Voorspelbare blik op de gruwelijke ondergang van sekte Peoples Temple

Recensie Theater

ToneelFirma MES stort zich in ‘De tempel’ op de Jonestown Massacre, het fatale eindpunt van de religieuze sekte Peoples Temple. Helaas biedt het script weinig verrassingen.

‘De Tempel’ door Firma MES.
‘De Tempel’ door Firma MES. Foto Bas de Brouwer

‘This is an act of revolutionary suicide!’ Aangespoord door de woorden van hun sekteleider Jim Jones drinken de leden van de Peoples Temple hun vergiftigde limonade, en dienen ze de cyanide ook aan hun kinderen toe. Weigeraars krijgen het gif met een injectienaald toegediend. Het resultaat, op 18 november 1978 in de Guyaanse jungle: 918 doden, onder wie 276 kinderen. Slechts 85 leden overleefden de slachtpartij.

In de muziektheatervoorstelling De tempel begint het Haagse theatergezelschap Firma MES met de tragedie, en schakelt dan terug naar een openbare dienst van de sekte Peoples Temple jaren eerder. In een tempelachtig decor met verrijdbare zuilen spreken Jim Jones (Jip van den Dool) en zijn vrouw (Rochelle Deekman) ons toe en leggen hun idealen uit: een gelijkwaardige samenleving voor iedereen. Van den Dool slaagt er uitstekend in om het gevaarlijke charisma van een sekteleider neer te zetten: zijn ontwapenende vriendelijkheid neemt je ogenblikkelijk voor hem in.

In enkele publieksinterventies weet hij een Vietnamveteraan (Daan van Dijsseldonk), diens rijke vriendin (Lindertje Mans) en een depressieve jonge vrouw (Femke Brinksma) tot zijn beweging te bekeren. Het ijzersterke aan de openingsscène is dat regisseur Thomas Schoots en auteur Nic Bruckman nog op geen enkele manier een schaduwzijde laten doorschemeren, waardoor je als publiekslid zelf de merites moet beoordelen van de ‘radicale liefde’ die Jones predikt.

Uitgekauwd

Helaas laten de makers die ambiguïteit daarna vrijwel meteen varen. De open vorm sluit zich als we de Tempelleden de dienst achter de schermen onderling zien bespreken, en alle gedachten die je als toeschouwer zelf hebt, door de personages worden doorgenomen en uitgekauwd. Het berooft je, lang voor het noodlottige einde, van de kans om zelf denkwerk te verrichten: de makers zetten vroeg de toon dat alle mogelijke twijfel netjes zal worden besproken.

Auteur Nic Bruckman neemt het daarnaast niet zo nauw met de historische werkelijkheid. Dat is natuurlijk zijn goed recht – dit is theater, geen documentaire – maar zijn wijzigingen maken het stuk vaak minder interessant dan de realiteit. De personages die hij uit zijn interviews met overlevenden samenstelde, handelen als archetypes in plaats van als mensen, waardoor je geen inzicht krijgt in waarom ze zich naar de dood lieten leiden.

De stappen die Mans moet zetten van kritische tegenstem naar Jones’ hondsloyale rechterhand zijn veel te grof geschetst. Bruckman reduceert Jones’ echtgenote tot het stereotype van de bedrogen vrouw. En ook Jones zelf komt niet uit de verf: er wordt, naast bedekte verwijzingen naar drugsgebruik, geen enkel inzicht geboden in zijn transformatie van idealistisch leider naar paranoïde tiran.

Dat is jammer, want onderweg kom je een aantal zeer geslaagde scènes tegen. Een gesprek tussen Jones en de Vietnamveteraan, waarin de sekteleider de ander heel langzaam en voorzichtig naar seks manipuleert, doet in zijn homo-erotische spanning sterk denken aan de legendarische confrontaties tussen Philip Seymour Hoffman en Joaquin Phoenix in filmklassieker The master. In de passages waarin de makers oprechte liefde en machtswellust in Jones met elkaar laten strijden is De tempel op zijn sterkst, maar helaas raakt die complexiteit gedurende de voorstelling steeds verder uit het zicht.

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0900-0113 of www.113.nl.