‘Molière zal blij zijn met deze radicale bewerking’

Molière gemoderniseerd Bij Het Zuidelijk Toneel regisseert Sarah Moermans een naar het heden getilde uitvoering van de zeventiende-eeuwse klassieker ‘De Mensenhater’ van Molière. „Laten het we cynisme omarmen.”

Scène uit ‘Mission Moliere’, van Het Zuidelijk Toneel. Met Louis van der Waal als Alceste (liggend) en Keja Klaasje Kwestro als Arsinoé.
Scène uit ‘Mission Moliere’, van Het Zuidelijk Toneel. Met Louis van der Waal als Alceste (liggend) en Keja Klaasje Kwestro als Arsinoé.

Foto’s Sofie Knijff

‘Ssshh”, doet regisseur Sarah Moeremans tegen acteur Joep van der Geest. Hij doet het welkomstwoord bij Mission Molière, maar ze wil dat hij fluistert. Hij moet een band smeden met het publiek, in een monoloog die meteen absurd uit de hand loopt: „Als je niet fluistert, werkt het niet.”

Louis van der Waal reageert, in zijn rol van Alceste, de mensenhater, op de monoloog. Sarcastisch houdt hij het publiek voor dat ze nog weg kunnen en leuke dingen kunnen gaan doen: joggen, uit eten. Ook dat moet minder luid, instrueert Moeremans. „Dit is Ko van Dijk. Nu lijkt het alsof je reclame maakt voor joggen.” Zijn toon moet van haar vragender. „Je denkt verbaasd: er zijn blijkbaar mensen die behoefte hebben aan joggen.”

In de zaal van Het Zuidelijk Toneel in Tilburg repeteert Moeremans Mission Molière, een week voor de première. Na haar komische bewerkingen van teksten van Ibsen en van sprookjes is dit opnieuw een radicale hervertelling van een klassieke tekst, De Mensenhater van Molière (1622-1673). Moeremans, sinds 2021 aan Het Zuidelijk Toneel verbonden als regisseur en co-artistiek leider, wordt vanaf 2025 artistiek directeur van het gezelschap, als opvolger van Piet Menu. Ook Joachim Robbrecht, opnieuw auteur van de bewerking, is aanwezig en geeft aanwijzingen aan de zes acteurs op de vloer. Samen vertellen de twee Vlaamse makers (beiden 44 jaar) in de kantine van het gebouw, terwijl de acteurs lunchen, wat hen voor ogen staat.

Bij Molière is De Mensenhater een komedie over de onmogelijkheid eerlijk en oprecht te zijn in een hypocriete omgeving, het hof van koning Lodewijk XIV. Alceste probeert de waarheid te spreken, maar dat wordt niet getolereerd en hij wordt versleten voor misantroop. In de bewerking van Robbrecht is het verhaal getransformeerd naar het heden, met behoud, in grote lijnen, van plot en personages. Wel zijn de personages zich ervan bewust verzonnen te zijn. Alceste overziet zijn geschiedenis en beseft dat hij al drie eeuwen tevergeefs probeert de mens te veranderen.

Scène uit ‘Mission Moliere’. Met Gillis Biesheuvel, Joep van der Geest, Keja Klaasje Kwestro en Julia Ghysels.
Foto’s Sofie Knijff

Scheldwoord

De motivatie om dit stuk op eigen wijze op te voeren, is tweeledig, zegt Moeremans. „Het fascineert mij dat komedie in het theaterlandschap niet meer zichtbaar aanwezig is. Nemen we het genre nog serieus, vraag ik me af. Anderzijds fascineert mij hoe cynisme van oorsprong een maatschappelijke, opbouwende, kritische beweging was, zoals te zien in De Mensenhater, terwijl het nu als een destructieve kracht wordt beschouwd en een scheldwoord is geworden.”

De komedie is behept met een John Lanting-imago

Niet dat eerlijkheid ten koste van alles altijd valt te prefereren. Robbrecht: „Aan de ene kant heeft de cynicus misschien wel gelijk, maar aan de andere kant wil je het ook gezellig hebben met elkaar.” Moeremans: „Cynisme kan aantrekkelijk zijn, door een manier van denken zonder franjes, als een emotionele Marie Kondo, die op zoek gaat naar de essentie. Maar er zijn momenten dat ik meer behoefte heb aan charme, aan een feestje, aan beleefdheid, aan vriendelijkheid.” Robbrecht: „Soms moet je elkaar ontzien. In de extreme variant van het oorspronkelijke cynisme zou je je niet wassen. Want je zou zeggen: waarom zou je niet eerlijk toegeven dat alles en iedereen stinkt? Het leven is één grote stankproductie.” Moeremans: „Dus: laten we het cynisme rehabiliteren en tegelijkertijd het oog voor esthetiek en etiquette omarmen.”

De Mensenhater is één van die vergeten en vergeelde klassieke teksten die zelden nog wordt gespeeld. Waarom roept een theatermaker de hulp van Molière in om eigen ideeën over te brengen? Moeremans: „Zijn stuk is een vehikel om weer te kunnen geven hoe er werd gedacht, en vervolgens om aan te kunnen geven hoe we nu denken en kunnen gaan denken. Het schept de mogelijkheid om thema’s te beschouwen vanuit verschillende tijden en cultuurlagen. Het verlangen van Alceste naar transparantie in menselijke verhoudingen heeft ons echt geïnspireerd, maar uiteindelijk hebben we een heel nieuw stuk geschreven.”

Vrolijk metatheater

In de reeks Crashtest Ibsen, met satirische bewerkingen van drie stukken van Hendrik Ibsen, en met bewerkingen van sprookjes hanteerde het duo dezelfde werkwijze, dat leidde tot vrolijk metathea-ter. Steeds waren de personages zich bewust van hun fictieve bestaan, dat ze gretig en venijnig becommentarieerden. Moeremans: „Wat we doen, is op de grondvesten van een ruïne iets nieuw opbouwen. Mensen die diep in Molière zitten, zullen veel verwijzingen en overeenkomsten zien. Terwijl mensen die nog nooit van Molière gehoord hebben, makkelijk in het verhaal kunnen meegaan. De personages zijn zich bewust van hun bedachte bestaan, maar dat geeft ze er nog geen controle over. Dus de kans is groot dat ze dezelfde fouten maken. Dat maakt ze ook menselijk.”

Scène uit ‘Mission Moliere’ van Het Zuidelijk Toneel. Met Joep van der Geest en Louis van der Waal als Alceste (liggend)
Foto’s Sofie Knijff

De kennis over zichzelf maakt Alceste politieker, zegt Moeremans. „Zijn overtuiging draagt hij niet alleen uit naar zijn omgeving, maar naar de hele wereld. En dus maakt hij de keuze om in het stuk te blijven.” De vrouw die hij begeert, Célimèn, is zoals ze zelf zegt ‘een personage met een eigen leven in een zeventiende-eeuwse klotekomedie’, en behoorlijk eigentijds. „Zij kiest voor polyamorie en is daar open over.” Ze heeft elke week een scharrel, zegt ze. Moeremans lacht. „Dat zou de Célimène van Molière niet zeggen. Zij is autonomer en minder afhankelijk.”

Célimène zegt ook: ‘Liefde is theater. En ja, ik speel, naar wie ik ook draai, zet ik een ander masker op.’ Moeremans: „Religie, kunst en seksualiteit zijn niks, tenzij je erbij mag fantaseren dat het meer is dan het is. Ze zijn gebaat bij een minder pragmatisch perspectief. Anders schildert Rothko niet meer dan een blauw vlak.” Ze stompt enkele malen in haar hand, in een dubbelzinnig gebaar: „Dit is ook liefde. Maar mag het wat meer zijn?”

John Lanting-imago

Waarom heeft de komedie het zo moeilijk tegenwoordig? Wellicht dat comedy en de klucht de artistieke komedie in de weg hebben gezeten, opperen ze. Moeremans: „De komedie is behept met een John Lanting-imago. Het zou geen diepgang verdragen. Het zou seksistisch en racistisch zijn. Dat beeld is hardnekkig.”

Een andere mogelijke verklaring die ze geven, is dat klassieke plotstructuren, vaak de basis van een komedie, uit zwang zijn geraakt. Humor in het theater komt nu vaker van ironisch spel of een spel met theatercodes, waarin de theaterwerkelijkheid botst op de realiteit. Moeremans: „Komische koevoeten worden daarbij alleen nog ingezet om theatrale problemen te tackelen en teksten verteerbaar te maken.” Er is huiver om uitgesproken komisch te willen zijn, terwijl grappen de inhoudelijke kracht en de noodzaak van een stuk absoluut niet ondermijnen, stelt Moeremans. „In de humor schuilen gedachtes die ik later zal koesteren. Voor mij is de grap en inhoudelijkheid één en hetzelfde.”

In Mission Molière wordt het genre theater niet ontzien. Robbrecht: „Het is een spel met de vooroordelen over en de kwetsbaarheid van theater. Theater laat zich makkelijk bespotten, dus moeten we er samen in geloven en er in meegaan. Dan komt er een andere wereld tot leven.” Moeremans: „Enerzijds wordt theater langs alle kanten ingehaald door andere media. Tegelijk bereikt alleen theater die collectieve live belevenis, in verschillende lagen (taal, muziek, beeld). Dat geeft een soort collectief-orgastische ervaring.”

En daarom ook beschouwen ze hun radicale bewerking als een ode aan Molière. Moeremans: „Ik denk dat Ibsen blij is met wat we met zijn werk hebben gedaan. En dat hij zich al tien keer in zijn graf heeft omgedraaid bij het zien van de belegen voorstellingen die er ook van zijn teksten zijn gemaakt. Dus ik denk dat Molière ook blij zou zijn met wat we doen.”

‘Mission Moliere’. Met Julia Ghysels en Louis van der Waal.
Foto’s Sofie Knijff


Lees ook dit twistgesprek over klassiekers in het theater

https://www.youtube.com/watch?v=MG12SH5puFc