand blijft – kunnen groot zijn. Het imago van het OM staat op het spel, alsmede de onderzoeksaanpak waarbij jarenlang politici, partijen en de lokale politiek vleugellam zijn. Daar komt nog de geleden schade bij. De ondernemers zeiden tijdens de behandeling van hun zaak door de lange duur van het onderzoek forse financiële schade te hebben geleden. Banken zegden hypotheken of leningen op, bedrijven gingen failliet, personeel moest ontslagen worden, vertelden ze. Blijft het bij dit vonnis dan kan daarvoor nog een rekening richting OM volgen.
En dan is er het ‘verwijt’ van de rechtbank aan de overheid, over het ontbreken van regels voor financiering van lokale partijen. Daar is overigens een wet voor in de maak. De Mos hoopt dat die snel wordt ingevoerd. „Maar dan moet er ook subsidie komen voor lokale partijen, zodat er een gelijk speelveld komt met landelijke partijen. Laat dat de les van deze zaak zijn.”