N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Necrologie
1930-2023 De muziek van jazzveteraan Ahmad Jamal werd aan het begin van zijn carrière gezien als oppervlakkig. Toch werd hij een inspiratiebron.
Zijn meest geslaagde album, haalde jazzpianist Ahmad Jamal regelmatig aan in interviews, maakte hij al in de jaren vijftig. Op At The Pershing, But Not For Me, opgenomen in de nachtclub van een hotel in Chicago (1958), kwam alles samen, met als klapstuk ‘Poinciana’ – een aanvankelijk wat ondergewaardeerde jazzcompositie die onder Jamals handen en met de hypnotiserende groove van drummer Vernel Fournier uitgroeide tot zijn bekendste song. Een tijdloze ‘jazzhit’ – bij optredens klapte publiek de door Jamal bewerkte latingroove graag mee. De bescheiden jazzveteraan kon zijn band er wat ongemakkelijk lachend bij aankijken.
Wie een concert van de zondag op zijn 92-ste overleden Ahmad Jamal bijwoonde, deed er het beste aan zo te gaan zitten dat je op zijn handen keek. De parelende loopjes, vingers krioelend als spinnetjes over de toetsen, ze daarna verjagend met brede blokakkoorden, met beide handen tegelijk. Met een arsenaal aan fraseringen kon hij stukken ruimtelijk en ontspannen optuigen.
Maar zijn onderkoelde manier van spelen en de opmerkelijke stiltes en rust die hij kon nemen, oogstten ook kritiek aan het begin van zijn carrière: behaagziek, oppervlakkig, over de grens van kitsch. Want het vormde een schril contrast met de meer sobere maar ook meer complexe bebop die toen in opkomst was.
Toch was het de ruimte tussen de noten, de minimale frasering, die Jamals stijl zou gaan definiëren. Grensverleggend, vonden musici als trompettist Miles Davis en pianisten Keith Jarrett en Herbie Hancock. Ze noemden Jamal een inspiratie. Vooral Davis was daar duidelijk over, al werkten hij en Jamal nooit samen. Hij kon pianisten in zijn band verzoeken te spelen ‘als Ahmad Jamal’ en hij zette composities als ‘Ahmad’s Blues’ en Jamals ‘New Rhumba’ op plaat.
Nachtclub zonder drank
De pianist Ahmad Jamal, in Pittsburg geboren als Frederick Russell Jones, startte al als kleuter met pianospelen – op zijn gehoor, aangemoedigd door zijn oom. Vanaf zijn elfde ging hij optreden. De jazz van pianisten Art Tatum, Nat King Cole en Erroll Garner trok, maar ook klassieke componisten als Debussy en Ravel spraken hem aan. Vanaf zijn twintigste jaar, hij debuteerde in het orkest van George Hudson in 1947, leidde hij diverse bands.
Eigenlijk had de pianist niet meer nodig dan een trio-bezetting. In 1950 ging hij in Chicago wonen, zijn Three String-trio (piano, bas en gitaar – géén drums, vrij inventief toen) leverde hem zijn eerste platencontract op. Ook bekeerde hij zich op zijn twintigste tot de islam en nam hij de naam Ahmad Jamal aan.
Hij stortte zich op het runnen van een nachtclub in Chicago toen zijn jazzhit Poinciana hem genoeg geld had opgeleverd
Jamal verdween meermalen een tijdje uit beeld. Zo stortte hij zich op het runnen van een nachtclub in Chicago toen zijn jazzhit (er werden miljoenen albums van verkocht) hem genoeg geld had opgeleverd. Maar dat daar, om zijn geloof, geen alcohol werd geschonken, deed de zaken uiteindelijk geen goed. En ook op privévlak, zoals een scheiding en een langslepend juridisch gevecht, kreeg de pianist het financieel moeilijk.
Tegen het einde van de jaren zestig lukte het Jamal echter zijn jazzcarrière weer vlot te trekken. Het was een tijd waarin hij aan de lopende band albums opnam. De invulling van Johnny Mandels ‘M*a*s*h Theme’ (1973), voor de soundtrack van de populaire tv-serie, was lichtvoetig en toegankelijk. Live-albums vingen het beste zijn magie – neem Freeflight, opgenomen op Montreux Jazz Festival (1971). In 1981 bracht hij een in San Francisco opgenomen concert uit, American Classical Music – hij gebruikte die term een tijd om zijn jazz te omschrijven.
Jamal was een graag geziene artiest op de festivalpodia. En om zijn aantrekkelijke, herhalende riffjes werd zijn discografie een interessante sample-bron voor hiphopmuzikanten. Zo komen zijn tijdloze noten terug op De La Souls album Stakes Is High. En ook rapper Nas dook in zijn muziek voor ‘The World Is Yours’. Tot op late leeftijd bleef de pianist zelf ook geïnspireerd met gedetailleerd spel. De plaat is alweer twintig jaar oud, maar op In Search Of Momentum(2003) springt de titeltrack er echt uit om zijn explosieve groove.